Akkerranden en houtwallen

Roel Lubbers

De Staatscourant schreef in juni 2011 dat de natuurontwikkeling op het landgoed Slangenburg ter hand genomen kon worden. ‘Het doel van het plan is ontwikkeling van vochtige en droge hei, schrale graslanden en blauwgraslanden. Hiervoor zijn diverse inrichtingsmaatregelen nodig, zoals het afplaggen van het terrein, aanleggen van poelen als voortplantingswater voor de boomkikker en begreppeling.’ Een en ander is inmiddels gebeurd. Behalve binnen de grenzen van het bos is ook van belang dat er in de randen óm het bos een en ander gebeurt.

De Wildbeheereenheden, in de verschillende delen van de Achterhoek, houden zich bezig met het patrijzenproject. De patrijs is een vogel die zo langzamerhand schaars begint te worden, terwijl het dier vroeger zo algemeen was. Moderne landbouwmethoden hebben behalve de geweldige opbrengsten ook negatieve effecten gehad. De weilanden zijn als biljartlakens effen groen. Uit economische overweging begrijpelijk, maar voor natuur en landschap een ongelukkige omstandigheid. De afname van de biodiversiteit is voor een belangrijk deel hieraan te wijten. Voor insecten is er niet veel te halen in de weilanden, waardoor ook voor insectenetende vogels voedseltekorten dreigen. Dus verdwijnen die soorten. De kruiden aan de randen van akkers en weiden boden andere vogels dekking en zaden als voedsel. Gevolg: we zien maar zelden nog patrijzen of een tapuit. De geelgors neemt af in aantal, de grauwe klauwier is uit de Achterhoek bijna verdwenen enz.

Mensen werken aan herstel van of liever, het scheppen van voorwaarden waaronder allerlei dieren weer kunnen leven. Het is natuurlijk onzin te denken dat de kleinschalige akkertjes van honderd jaar geleden, met mini-boerderijtjes en de bijbehorende armoede weer terug moeten komen. Er wordt gewerkt om langs wei-, akker-, weg- en slootkanten randen te ontwikkelen waar kruiden kunnen groeien. De heer Lettink uit IJzevoorde heeft vorig jaar 100 kg onkruidzaad verwerkt in akkerranden. Hier en daar zijn er ingezaaide kruidenstroken te zien (ik zag er 20 januari vinken, putters en ringmussen). De Wildbeheereenheid heeft een natuurbeschermingsactiviteit ontplooid. Volgens Lettink met succes: rond Zelhem zijn weer heel wat patrijzen.

Deze plannen hoeft de boer of wegbeheerder niet in alle gevallen grond te kosten. Zag je vroeger om elk paaltje naast een weiland een bosje onkruid staan, nu zijn zelfs die plekjes schoon. Voor de natuur is het allemaal te netjes. Zonder grondverlies kan men rustig wat ‘onkruid’ laten staan. Ook zogenaamde overhoekjes zijn belangrijk. Op andere plaatsen zou een boer een strook van zijn land daarvoor moeten gebruiken. Compensatie van overheidswege is dan natuurlijk noodzakelijk.

Opvallend genoeg is er tegenwoordig weer een streven om meer kruiden in de weilanden te laten groeien (“Soortenrijke weilanden doen in opbrengst (amper) onder en leveren voer met vitaminen en mineralen waar de koeien op duiken. Bijmengen met kruiden en vlinderbloemigen is dus niet alleen leuk voor weidevogels, insecten en imago.” (Boerderij, 31 januari 2019)). Zo kunnen nieuwe (of ouderwetse) inzichten voor iedereen gunstig zijn. Lettink vertelde dat er steeds meer (jonge) boeren bereid zijn dit soort ontwikkelingen te volgen.

Verwant aan het streven naar kruidenrijke weiden is herstel van houtwallen, die als leefgebied voor talloze kleine dieren (vogels, zoogdieren en insecten) een belangrijke rol spelen. In de loop der tijd zijn er vele verdwenen. Ook als verbindingszone tussen natuurgebieden, als schaduwplek voor vee zijn ze van belang. Tenslotte houden ze water vast, in deze tijden van droge zomers ook al een reden er aandacht aan te besteden.

Op 9 september verraste de Waalse overheid de wereld met een opvallend besluit. Behalve meer vorming van nieuwe natuur, moeten er ook 4.000 kilometer aan heggen en houtwallen in open gebied worden aangelegd.

