Wandelen langs inheemsen en exoten in en om de Slangenburg

Gert Jan van ‘de Brouwer’

Haagbeuk in het Sterrenbos

Er zijn sites voor de hoogste, dikste of oudste bomen. Rondom Doetinchem zijn bijzondere bomen te vinden in de Kruisberg, het Mark Tennantplantsoen, bij villa Ruimzicht, het Jagershuis in Wehl, maar ook in onze Slangenburg. Veel bomen in parken zijn ooit uit het buitenland gehaald door verzamelaars. Te denken valt aan de Gingko, die oorspronkelijk uit China komt of de Mammoetboom, ook wel Sequoia genoemd, uit Californië. Indrukwekkend maar behalve als nestgelegenheid en als blikvanger geen toevoeging voor de natuur. Daarnaast zijn voor houtproductie snelgroeiende bomen uit het buitenland gehaald. We hebben hout nodig maar helaas zijn deze exoten voor biodiversiteit van weinig waarde en door eenzijdige aanplant ook nog plaaggevoelig. De natuur is ingesteld op inheemse bomen. In en om de inheemse zomereik leven vierhonderdvijftig insectensoorten, maar bij de Amerikaanse eik zijn dit er slechts dertien. Insecten worden gegeten door vogels en zoogdieren, waardoor de gehele fauna profiteert. In dit artikel beschrijf ik een aantal ‘ooit’ aangeplante bomen in en om de Slangenburg. Daarnaast benadruk ik het belang van de aanplant van gebiedseigen bomen. Inheemse, wilde bomen zijn ooit op eigen kracht naar Nederland gekomen. Ze zijn beter bestand tegen klimaatverandering en goed voor de biodiversiteit.

Alle bos in Nederland is aangeplant of het zijn opgekomen zaailingen van geplante bomen. In de Slangenburg zijn in het verleden voor bosbouw veel snelgroeiende exoten aangeplant door met name de familie Passmann. Te denken valt aan de Douglasspar, de Hemlockspar en de Japanse Lariks. Maar ook onze bekende kerstboom, de fijnspar, is niet inheems. Door eenzijdige beplanting is de fijnspar in de Slangenburg al massaal aangetast door de larven van de letterzetter, een schorskever die overigens zelf ook weer van oorsprong uit Azië komt. In de Haankheide zijn ooit buitenlandse zwarte dennen aangeplant. Deze lijken op onze inheemse grove den maar hebben langere naalden en bezitten grotere kegels. Naast de grove den is de Europese lariks met grijze stam inheems. Helaas is deze in de Slangenburg grotendeels verdrongen door de aangeplante Japanse lariks met een roodbruine schors.

Als laanbomen en solitaire bomen staan in de Slangenburg vooral de uit Nederland afkomstige eiken, beuken en lindes. De algemeen voorkomende inheemse zomereik is de grootste blikvanger. Aan de Slangenburgweg staat een imposant exemplaar, maar ook de Hols-eiken en de eik aan de Beneden Slinge in het verlengde van de Holdrostweg zijn groots. Omdat beuken het moeilijk hebben door klimaatverandering en grondwaterwisselingen zijn enkele beukenlanen afgelopen najaar vervangen door beplanting met zomereiken. Her en der in het bos staan ook Amerikaanse eiken en zelfs de hierop lijkende moeraseik. Bij deze laatste ook uit Amerika afkomstige boom die onder andere ook aan de Beneden Slinge aan het eind van de Holdrostweg staan, zijn de bladeren verder ingesneden. Naast beukenbossen en beukenlanen kent de Slangenburg ook lindelanen en solitaire linden in de graslanden. Dwars op de Loordijk, voorbij boerderij Hols zijn lindes naast de laan geplant. Er zijn meerdere soorten lindes zoals zomer- en winterlinde met onderlinge kruisingen die men dan Hollandse linde noemt. Zowel linde als beuk zijn gelukkig wel inheems, zodat insecten en insecteneters hiervan kunnen profiteren. In het Sterrenbos staan behalve gewone beuken de ook inheemse haagbeuken. In dit bosgedeelte blijven omgevallen bomen liggen, wat een grote biodiversiteit oplevert van insecten, vogels en paddenstoelen.

Langs wegen en waterlopen rondom de Slangenburg zijn gelukkig wel veel inheemse bomen aangeplant. Ruwe berken, zwarte elzen, knotwilgen en de gewone es zijn mooie voorbeelden. Maar vooral van populieren en esdoorns komen weer veel buitenlandse varianten voor. Plant je zelf bomen of struiken met als doel biodiversiteit, wees dan kritisch op de soort en waar het plantmateriaal vandaan komt.

zomereik Slangenburgweg


Het Ludgerpad

Toos Lenderink

Walter Rovers en Eddy Ivens waren oud-collega’s van het Ludger College in Doetinchem. Walter gaf maatschappijleer en levensbeschouwing en Eddy was docent natuurkunde. Vanuit deze school werd jaren geleden de Ludgerkring opgericht. Mensen van deze kring komen regelmatig bij elkaar om samen het gedachtegoed van Ludger uit te dragen. Eddy was als fervent wandelaar de initiatiefnemer van het Ludgerpad.

Ludger was een authentieke Fries en één van de eersten die ruim 1200 jaar geleden het christendom naar onze streek bracht. Hij kwam bij Zutphen de IJssel over en hier staat als herinnering een groot monument. Je kunt er een QR code scannen voor meer informatie. Langs de hele route van in totaal ruim 93 km, vinden we herinneringen aan Ludger, zoals kerken en kapellen, waarin vaak relikwieën worden bewaard. De route loopt van Zutphen naar Winterswijk. Verder naar Münster is het nog niet uitgewerkt. Ook in Duitsland leeft het Ludger-gedachtegoed. Hij was eerste bisschop van Münster en stierf in 809 in Billerbeck. Hij werd begraven in (Essen)-Werden, waar hij een klooster had gesticht.

