Julianne krijgt de kans om boerin te worden

Carel de Vries

“Ik heb mijn hele leven hard gewerkt om dit bedrijf op te bouwen. Wij vinden het heel jammer als het zou ophouden te bestaan. We kunnen het wel verkopen, maar als ik een ander ermee gelukkig kan maken, doe ik dat liever.” Aan het woord is Bert Smallegoor. Samen met zijn partner Frieda Honders, heeft hij een melkveebedrijf aan de IJzevoordseweg in Doetinchem. Die ‘ander’, dat is Julianne Brunsveld geworden. Acht jaar geleden kwamen ze met elkaar in contact. Bert zocht iemand die zo nu en dan de koeien kon melken. Een stagiair tipte hem: Julianne. En die kwam om nooit meer te vertrekken. Julianne: “Ik ben in het buitengebied van Gaanderen opgegroeid tussen de boeren. Mijn ouders hebben een kleine hobbyboerderij. Ik vond het boerenleven altijd al prachtig en ben naar de landbouwschool gegaan. Eerst naar de middelbare in Doetinchem en daarna naar de hogere in Dronten. Afgelopen maart heb ik mijn studie agrarisch ondernemerschap afgerond.”

Bert: “Wij hebben geen kinderen, als je dan de vijftig gepasseerd bent, ga je denken, ‘wat doen we met het bedrijf’. Frieda en ik speelden met de gedachte het te verkopen en een deel van het geld aan een goed doel te geven. Ik zei dat een keer tegen Julianne die toen al bij ons kwam melken. Zij zei: ‘Ik weet wel een goed doel: help Julianne boerin te worden’.” Bert en Julianne kunnen er nog om lachen. Maar, aldus geschiedde: het overdragen van de boerderij aan Julianne werd ‘het goede doel’. Vervolgens kwam het proces in een stroomversnelling. Bert: “Er bestaat een fiscale regeling die bedrijfsovername buiten de familie aantrekkelijk maakt, maar die regeling dreigde te worden geschrapt. Als dat zou gebeuren zou bedrijfsovername voor Julianne financieel onmogelijk worden. We hebben toen, nu drie-en-een-half jaar geleden, snel een maatschap opgericht, zodat Julianne, hoewel ze nog studeerde, partner werd in het bedrijf.”

Het zijn onzekere tijden, maar ik laat me niet afschrikken

Een echte koeienboer

Nu werkt Julianne volop mee in het bedrijf, waardoor Frieda het inmiddels wat rustiger aan kan doen. Daarnaast werkt Julianne nog twee dagen per week als inseminator voor FertiPlus uit Ruurlo, een KI-organisatie. Het is de bedoeling dat Julianne geleidelijk aan steeds meer werk van Bert en Frieda overneemt. Bert: “Ik stel me voor dat wanneer ik over een paar jaar het erf oploop, Julianne tegen me zegt: ‘Bert, zou jij dit even willen doen’.” Hiermee geeft hij aan te beseffen dat hij geleidelijk de leiding van het bedrijf zal moeten loslaten. “Dat is niet zo makkelijk. Frieda en ik hebben zo’n veertig jaar met z’n tweeën geboerd. Nu doen we het met z’n drieën, dat is wennen.” Maar dat loslaten lijkt te lukken. Al direct toen Julianne in de maatschap kwam mocht zij de fokkerij regelen: welke stier bij welke koe. Julianne: “Ik ben een echte koeienboerin. Het liefst ben ik met de dieren bezig. Trekker rijden kan ik wel, maar is niet mijn hobby.”  Bert:”Julianne is heel goed met de koeien, ze heeft er echt verstand van.”

De maten weten wat de belangrijkste succesfactor is voor samenwerking: communiceren. “Je moet elkaar de waarheid kunnen zeggen zonder boos te worden. Je moet je gewoon uitspreken als je wat dwars zit en het niet opkroppen. Dat lukt ons tot nu toe goed”, zeggen ze alle drie lachend.

Vertrouwen in de toekomst

Julianne start met boeren in een tijd dat veel bedrijven stoppen. Al het gedoe rond stikstof en de verplichte mestafzet beneemt veel boeren het perspectief. Julianne laat zich echter niet van de wijs brengen. “Het zijn inderdaad onzekere tijden, maar als je een beetje passie voor je vak hebt, laat je je niet afschrikken. Wij hebben 90 koeien plus jongvee op ruim 60 hectare grasland. Wij kunnen alle mest nu nog op eigen land kwijt. Wanneer dat in de toekomst niet meer kan, hebben we drie mogelijkheden: tegen betaling mest afzetten, grond bijhuren of een paar koeien minder houden. Het is een kwestie van rekenen wat de minst slechte optie is.”

Ook Bert en Frieda zien de toekomst met vertrouwen tegemoet. Bert: ”We hebben op het bedrijf twee woningen. Afgesproken is dat wij hier kunnen blijven wonen, ook na de overname van het bedrijf.” Die overname staat gepland voor over een jaar of vijf.

Na afloop van het gesprek zegt Bert nog: “Het is toch mooi dat hier in de Slangenburg zo’n bedrijf een nieuwe toekomst krijgt? Als Julianne hier gelukkig wordt, zijn wij het ook.”