Gelukkig zijn er nog wel meidoornhagen langs veldwegen. Maar wie de omgeving van de Slangenburg bekijkt, ziet hier en daar grote open velden. Vergelijk de huidige situatie eens met die van ruim honderd jaar geleden (voor de liefhebber: http://www.topotijdreis.nl/), dan vallen de reusachtige veranderingen van het land op. De tijden zijn veranderd, de ruilverkaveling is geweest, de akkers zijn groter geworden, voor de boeren is een verdienmodel noodzaak, allemaal waar, maar toch ….. ’Landschapspijn’ wordt het gevoel dat menigeen wel kent genoemd.

Hier en daar zijn al houtwallen hersteld. Er bestaan subsidieregelingen om het voor Oost-Nederland zo kenmerkende coulissenlandschap te behouden of waar mogelijk te herstellen.


Van ‘Witte Kerk’ tot ‘De Vlinder’

Van ‘Witte Kerk’ tot ‘De Vlinder’

Harry Krul

In heel Nederland komen steeds meer kerken leeg te staan. Dat is in 2012 ook met de ‘Witte Kerk’ in Gaanderen gebeurd. Gelukkig vonden Hans en Nicole Takkenkamp dat het een prachtig gebouw is en dat er heel goed een tweede bestemming voor mogelijk was! Hun dochter Mayke, die voor 24-uurszorg in aanmerking komt, wilden zij graag een eigen plek geven, maar dan wel in de buurt. Het gebouw is vanaf 2014 opgeknapt en vanbinnen omgebouwd tot zes appartementen. Vanaf september 2015 zijn ze betrokken, eerst door vier, een klein jaar later door vijf en sinds 2017 door zes jongvolwassenen. Hieronder een overzicht van alles wat er plaatsgevonden heeft van plan tot kerkbouw tot ‘Zorgappartementen De Vlinder’ nu.

Oorsprong van de ‘Witte Kerk’

In Gaanderen was al sinds 1868 een rooms-katholieke kerk, de St. Martinus. De hervormde inwoners moesten voor het volgen van vieringen uitwijken naar Doetinchem. De behoefte aan een eigen ‘lokaal’ leefde dan ook bij veel protestantse inwoners van Gaanderen. Na een vergadering in zaal Bongers aan de Rijksweg werd een vereniging opgericht met het doel een kerk te bouwen. Lid worden kon voor fl. 0,50 per jaar! Na veel vergaderen kon een stuk grond op ’de Elshof’ gekocht worden en mocht architect Ovink uit Doetinchem een ontwerp maken. Het (toen nog niet witte) protestantse kerkje aan de Hoofdstraat in Gaanderen is op 6 februari 1913 in gebruik genomen.

Het kerkje in 1938 bij het 25-jarig bestaan

In eerste instantie werd de zondagsdienst door één van de twee predikanten uit Doetinchem gehouden op de vreemde aanvangstijd van 14.30 uur. Pas toen er een hulpprediker was aangesteld, veranderde dit naar 09.30 uur.

De pastorie is pas in de zomer van 1917 betrokken, want de bouw daarvan ondervond door de Eerste Wereldoorlog enige stagnatie door gebrek aan cement! De nu voormalige pastorie is aan de buitenkant in tegenstelling tot de binnenkant weinig veranderd. Wel hebben de huidige bewoners het huis grondig gerestaureerd en geïnnoveerd, waarbij de kenmerkende elementen als de vele zes-, twaalf- en zestienruitvensters en de boven de deur aanwezige zinken dakkapel bewaard zijn gebleven!

Aan de kerk is in 1922, geïnitieerd door ds. Van Dam, een torentje met klok toegevoegd. In 1937 is een zaaltje aan de achterzijde aangebouwd met een consistoriekamer en een vergader-/zondagschoolruimte. Hier zijn nu twee van de zes appartementen.

De klok uit de toren is, als vele andere kerkklokken, in de Tweede Wereldoorlog naar Duitsland ‘verdwenen’. Er is in 1948 een nieuwe klok met het opschrift “ik gedenk de doden en ik roep de levenden” geplaatst.

Een grote verbouwing van de kerk, waardoor het huidige uiterlijk van het gebouw is ontstaan, vond plaats in 1968. Hierbij is het torentje gesloopt en vervangen door een eenvoudige klokkenstoel, de kerkzaal is verlengd en er is een balkon aangelegd. Toen is ook de hele kerk witgepleisterd, sindsdien wordt het de ‘Witte Kerk’ of het ‘Witte Kerkje’ genoemd.