Eddy, ‘de padkenner’ begon in 2008 aan zijn wandeling in de voetsporen van Ludger via allerlei plekken in de Achterhoek waar nog iets van Ludger bewaard is gebleven. Alle wegen op de route werden genoteerd. Bij privé-grondstukken benaderde hij de eigenaar om toestemming te vragen en uiteindelijk werd van de hele wandeling een boekje uitgegeven. In 2009, de 1200ste sterfdag van Ludger was het wandelpad klaar, maar zonder bewegwijzering. Om het ook voor de toekomst te behouden benaderde hij Stichting Achterhoek Toerisme. Daar was men niet direct enthousiast. Er moeten herkenningspaaltjes gemaakt en geplaatst worden en dit alles kost ook mankracht. De Ludgerkring heeft er zelf geld in gestopt, vanuit Duitsland sponsorde een oud-industrieel en de provincie heeft € 20.000 bijgedragen om dit initiatief mogelijk te maken. Nu onderhoudt Stichting Achterhoek Toerisme het pad en de contacten met onder andere grondeigenaren en Staatsbosbeheer. 

Walter, de ‘Ludgerkenner’ weet veel bijzonderheden. Hij vertelt over het Ludger College in Doetinchem. Als hij hier langs komt, rijdt hij expres langzaam om het monument te kunnen zien. Er staat een beeld van Ludger op een paard met aan de staart twee ganzen. Hierover bestaat de legende dat de boeren destijds veel last van ganzen in de weilanden hadden. Ze vroegen aan Ludger om hier iets aan te doen. Ludger heeft toen een gans bij de kop gepakt en in de grond gestoken. De andere ganzen waren daar zo van geschrokken dat ze hierna weg zijn gebleven.

In de Sint Willibrordsabdij in Slangenburg wordt een relikwie van Ludger bewaard.

Kies je de verkorte route dan kom je niet langs de abdij, maar over het Boelekeerlspad.

De hoofdroute wordt met paarse bordjes aangegeven, gele bordjes markeren een verkorte route of ommetje. Via de Achterhoek Routes app of achterhoek.nl/ludgerpad kun je de route volgen. Het boekje Ludgerpad geeft achtergrondinformatie over bezienswaardigheden, etappes en horeca onderweg. Het is te bestellen via de website van de Ludgerkring en is ook verkrijgbaar bij museum Smedekinck in Zelhem. Hier loopt de route langs, staat het Ludgerkerkje en er is een permanente expositie over Ludger. Het volgen van het Ludgerpad belooft sowieso een prachtige wandeling te worden!


Pieterpad door de Slangenburg

Joop Helmink

Het Pieterpad is bedacht, gelopen en beschreven door Toos Goorhuis-Tjalsma uit Tilburg en Bertje Jens uit Groningen. Het Pieterpad voert van Pieterburen bij de Groningse Waddenkust naar de Sint-Pietersberg bij Maastricht en heeft een lengte van ruim 500 kilometer, onderverdeeld in 26 etappes. Het is de bekendste langeafstandswandelroute van Nederland. De route is beschreven en gemarkeerd in twee richtingen Je kunt dus kiezen om van noord naar zuid te lopen of andersom.

Etappe Zelhem-Braamt

Uw verslaggever is op pad gegaan met de wandelvrienden die al menig wandeltocht in de benen hebben, o.a. de Camino naar Santiago de Compostella in Spanje. Het eerste deel van deze etappe van het Pieterpad gaat vanuit Zelhem door de Heidenhoek, IJzevoorde en de bossen van de Slangenburg naar het Onland. De complete etappe begint op de Markt in Zelhem met als eindpunt de Graaf Hendrikstraat in Braamt.

Ondernemen langs de route

Aanwonenden van deze etappe zijn zich bewust van de mogelijkheden die de vele wandelaars bieden.

Op het kruispunt Heidenhoekweg/Kolkstroeterpad hebben twee ondernemende tieners, Tess en Lott, een bankje met een picknick-koffer geplaatst, waarin een hapje en drankje voor wandelaars die hier even uitrusten. Betalen voor die versnapering is gewenst. Met de nieuwste betaalmiddelen zoals een QR-code en een mobiele telefoon kun je daar altijd aan voldoen. Op deze plek is het genieten van het prachtige uitzicht op de ‘kathedraal van de Heidenhoek’ zoals de voormalige maalderij aan de Boeyinkweg ook wel wordt genoemd, en waar nu prachtige woningen zijn gerealiseerd.

Aan de Heidenhoekweg, met het Pieterpad vlak achter de deur, vinden we B&B Boonink van het echtpaar Bas en Ilonka Boone. Ze ontvangen graag Pieterpadlopers in hun B&B en maken het de mensen naar hun zin, door ze te laten genieten van deze mooie plek en de heerlijke omgeving.

Picknickplaats van Tess en Lott met de voormalige maalderij Boeyink op de achtergrond

Kolkstroeterpad

De route voert ons over het Kolkstroeterpad, dat door een actie van de buurtbewoners gespaard is gebleven tijdens de ruilverkaveling in het jaar 2000. Het pad loopt achter langs de IJzevoordse school en buigt daarna af over de Loordijk naar de Slangenburgse bossen. Net voor we het bos in gaan vinden we rechts camping Pluk de Dag. Het is een officiële pleisterplaats aan het Pieterpad. Als wandelaar voel je je welkom op deze mooie camping, kun je even tot rust komen en eventuele blaren verzorgen. Daarna kun je weer op volle kracht de rest van het Pieterpad trotseren! 


Kasteel, landgoed en abdij

We vervolgen onze weg langs een ‘twintigste-eeuws’ landgoed, een middeleeuws kasteel en boerderijen. Landgoed De Krael, van de familie Vossers aan de Kraalslaan, geeft een bijzonder inzicht in hoe moderne architectuur is ingepast in een eeuwenoud gebied.

Bij kasteel Slangenburg aangekomen kunnen we de sfeer van hoe de landadel woonde en leefde, goed op ons laten inwerken en kunnen we bewonderen hoe mooi dit kasteel behouden is. Niet alleen voor menig Pieterpadloper, maar ook voor ons, een prachtige plek om uit te blazen.

Langs de gracht van het kasteel loopt de route door naar een mooi smal pad langs de Beneden Slinge. Een bezoek aan de Willibrordsabdij, waar de Benedictijner monniken sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw wonen in het klooster dat ze zelf hebben gebouwd op een prachtige locatie midden in de natuur, is een must. De sfeer in de kapel van de abdij is devoot en tot bezinning uitnodigend. Een kaarsje kan altijd aangestoken worden.

Het Onland

Via de Kommendijk, waar een mooie natuurbegraafplaats de moeite waard is om te bekijken, gaat de route de bossen van de Slangenburg uit en voert langs de A18. We komen via de Kloosterlaan bij uitspanning Het Onland, een eeuwenoud herberg-café-restaurant waar de trotse eigenaar van de 7e generatie, Wilfried Nijenhuis, het predicaat Koninklijk mag voeren en waar we onze tocht beëindigen.

Mooie etappe Pieterpad

Met al die ervaring van mooie tochten in exotische oorden en de bekendheid van onze eigen omgeving is de sfeer van het Pieterpad door de Slangenburg te vergelijken met de Camino. De mooie omgeving, de verrassende paden en landweggetjes die kronkelend door het landschap voeren, leverden ons dierbare herinneringen op. Wij hebben bijna negen kilometer gelopen, de route tot Braamt is nog acht kilometer. Mijn medewandelaars en ik durven als autochtone bewoners van de Slangenburg zeer chauvinistisch te beweren dat wij in Slangenburg het mooiste stuk hebben gezien van deze etappe. We nemen ons voor het vervolg van de etappe naar Braamt ook nog een keer te lopen.


Op zoek naar Klooster Bethlehem

Carel de Vries

“Misschien heeft op de plek waar ik woon, ooit de kloosterboerderij gestaan”, vertelt Angeline Brunsveld. Zij woont met haar man Berty en gezin aan de Kerkstraat in Gaanderen op de plek waar in een ver verleden een klooster met de naam Bethlehem moet hebben gestaan. In een Achterhoekse verbastering werd het ook wel Bielheim genoemd. Dan weet u nu dus ook hoe de Bielheimerbeek aan haar naam komt. Op een kaart uit 1885 (figuur 1) is te zien dat die beek voordat die in 1970 werd ‘strakgetrokken’, langs de Kerkstraat liep en een aftakking had die water toevoerde naar het grachtenstelsel rond het klooster. Langs die grachten stonden waarschijnlijk één of meerdere watermolens. Een deel van die ronde gracht is nu nog in het landschap te zien. Angeline vertelt: “Mijn moeder herinnerde zich dat na de oorlog de restanten van een gracht in het land naast onze boerderij zijn gedempt”. Waarschijnlijk is dat de aftakking die op de oude kaart nog te zien is. De grote vraag is: waar heeft het klooster precies gestaan? Het lijkt waarschijnlijk dat het binnen die oude cirkelvormige grachten heeft gelegen en dat betekent dat zowel het huis van Angeline (boerderij ‘Rekhem’) als het naastgelegen Huize Rekhem op het terrein staan van het vroegere klooster. Wellicht zijn ze zelfs gebouwd op de fundamenten daarvan. Beide gebouwen dateren van eind 18de eeuw.

Figuur 1. Kaart van 1885. Rood omcirkeld is de plek waar het klooster heeft gestaan

Van 1180 tot 1578

Klooster Bethlehem werd gesticht aan het eind van de 12de eeuw (ca. 1180) door een zekere Franco, een meester in de godgeleerdheid. Onder druk van Hendrik van Gelre, graaf van Gelre en Zutphen, stelden de Markegenoten van Doetinchem grond beschikbaar aan Franco voor de vestiging van een kloostergemeenschap. Hij bouwde er een houten kapel en enkele huizen. Wat begon als een kleine kluizenaarsgemeenschap groeide uit tot een heus klooster van zogenaamde ‘reguliere kanunniken’, die leefden volgens de regel van Augustinus. Het aantal kanunniken varieerde van vijftien tot twintig. Daarnaast was er een onbekend aantal ’conversen’, lekenbroeders die wel onderdeel uitmaakten van de kloostergemeenschap, maar geen geloften hadden afgelegd. De kanunniken deden vooral het geestelijke werk (bidden en studeren) en de conversen verrichtten hoofdzakelijk het zware dagelijkse handwerk. Al snel groeiden de bezittingen van het klooster enorm door schenkingen en aankopen van gronden, boerderijen en huizen in de wijde omtrek: in Didam, Silvolde, Neede, Keppel, Gaanderen, Doetinchem, Zevenaar, Hummelo, Warnsveld en Zelhem. Ook verkreeg het klooster allerlei privileges zoals het recht om varkens te hoeden in de bossen of om bomen te kappen op de marken. Zeer belangrijk voor de rijkdom van het klooster was ook de zeggenschap die zij kreeg over de bezittingen en inkomsten van de kerken van Doetinchem, Steenderen, Varsseveld en Doesburg. Al met al ontwikkelde Bethlehem zich tot een belangrijk en rijk klooster. Maar in de 16de eeuw ging het geleidelijk bergafwaarts. Er waren continu oorlogen en de krijgsheren deden voor de financiering daarvan een beroep op het rijke klooster. Nadat in 1568 de Tachtigjarige oorlog tegen de Spanjaarden was uitgebroken, werd het platteland zo onveilig dat de monniken in 1580 eerst naar Doetinchem en vervolgens naar Emmerik vluchtten. Het verlaten klooster werd daarna in 1587 geplunderd en volledig verwoest.

Hoe het klooster er heeft uitgezien? We weten het niet, er is geen enkele afbeelding van bewaard gebleven. Alleen de namen ‘Het Klooster’, van een nabij gelegen boerderij en de ’Kloosterlaan’, herinneren nog aan de aanwezigheid ervan. In het landschap is er, afgezien van het stukje van de gracht, niets meer te zien dat aan het klooster herinnert. Geen ruïne, niks. De stenen zijn destijds gebruikt voor het herstellen en versterken van de muren rond Doetinchem. De laatste restanten van Bethlehem bevinden zich uitsluitend nog ondergronds. En dat maakt deze plek een goudmijntje voor (amateur-)archeologen.