Van kerk tot cultureel ontmoetingscentrum tot leegstand

In juli 2004 is de kerk, die eigendom was van de Protestantse Gemeente Doetinchem, vanwege financiële problemen verkocht aan Ciba Vastgoed. In eerste instantie werd hij voor de zondagse kerkdiensten teruggehuurd. Een beheerstichting wilde er een Cultureel Ontmoetingscentrum van maken en zorgde ervoor dat er allerlei culturele activiteiten plaatsvonden: een kledingbeurs, concerten, kerststallententoonstelling, open-atelierdagen, enz. De eigenaar vond het gebouw echter niet rendabel genoeg en dus kwam de kerk in 2012 leeg te staan en werd te koop aangeboden.

Intussen had de gemeente de kerk met tuin en pastorie in 2008 aangewezen als gemeentelijk monument, omdat ‘het ensemble van kerk en pastorie, gelegen in een historische tuin van bijzondere cultuurhistorische waarde en daarmee van algemeen belang is’. De kerk en de pastorie zijn inderdaad nog steeds blikvangers in Gaanderen; van de oorspronkelijke tuin is jammer genoeg weinig meer over, omdat de vorige eigenaar ‘de botte bijl hanteerde’. Bij de pastorie wordt weer hard aan een nieuwe tuin gewerkt en gelukkig bepaalt de prachtige bruine beuk nog steeds het aanzicht.

Een nieuwe bestemming: Zorgappartementen ‘De Vlinder’

Vooraanzicht ‘De Vlinder’

Zoals hiervoor aangegeven hebben Hans en Nicole Takkenkamp de ‘Witte Kerk’ (in juni 2014) gekocht. De verbouwde kerk biedt nu de mogelijkheid aan 6 jongvolwassenen met 24-uurszorg.

De oorspronkelijk hal is een gezellige gezamenlijke huiskamer geworden, het centrale punt. De vloer in de kerk is 80 cm verhoogd, zodat de ramen op ‘uitkijkhoogte’ zitten en er zijn in de voormalige kerkzaal vier kamers met wasruimte en in het zaaltje achter de kerk (voormalige consistoriekamer) nog twee ruime kamers met wasruimte gecreëerd. Ook is er een kantoortje annex slaapkamer voor de slaapwacht.

De jongvolwassenen die uitgekozen zijn op hun ‘bij elkaar passen’ hebben elk zijn/haar kamer op eigen wijze ingericht. Doordeweeks gaan vier van zes om 8.30 uur met de eigen bus naar Elver (Wehl), en de andere twee met ander vervoer naar een bakkerij en een zorgboerderij. Van 10.00 tot 14.00 uur is er dan geen personeel aanwezig. Om half drie komt de eerste weer terug en om half vijf is de club weer compleet. Iedere dag mag één van hen helpen koken met één van de personeelsleden. Dat vinden ze allemaal prachtig om te doen, vooral omdat ze mogen meebepalen wat er gegeten wordt. Daarvoor wordt iedere week een weekmenu vastgesteld. De avonden brengen ze door met spelletjes doen, knutselen en het zich al dan niet op hun eigen kamer terugtrekken om een filmpje te kijken of naar muziek te luisteren. ’s Woensdags gaat er eentje naar voetbal, donderdags gaan er twee dansen en vier zwemmen bij Spindo in Doetinchem, dat van alles organiseert. In de weekenden zijn er dubbele diensten, zodat er allerlei activiteiten ontplooid kunnen worden.

Zaterdagsochtends beginnen de bewoners eerst met het schoonmaken van de eigen kamer. Eén weekend per maand, een week met Kerst en een week in de zomervakantie zijn de jongeren niet in ‘De Vlinder’.

Het leven in ‘De Vlinder’ is een ‘nieuwe stap’ voor hen, zoals alle jongeren stappen in hun ontwikkeling maken. Deze stap maken is bij hen niet zo vanzelfsprekend. Gelukkig voelen zij zich hier inmiddels echt thuis met een eigen plekje, waar zij zich veilig voelen met gebruik van hun mogelijkheden en het respect voor hun beperkingen. Met ieder het eigen appartement als veilige basis. Het stimuleren en verbreden van de zelfstandigheid staat voorop. Het huis straalt warmte uit en iedereen lijkt hier op zijn plaats en te genieten!