Publieksdag

De plek waar klooster Bethlehem heeft gestaan, is één van de belangrijkste archeologische vindplaatsen in de gemeente Doetinchem. Daarom heeft de Omgevingsdienst Achterhoek het initiatief genomen komend najaar op deze plek een archeologiedag te organiseren voor het publiek. Zij krijgt daarbij steun van de gemeente Doetinchem en het Stadsmuseum. Annemieke Lugtigheid, archeoloog, werkzaam bij de Omgevingsdienst is projectleider. “Het belooft heel interessant te worden”, aldus Annemieke. “Het gaat die dag om meedenken en meedoen. Er worden korte lezingen gegeven en er zijn rondleidingen over het terrein. Maar mensen kunnen ook zelf meedoen aan archeologisch onderzoek onder leiding van Econsultancy. Ze gaan het veld in op zoek naar sporen van het verleden. Econsultancy zal dan ook boringen verrichten en zo gaan we deze dag op zoek naar oude bakstenen, scherven, gebruiksvoorwerpen en dergelijke. Ook zullen vondsten uit het verleden tentoongesteld worden. En voor de kinderen komt er een speciaal programma. Zij kunnen spelenderwijs ontdekken hoe leuk en spannend archeologie is”, aldus Annemieke.(samen met Angeline Brunsveld op de grote foto)

Studentenonderzoek

Op de publieksdag zullen ook twee archeologiestudenten van Saxion Hogeschool uit Deventer de resultaten van hun onderzoek presenteren. Een van hen duikt het komende half jaar in de geschiedenis van het klooster. Wat was de rol van het klooster in de samenleving, welke werkzaamheden werden er verricht? Maar ook: waarom werd het klooster op deze plek gesticht en welke invloed heeft het klooster op het landschap gehad? De andere student stort zich op de grote hoeveelheid vondstenmateriaal dat door archeologen al is verzameld. Wat vertellen die ons over het dagelijks leven van de monniken, over hun werkzaamheden, hun rijkdom en hun gebruiken? 

Voor Angeline en haar gezin geeft de archeologiedag een hoop drukte rond huis. Maar dat vindt ze juist leuk. “Ik ben zelf ook erg geïnteresseerd in de historie van deze unieke plek waar ik al mijn hele leven woon. Het is toch mooi om veel mensen en vooral ook kinderen daar kennis mee te laten maken. Archeologie brengt de geschiedenis tot leven”.

De publieksdag gaat na de zomer van 2024 plaatsvinden. De exacte datum en het programma staan nog niet vast, maar in de zomereditie van de Slangenburgh-boode zullen we u daarover informeren.

Figuur 2 Nagenoeg alle gebedenboeken en bijbels van het klooster zijn verloren gegaan. Alleen dit kostbaar versierde plenarium dat de vier evangeliën omvat, bleef bewaard. Het dateert van eind 13e eeuw.
Figuur 3 In het Geldersch Archief bevinden zich nog veel zakelijke documenten van het klooster, zoals dit Charter uit 1236, dat de schenking van goederen uit Gaanderen aan het klooster beschrijft. De vier zegels zijn de ‘handtekeningen’ van de betrokken partijen

Kaart en foto’s van plenarium en Charter via Oudheidkundige vereniging Deutekom 


Het Woolschot

Hanneke van de Velde

Boerderij Het Woolschot aan de Stadsedijk in Zelhem blijkt een verrassende plekt te zijn met bijzondere mensen en activiteiten. Naast kleinschalige pianoconcerten vinden er op de sfeervol verbouwde deel ook bijzondere healingsessies met trommels, zang en vele andere instrumenten plaats. Het natuurlijk ingerichte buitenterrein biedt gelegenheid voor de oeroude ceremonies met de zweethut. Nisa van Oostveen en haar partner Koen Smit zijn de inspirerende krachten hierachter.

Een oase van rust op Het Woolschot

Drie jaar geleden zijn Nisa en Koen aan de Stadsedijk komen wonen. Een flinke verbouwing aan de boerderij heeft inmiddels plaatsgevonden. Deze biedt nu voldoende ruimte voor wonen en werken.

Ook het buitenterrein werd getransformeerd van kale grasvlakte naar sfeervol natuurterrein met een diversiteit aan planten en bomen. Deze diversiteit heeft geleid tot een soortenrijkdom aan dieren.

Reeën komen rusten in het bosgedeelte en vele vogels laten zich horen. Zo zat er afgelopen seizoen een steenuil met jongen. Ook een kerkuil en bosuil zijn gesignaleerd op het terrein. Wezels komen in de avond uit hun holletje buiten spelen en dartelen rond. De boomkikkers geven hun typische concert. Kortom een plaats om helemaal tot rust tte komen en in niets meer de kale vlakte die het drie jaar geleden nog was.

Luisterconcerten op de deel

Nisa is opgegroeid met klassieke muziek. Van jongs af aan werd er bij haar thuis muziek gemaakt. Zelf heeft ze gestudeerd aan het conservatorium van Den Haag. De manier van opleiden paste niet helemaal bij haar maar heeft er wel toe geleid dat er veel precisie en detail is in haar pianospel. Zelf was ze meer op zoek naar het echte in de muziek. Ze studeert nog steeds erg veel op haar prachtige vleugel en geniet ook intens van de schoonheid van de composities die ze speelt. Voorkeur heeft ze voor werken van Bach en Schubert. Graag deelt ze deze schoonheid met anderen en zo zijn indertijd de concerten op de boerderij ontstaan. De deel wordt dan omgetoverd tot een sfeervol concertzaaltje.

Dreamtime healing concerten

Naast het klassiek pianospel heeft Nisa nog een andere passie, nl de dreamtime healing concerten. Deze worden gegeven met een sjamanistische gong en trommels en andere bijzondere instrumenten. Een intense en fijne manier van genezing, waarbij de klanken diep in je lichaam en in je hele wezen doordringen. Er wordt niet bij gepraat en je wordt gehuld in de ceremoniële klanken van trommels, zang, didgeridoo, gong, handpan, klankschalen, mondharp, fluiten, windfluiten en bellen. Deze ceremonie is erop gericht om de ‘mind’ te stoppen.

Eeuwenoude ceremonie van de zweethut

De zweethut ceremonie is een oeroude traditie die bij veel verschillende oorspronkelijke culturen voorkwam. De meest bekende daarvan is afkomstig van de Noord-Amerikaanse Indianen.

Over de gehele wereld, van Siberië tot Zuid-Amerika en ook in Afrika zijn er verwanten van deze ceremonie aangetroffen. Deze zweetrituelen werden ingezet voor genezing. In de Arabische landen is de hamam een achterkleinkind hiervan, net zoals de sauna in Scandinavië. De rode draad door al deze ceremonies is dat het een aarde-cereminie is, een terugkeren naar de oorspronkelijke staat. Een ceremonie van wedergeboorte als kind van Moeder Aarde, verbonden met alles dat bestaat.

Nisa begeleidt dergelijke ceremonies al ruim vijfentwintig jaar. Toen ze ermee begon, vonden mensen het nog raar. Nu is het een stuk bekender en meer aanvaard.

De ceremonie

Buiten is er een groot vuur, met stenen erin die worden opgewarmd tot ze roodgloeiend zijn. De zweethut zelf is een lage koepelvormige hut, gebouwd van wilgentakken en afgedekt met dekens. Binnen in de hut, als de deur dicht is, is het volledig donker. In het midden van de zweethut, in een kuil, komen de hete stenen te liggen en de mensen zitten er in een cirkel omheen op de aarde. Er wordt water over de stenen gegoten en de warmte van de stenen verspreidt zich door de hele hut. Door aan een dergelijke ceremonie deel te nemen, kom je bij je ziel en je oorsprong. Ook hier vindt begeleiding plaats van sjamanistische muziek met trommel en gezang.

In de zweethut hangt het vol met kleurrijke gebedszakjes. Ieder zakje is gemaakt met een gebed, met de persoonlijke gebeden van de deelnemers maar ook universele gebeden voor het hele bestaan. De zakjes hangen daar in de zon en in de regen en de gebeden worden meegenomen over de wereld, verspreid door de wind, vergelijkbaar met Tibetaanse gebedsvlaggen bij tempels en bergtoppen.

Deze bijzondere activiteiten geven een opening in het bestaan en over de mogelijkheden van jou als mens in plaats van de beperkingen.

Al met al weer een inkijkje in wat er in en rond Slangenburg aan bijzondere mensen en hun activiteiten te vinden is.

zweethut

Wil je meer weten over de ceremonies en healings? Kijk op www.zweethut.nl Heb je interesse om eens een luisterconcert op de deel mee te maken, stuur dan een bericht naar nisavanoostveen@gmail.com


Marinpatchwork

Toos Lenderink

Half september was bij Kulturhus de Vos in Westendorp de Marinpatchwork tentoonstelling ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan van de winkel van Hannie Hennink-Legters. Deze duurde vier dagen en er kwamen veel enthousiaste vrouwen (slechts een enkele man liep er rond) af op de prachtige kunstwerken, de demonstraties, shows en mini-workshops. Er kwamen zelfs mensen uit Duitsland speciaal hiervoor naar Westendorp. Tijdens de uitleg van een hele stapel quilts klonk er spontaan applaus. Er waren dan ook veel verschillende werken te bewonderen van een zeer hoog niveau.

Hannie vertelt dat ze zelf al haar kleren maakte toen ze bij het naar school brengen van haar zoon Martijn iemand zag staan met een prachtige quilttas. Ze sprak de eigenaresse van die tas aan, die zelf gemaakt was door Eveline. Bij haar leerde ze de beginselen van patchwork. Ook heeft ze veel geleerd door lessen te volgen, erover te lezen, te proberen en gewoon te doen. Ze gingen samen naar Utrecht om stoffen te open en een hobby was geboren. Hannie had lieve schoonouders die zelf een bouwbedrijf hadden en haar stimuleerden. Frits Hennink zei: “Goa beginnen, wi’j helpt ow, anders we’j nooit of het gelukt zol waen”. En zo begon Hannie op 15-09-1993, op de verjaardag van haar vader met de winkel. Schoonmoeder Mien deed de boekhouding en Hannie stortte zich op de inkoop van mooie stoffen. Al vrij snel vroegen klanten aan haar of ze ook les wilde geven en zo begon ze met diverse cursussen. Dit kristalliseerde zich uit in uiteindelijk alleen nog patchwork les.

In de basiscursussen leer je met de hand of naaimachine met de stoffen te werken. Gebruik van snijmat, snijliniaal en rolmes zijn hierbij inbegrepen. Pas als je na deze cursus door wilt gaan met patchwork op de naaimachine, schaf je deze materialen zelf aan. En een doodgewone huis- tuin en keukennaaimachine voldoet! Heb je de basiscursus gedaan dan kun je kiezen voor lessen waarbij één werkstuk wordt uitgelegd. Hannie heeft het dan als voorbeeld gemaakt. Hierna kun je met het benodigde materiaal naar huis om het daar in je eigen tempo af te maken. Ook wordt er in groepsverband les gegeven.

Er zijn maar liefs zes Bee Quilt groepen. Zo’n groep komt een keer per maand bij elkaar om samen te werken. Ieder aan zijn eigen, zelf gekozen ontwerp. Het is geen les maar vooral een gezellige middag of avond en voor vragen is Hannie er.

Hannie ontwerpt elke keer haar eigen ding. Op vakantie gaan ook altijd een schetsboek en potlood mee. Zo ontstaat b.v. het blok van de maand. Na 12 maanden kunnen deze patchwork blokken dan aan elkaar gemaakt worden. Het met steekjes aan elkaar verbinden van de drie lagen: patchwork, een tussenlaag en de achterkant, heer quilten.

In de winkel (de naam Marin komt van de kinderen Martijn en Inge) heeft Hannie naast garen, knoopjes, biezen, 1000 rollen stof liggen! Ze is fan van Anni Downs, die een heel eigen genre stof ontwerpt en doet zaken met groothandels in Denemarken en Engeland. Hannie krijgt energie van haar cursisten en is trots op hun prestatie. Zeer terecht!


Straatnamen

Joop Helmink                        

Geschiedenis                

In onze Slangenburg worden straten, lanen en paden vaak genoemd naar een bekend historisch verband of kenmerk, naar personen of boerenhofstedes die aan deze weg gelegen zijn.Voordat straatnamen werden geïntroduceerd, verwezen mensen vaak naar herkenbare kenmerken in de omgeving om een adres aan te geven. Denk aan bomen, kruispunten, boerderijen of kenmerken van het landschap. Dit werkte prima in een kleinschalige gemeenschap, maar naarmate de stad en landstreek zich ontwikkelden en meer georganiseerd werden, was er behoefte aan een gestandaardiseerd systeem. In de 19e eeuw werden er stappen gezet om straatnamen in te voeren. Dit was een belangrijke verandering, want het bracht orde en duidelijkheid in de stratenplannen en wegen. Vanaf dat moment konden inwoners en bezoekers gemakkelijker adressen vinden.