‘De Vlinder’ is niet onopgemerkt gebleven in Gaanderen. Zo heeft Manon Sprenkeler enige jaren geleden een boekje geschreven over de ‘Witte Kerk’: “Het kerkje dat iedereen kent, maar waar niemand het hele verhaal van kent”. Mede daardoor dragen de meeste inwoners van Gaanderen ‘De Vlinder’ een warm hart toe, wat o.a. is gebleken tijdens de talloze acties voor de aanschaf van een 8/9-persoonsbus. In april 2016 was het zo ver en konden de trotse inwoners van ’De Vlinder’ met de eigen bus naar Elver en deelnemen aan allerlei uitjes. In 2018 zijn ze een midweek ermee op vakantie geweest naar een vakantiepark in Eerbeek.

Tot slot: Mocht u na het lezen van dit verhaal enthousiast zijn geworden en vrijwilliger bij ‘De Vlinder’ willen worden om eens te begeleiden bij het wandelen, fietsen of spelletjes spelen dan kunt u zich melden bij nicolehans@kpnplanet.nl


Op stap met…

René Melenberg
en plein air schilder

Karin Wensink

Wie wandelend of fietsend geniet van de Slangenburgse natuur, kan zomaar ineens René Melenberg tegen het lijf lopen. René Pleinair, zoals hij zich op zijn website noemt, schildert en plain air. Dat is een in de landschapsschilderkunst gebruikte term voor direct ter plaatse, in de vrije natuur op het doek vastleggen van het onderwerp, waarbij de nadruk ligt op spelen met het daglicht. René schildert dus buiten, het liefst elke dag.

Nu net een jaar geleden maakte ik voor het eerst kennis met de schilderkunst van René. Ik werd getroffen door het schilderij dat hij die dag maakte op begraafplaats Nutselaer. Sinds zijn vader er begraven ligt, buurt hij er graag, vertelde hij me. “Het is voor mij net zoiets als toen hij nog leefde een bakkie doen. Het is er is erg mooi en schilderachtig. Er liggen zoveel emoties en herinneringen voor veel mensen, het is een eer om daar te mogen schilderen en het maakt me dankbaar dat ik iets van die sfeer heb mogen vangen.”

In 2006 raakte René geïnspireerd door de Engelsman Jon Hall die met zijn ‘Limner’s Contract’ een jaar lang elke dag in de open lucht een schilderij maakte. Zelf ging hij ook die uitdaging aan en raakte niet meer los van het buiten schilderen. René voelt zich ook erg verwant met de Achterhoekse columnist, illustrator en schilder Piet te Lintum, die een groot aantal landschappen en dorpstaferelen schilderde in de Achterhoek. In de stijl van Te Lintum, schildert René boerenerven, landschappen en markante gebouwen.

Op zijn fiets struint hij de omgeving af, op zoek naar mooie en minder mooie plekjes. Van iedere plek is wel een schilderachtig plaatje te maken, zegt hij. In zijn camouflagekleding, achter zijn mobiele schildersezel, gaat hij vrijwel op in het decor. Met snelle hand tovert hij de eerste contouren op het board. Terwijl ik foto’s maak van zijn arbeid, constateer ik dat hij sneller schildert dan ik fotografeer. “Foto’s maken is niet nodig”, grapt hij, “ik heb het er allemaal al op staan!”

René houdt van de gesprekken onderweg. Je komt van alles tegen. Een keer schilderde hij een geit die ergens langs de kant van de weg liep. Die geit liep daar altijd. In gesprek met de eigenaresse, vroeg hij of de geit ook een naam had. “Ja”, sprak ze, “Geit!” Die Achterhoekse nuchterheid vindt hij aangenaam en wel grappig. Ook heeft hij zijn favoriete boerenadresjes, oude plekken, mensen waar hij gemoedelijk op de koffie kan. En je moet niet raar staan te kijken als hij je aanbiedt even te helpen je tuintafel in elkaar te zetten.

René heeft een groot hart voor de Nederlandse boeren en die uit Slangenburg en omgeving in het bijzonder. Hij kan zich ergeren aan de ongenuanceerde manier waarop uit linkse hoek de boer wordt weggezet als vervuilende crimineel. “Kom kijken en ga in gesprek met die boer en zie hoe goed hij omgaat met zijn vee, zijn land en de natuur.”