Historische naamgeving in de Slangenburg

Het gebied in en rond de Slangenburg was in het verleden een onontgonnen gebied. De beken die door het gebied stroomden leverden drassige gronden die moeilijk te begaan en te bewerken waren. Vanaf de middeleeuwen zijn de gronden verder in gebruik genomen. Het drassige veengebied werd drooggelegd door menselijke handarbeid, waardoor weidegronden ontstonden en landerijen die bewerkt konden worden voor de landbouw. De bosgebieden waren in bezit van de landheren en de adel. Hierdoor kregen de lanen en paden in de volksmond een naam. In de 19e eeuw werd door de gemeente begonnen om straatnamen te benoemen en dit met een raadsbesluit vast te leggen. Vaak werd hierbij aangehouden wat in de volksmond al werd gebruikt.

Dijken

Veel straten en lanen hebben het woord dijk in de naamgeving; dit geeft aan dat deze wegen in nat gebied droog waren gelegd.De Kommendijk is afgeleid naar de zogenaamde kommen, zijnde watergaten in het veen. De Plakdijk iseen voorbeeld van een naam die in de volksmond bekend stond en relateerde aan de veenplakken die werden gewonnen uit het veengebied hier aanwezig.

Veengebied

In de omgeving van de Slangenburg was een uitgebreid gebied waar veen werd gewonnen. Namen die hieraan herinneren zijn bijvoorbeeld Turfweg, Plakhorstweg, Plakdijk, Goorstraat, Diepengoorsestraat (Goor is lage, vaak veenachtige grond), Ellegoorsestraat (Diepen en elle zijn kuilen of diepten in het veen).

Heide

In de Slangenburg waren ook uitgebreide heidegebieden. Veel namen refereren nog aan dat verloren landschap zoals Heidedijk en Stadsheidelaan (herinnert aan de gronden in de Sint-Catharinamark of stadsheide). De heidegrond werd in de volksmond den Hondebulte genoemd en was aanvankelijk eigendom van de stad Doetinchem. Distelheideweg is genoemd naar de heidedistel die in deze streek veel voorkwam.

Boerderijen en gebouwen

De Rekhemseweg is genoemd naar het naast Slangenburg gelegen buitengoed Rekhem, waar een landhuis was gelegen. Peppelmansdijk genoemd naar  boerderij Peppelman, Pinnedijk genoemd naar boerderij De Pin, Hertelerweg genoemd naar boerderij ’t Herteler, Lovinkweg genoemd naar het grondgebied De Lovink. Abdijlaan naar de abdij van de paters Benedictijnen. Akkermansweg naar de boerderij de Akkerman, Kloosterlaan verwijst naar het klooster Bethlehem.

Personen

De Steverinkstraat heette eerder Waterstraat. In het verlengde lag de Pinnedijk. De gemeente wilde één naam en stelde voor om het hele tracé Pinnedijk te noemen. De bewoners gingen daar niet mee akkoord, ze wilden de weg Westendorpseweg noemen. Deze naam was echter al vergeven en daarom stelde de gemeente voor om de weg Steverinkstraat te noemen naar het geslacht Steverink, dat woonde op de driesprong Hertelerweg Waterstraat(oud). Bultenswegnaar de familie Bulten die aan deze weg woont, Mellinkstraat genoemd naar de familie Mellink die daar woonachtig was vanaf 1766. Verschillende personen uit deze familie hebben een openbare functie gehad. Op nr. 1 aan de Pierikstraat staat het pand van de eertijds openbare school van Gaanderen. Hier woonde de familie Pierik, waarna de gemeente de Pierikstraat naar deze familie heeft genoemd.

Diverse benamingen

Terborgseweg in IJzevoorde herinnert aan de doorgaande weg die verhard werd in het begin van de vorige eeuw van Terborg naar Zelhem. Nijmansweg is de weg die naar Halle-Nijman voert. De IJzevoordseweg heet sinds 1962 zo; daarvoor heette de weg Hondebultweg naar het gebied van de stadsheide. De bewoners ergerden zich aan deze naam en hebben de gemeente daarom een verzoek gedaan tot naamswijziging. Smidstraat is genoemd naar de smidse die daar gevestigd was.

Met dank aan:

  • Ger Lieverdink van Historische Vereniging Deutekom, die mij het boek ‘Straatnamen in Doetinchem in woord en beeld’ van A. Kisman, uitleende
  • Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers
  • Toon Maas, Gaanderen

De One Trick Pony band

Toos Lenderink

Mirte, Steven, Stan

Stan Oldenhave van ’t Goor wist aan het eind van de basisschool al (mede door een leuke leerkracht) dat hij zelf later ook voor de klas wilde staan. Mooi vertellen kan hij in ieder geval al wel. Maar als hij begint over gitaren en muziek, beginnen zijn ogen pas echt te glinsteren. Dat is toch wel zijn grootste hobby.

Op 7-jarige leeftijd gaat Stan naar gitaarles bij Jacqueline Snel. Hij heeft een akoestische gitaar en leert hier vooral verschillende akkoorden en akoestische nummers. In de puberteit stopt hij met deze lessen tot hij bevriend raakt met Steven, een drummer. Door hem komt hij weer in aanraking met de muziekwereld en hij koopt zichzelf een elektrische gitaar. Al spelend blijkt hij toch meer affiniteit te hebben met een laag bromgeluid en koopt zich een basgitaar. Hiermee gaan ze samen van alles uitproberen, gewoon kijken, lekker klooien en veel oefenen. Bij de grootouders van Steven kunnen ze in een oude stal  terecht. Hij noemt het hun hok: een gezellig ingerichte ruimte met geluidsisolatie waar het drumstel permanent kan blijven staan.

Op het Ludger college werd in 2020 een bandje opgericht om te spelen bij de diploma-uitreiking. Hier werd ook Steven bij gevraagd om te drummen. Twee maanden lang werd er intensief geoefend en Stan leerde zichzelf het basgitaar spelen aan door o.a. video’s terug te kijken en via feedback van medemuzikanten. Vanwege corona werden de diploma-uitreikingen in kleinere groepen gehouden en al met al betekende dit acht keer optreden! “We vonden dit helemaal geweldig!”. Het bandje viel hierna uit elkaar maar Steven en Stan gingen samen door: het klooien in hun eigen hok beviel ze wel. Mirte, die net als Stan op Iselinge (Pabo-opleiding) zit, kwam er bij als zangeres en samen zochten ze verder naar een eigen stijl. Op dit moment speelt de band alleen nog covers, zo’n veertien nummers. Mirte speelt ook keyboard en Stan een klein beetje. Met zijn drieën vormen ze de One Trick Pony band.

De Engelse band Royal Blood heeft een nummer getiteld One Trick Pony. Dit betekent dat iets of iemand één ding goed kan en dit dan heel vaak wil herhalen. Hier komt hun naam vandaan. Het streven is om zelf nummers te gaan schrijven. Mirte was niet bekend met dit muziekgenre maar haar zangdocente ondersteunt haar bij het zingen in deze band. Steven zit op drum les. Ze nemen veel op en luisteren het dan terug. Ook hebben ze contact met andere bands en bespreken dingen; hoe doen jullie dat? “We leren van elkaar en kijken ook naar verschillende versies op YouTube. We gaan niet alleen op het gehoor af maar het moet theoretisch ook goed in elkaar zitten”. De basgitaar van Stan heeft vier snaren en is dubbel versterkt. Het klinkt dus als een basgitaar en een elektrische gitaar tegelijk. Dit geeft een vol en zwaar geluid. “In het begin speel je vooral voor jezelf, maar we zijn nu zover dat we het ook aan andere mensen willen laten horen”. Binnenkort gaan ze op een privé feestje optreden en dat is iets waar ze graag meer naar toe willen.

Op hun wekelijkse oefenavond, in de verbouwde melkstal, wordt van alles aangesloten: stekkers, kabels, versterkers, luidsprekers. Het ziet er heel professioneel uit. Allemaal de oordopjes in? Dan gaan we! Het is een genot om naar het drumspel van Steven te kijken en om te zien en te horen met hoeveel passie Stan zijn gitaar bespeelt. De zangstem van Mirte voegt hier een extra dimensie aan toe. Voor mijn gevoel ontbreekt er nog maar één ding: Ga optreden voor publiek en laat maar zien en horen wat jullie allemaal in huis hebben! Op Instagram en Facebook zijn ze te volgen. Email adres: Onetrickpony.bandinfo@gmail.com


175 jaar Haank in de Slangenburg

Joop Helmink

Landbouwmechanisatiebedrijf Haank bestaat 175 jaar. Het bedrijf is begonnen als smederij, gespecialiseerd in hoefbeslag voor paarden in de omgeving. Willem Hendriksen, voormalig directeur en vader van de huidige CEO, Loes Hendriksen, vertelt dat deze activiteit is gestart uit het boerenbedrijf van de familie Haank in de oude, verlaten school aan de Kommendijk tegenover de boerderij. 175 jaar geleden zag de wereld er heel anders uit voor het nu jubilerende bedrijf. Hoefsmeden en karrad-hoepels waren de core business. Nu is Haank een bekend, gerespecteerd mechanisatiebedrijf en een toonaangevende speler in de regionale landbouw business

De goeie ouwe tijd

Willem heeft prachtige verhalen uit de ‘goeie ouwe tijd’. Als die anekdotes  over tafel gaan, wordt duidelijk wat een cultuurschok de agrarische wereld heeft doorstaan in die 175 jaar.

Hendrikus Haank, de eerste smid, was gespecialiseerd in het smeden van hoepels voor karraden: een precies werkje want het ijzer moest zodanig krimpen om het houten karrad dat het niet te ruim zat en van het rad afliep. Generaties Haank hebben op deze manier het bedrijf gevoerd. Uitbreiding van hun activiteiten werd niet geschuwd met hoefsmeden,  paarden beslaan en smeden van gereedschap, hekwerk en ander klein smeedwerk voor het boerenbedrijf. Alles werd aangepakt.

In de jaren dertig tot ver na de oorlog ontwikkelde Haank zich meer tot een mechanisatiebedrijf en richtte zich op landbouwwerktuigen want de modernisering van het boerenbedrijf kwam op gang. Het ouderwetse smeedwerk bleef nog lang nodig. De gebroeders Haank gaven op de landbouwschool lang les in hoef smeden en paarden beslaan.

Na 125 jaar, Hendriksen aan het stuur

De huidige generatie agrariërs zal vooral de familie Hendriksen als het gezicht van Haank kennen. Haank volgde de enorme vooruitgang, de schaalvergroting en technische ontwikkelingen die de agrarische sector heeft doorgemaakt en werd in onze contreien een begrip. Willem Hendriksen kwam in 1971 in dienst van de gebroeders Haank als vertegenwoordiger. De gebroeders Haank hadden een slechte ervaring achter de rug met een verkoper. Willem kon in dienst komen voor 75 gulden per week vast loon, geen auto van de zaak en kilometervergoeding, daar deden ze niet aan. 25% van de winst kon hij extra verdienen. “Nou dan wil je wel”, aldus Willem. In 1975 heeft hij het bedrijf overgenomen,  en runt het nu al meer dan vijftig jaar. Hij heeft het tot grote bloei gebracht.

Landbouwmechanisatie

Toen de landbouwmechanisatie zijn intrede deed, is Willem hier direct op ingesprongen en heeft de mogelijkheden aangepakt om dealerschappen te bemachtigen, die nu nog steeds vertegenwoordigd worden. Het bekende trekkermerk Deutz-Fahr, de Joskin mengmesttanken en bemesters, Vicon kunstmeststrooiers en kuilvoersnijders, werden het handelsmerk van Haank.
Het importeurschap van KRONE werktuigen, met machines als schijvenmaaiers zelfrijdend Krone Big M, cirkelschudders tot 20 meter, cirkelharken tot 20 meter, opraapwagens, ronde balen- en vierkante pakkenpersen maken het assortiment groot. Voor de kenners zijn dit bekende items. De huidige innovatie van producten en productie waar de agrarische sector mee bezig is, zou wel eens een deel van de oplossing kunnen zijn voor de uitdagingen die op dit moment actueel zijn. Haank kan daar een belangrijke rol in spelen met zijn ervaring en kunde, aldus Loes Hendriksen, de huidige directeur-eigenaar.

Landbouwmechanisatiebedrijf Haank heeft door de jaren heen een belangrijke bijdrage geleverd aan de agrarische sector. Ze hebben boeren voorzien van hoogwaardige machines en apparatuur, waardoor de efficiëntie en productiviteit op boerderijen is verbeterd. Hun toewijding aan uitmuntendheid en klanttevredenheid heeft Haank de reputatie opgeleverd van een betrouwbare partner in de landbouwsector.

Loes, Dirk, Bas, Janny, Willem

Tweede generatie Hendriksen

Loes Hendriksen heeft haar vader opgevolgd in 2021. De liefde en de kennis voor het vak en de onderneming is haar met de paplepel ingegeven. Loes heeft een duidelijke visie over de toekomst. Het bedrijf en de landbouwmechanisatie met al zijn facetten blijft voor Haank de spil waarom het draait en waarin Haank nog decennialang een taak heeft. Het boerenbedrijf zal veranderen; de jonge generatie boeren is zich bewust van de verantwoording en ze vechten voor hun bestaan en erkenning van hun vakmanschap. Loes ziet dat om zich heen en ziet het bedrijf gedreven en vol vertrouwen samen met haar klanten naar het volgende jubileum 200 jaar gaan! De kennis en kunde van vader Willem en moeder Janny zijn hiervoor van onschatbare waarde.

Nieuwe ontwikkelingen

De showroom is uitgebreid met een ‘Kramp-shop’, wat inhoudt dat hier diverse kleding & schoeisel, erf- en stalgereedschap, tuin- en park gereedschap en afrasteringsmateriaal verkrijgbaar zijn. Tevens is er een uitgebreid pakket van bos-, tuin- en parkgereedschap van Husqvarna.


Leerbedrijf

Loes heeft er geen problemen mee om haar vakbekwame team op sterkte te houden. De ervaren, trouwe medewerkers worden regelmatig aangevuld met stagiaires van de vakopleiding. Regelmatig komen er studenten bij Haank na hun stageperiode in vaste dienst omdat het bedrijf aan alle tegenwoordig gestelde eisen van de moderne tijd voldoet. Het sleutelen is een belangrijke bijzaak geworden, zonder  IT-kennis krijg je de nieuwste trekker niet aan het rijden en daar is de opleiding voor deze studenten ook zeer op gericht De uitgebreide hoogwaardige werkplaats, waar met de modernste machines milieuvriendelijk wordt gewerkt is tegenwoordig een must.

Paasshow
De jaarlijkse Paasshow was dit jaar bijzonder feestelijk, niet alleen omdat het bedrijf zijn 175-jarig jubileum vierde, maar ook omdat er drie jaar geen show was geweest door Corona. De Buurt heeft haar Noaberschap laten gelden en een paar gezellige uren doorgemaakt met het groen maken en een ereboog geplaatst en daarbij de beste wensen uitgesproken. De open dagen kenmerken zich als een feestelijke en gemoedelijk reünie en een ontmoetingsplaats voor iedereen uit de landbouwsector. Boeren en loonwerkers, vaders met zonen en opa’s met hun kleinzonen vergapen zich aan de nieuwste trekkers en ander imposant werktuig. De kleine mannen mogen alvast in de trekker plaatsnemen om te proeven wat voor enorme gevaartes het zijn. Stoere verhalen en ervaringen worden ‘gemudelijk’ onder het genot van een taartje met een pilsje uitgewisseld. Voor de boerenstand is de Paasshow elk jaar een mooi verzetje.


Lichtjeswandeling

Betoverend en sfeervol

Zaterdag 17 december 2022. Met een groep familie en vrienden kwamen we iets na zessen aangereden over de Kasteellaan. In het pikkedonker dook in de verte een verkeersregelaar op. Er was nog plaats op het parkeerterrein naast het kasteel. En het was koud, heel koud! Op de gracht lag een dun laagje ijs.

Wát een plaatje! Kasteel Slangenburg uitgelicht, een verlichte kerstboom op het binnenplein, ontvangst door midwinterhoornblazers, vuurkorven en duizenden, duizenden lichtjes.

We gingen op pad, volgden het licht door het bos en kwamen al snel de eerste verrassing tegen. Een gezellig kroegje, mooi tafereeltje ook. Eén en al gezelligheid, maar helaas was er geen plaats….

Doorlopen dan maar, en we werden opgewacht door een verlicht persoon. “Ze zeggen dat jullie op zoek moeten naar een Koning, maar luister eens even héél goed! Er is hier maar één koning, en dat ben ík”. Verder op weg ontmoetten we een poortwachter, die met lei en krijt opdracht had iedereen te turven die over het bruggetje wilde. Ik weet niet hoeveel bezoekers ze heeft geturfd, het moeten er enkele honderden zijn geweest. Een engel, ook weer prachtig uitgelicht mét aureooltje, die de weg wees. Een herder. Bij het labyrint Maria die nog zwanger was en uiteindelijk de eenvoudige stal waar Jozef en Maria waren mét baby. Het kasteel zelf was óók verlicht. De verschillende kamers op de begane grond, uniek om het van deze kant zo dichtbij te kunnen zien.

Om het koetshuis heen gelopen, wachtte ons de zoveelste verrassing. Stelt u zich een Dickens-achtig kerstkoor voor tegen de achtergrond van de zijgebouwen, uitgelicht door een vuurschaal. Sfeervol, meerstemmig, loepzuiver, uit het hoofd en swingend! Verder waren er kraampjes om ook de inwendige mens te verwarmen, met poffertjes, wafels, koffie, chocolademelk etc.

De route was in het geheel omgeven door duizenden kaarsjes en lampjes. Waxinelichtjes in jam- en weckpotten, in lantaarntjes op hogere prikkers, vuurkorven en vuurschalen, lieflijke lampjes in de bomen langs de route; dat laatste vooral in de kasteeltuin.

Je merkt dat de lichtjeswandeling met heel veel liefde en aandacht wordt vormgegeven en georganiseerd. De locatie is natuurlijk fantastisch en wordt goed benut, maar dankzij de vele, vele vrijwilligers die op de been zijn, wordt het pas echt geweldig.

Wat mij betreft is de lichtjeswandeling een aanrader voor iedereen die iets actiefs wil doen in de donkere dagen voor kerst. Het kasteel en zijn omgeving op een andere manier beleven of op een mooie manier in kerstsfeer komen.

Na een goed uur wandelen en ongeveer een kwartier muziek luisteren stapten we weer in de auto naar huis. Daar vervolgden wij de negende verjaardag van onze dochter geheel in stijl met warme chocolademelk, glühwein en een taartje.

Het was klasse!

Tot volgend jaar! Dan zijn we er weer graag bij!

Marieke Salemink-van der Burg

Vriend van de Slangenburg sinds 2018