Op een blauwe maandag in militaire dienst na, is René zijn hele werkzame leven kunstschilder geweest. “Veel mensen zien mijn beroep als een veredelde hobby. Voor mij is het mijn dagelijks werk en af en toe is dat zelfs gewoon topsport. In de loop van de jaren ontwikkelt zich je manier van werken. Eerst schilder je wat je ziet, daarna schilder je wat je denkt te zien en tenslotte schilder je wat je wilt laten zien. Als je er 100 hebt gemaakt, heb je weer wat geleerd!” René Plenair weet met ‘eenvoudige’ penseelstreken de indruk van diepe details te wekken.


Villa d’Or

Toos Lenderink

Jarenlang lagen er buiten planken op stapels te drogen en te wachten. Het vertrouwde geluid van de zaag is verstomd. Nu liggen en staan er allerlei vreemde materialen. Hans Lettink zet het aannemersbedrijf aan de Lageweg 10 als eenmanszaak voort en Mario Vos heeft het woonhuis van Annie Lettink en de bijbehorende grote gebouwen gekocht. Want Mario kan veel ruimte gebruiken voor opslag en als werkplaats voor zijn bedrijf Villa d’ Or.

Begonnen als leerkracht van groep 7 in het basisonderwijs houdt Mario het na 2,5 jaar op school voor gezien. Het systeem verandert zodanig dat hij kiest voor een andere toekomst. Iets wat hij eigenlijk zijn hele leven doet: Als omstandigheden veranderen een andere weg inslaan! Eerst gaat hij artiesten in de muziek vertegenwoordigen: boekingen verzorgen en het management doen. Hij reist de halve wereld rond en ziet en leert veel. Maar door het downloaden daalt de cd-verkoop en zakt de markt in. Mario kijkt om zich heen, ziet mogelijkheden en start samen met een collega uit de muziek een internetbedrijf. Hij noemt het zelf gezonde nieuwsgierigheid. Wil altijd alles weten en vraagt net zolang door tot hij het weet. Zo leert hij zichzelf in de praktijk veel dingen aan.

Als zijn oude boerderij in Frankrijk, waar hij samen met vrouw Aline en kinderen woont, afbrandt, is hij alles kwijt. Hij gaat op zoek naar oude bouwmaterialen voor de herbouw van zijn huis. Bij die zoektocht ontdekt hij zoveel oud, uniek bouwmateriaal, nog bijzonder geschikt voor hergebruik, dat de ondernemer in hem weer opspeelt.

Bijzondere materialen

Gerrit van der Valk heeft ooit gezegd: Ondernemen is oren en ogen open houden en je handjes laten wapperen. Dat is Mario op het lijf geschreven. Hij koopt ‘zware brocante’ op, van bijzondere ornamenten tot grote voorwerpen van gietijzer of van mozaïek vloertegels tot waterspuwers en fonteinen, noem maar op. Soms gaat hij zelf gericht op zoek. In meerdere streken in Frankrijk en Nederland heeft hij relaties die hem attenderen op bijzonder materiaal. Op het moment worden er hier in IJzevoorde vooral gietijzeren trappen gemaakt. Verschillende traponderdelen staan opgestapeld in de grote hal. Frankrijk kent veel beroemde kunstgieterijen en daar zijn monumentale trappen te vinden. Als de vrachtwagen in Nederland volgeladen is met trappen gaat hij weer op pad: trappen leveren en bouwmaterialen inkopen. Onderweg is zijn vrouw Aline, waar hij al bijna 25 jaar mee getrouwd is, altijd bij hem, levensgroot afgebeeld op de zijkant van zijn vrachtwagen. Aline, die meer dan fulltime meewerkt in het bedrijf, woont in Frankrijk met hun 2 zoons die beide op de Middelbare School zitten. De oudste dochter studeert in Nederland.

Nu in IJzevoorde

Begonnen met opslag in een gehuurd pand in Venlo en later een ruimte in Emmeloord heeft Mario nu dit terrein met meerdere grote hallen gekocht. Hij wil er een mooi ingerichte showtuin van maken zodat de oude lantaarnpalen, de kilometerpalen, stenen troggen, geklonken spanten e.d. hun schoonheid en oorspronkelijke doel terug krijgen. Weer iets moois maken van oude materialen is zijn passie. Mario zelf zal steeds op zoek blijven gaan naar unieke dingen. Daar ligt de specialisatie van dit bedrijf. Afgelopen zomer heeft het hele gezin spullen gesorteerd en binnen op stellingen een plek gegeven. Maar er is nog erg veel werk te doen. Daarvoor zijn natuurlijk vakmensen nodig en zoekt Mario mensen die kunnen lassen en interesse hebben in oude bouwmaterialen. Info is te vinden op www.villador.com

Mario lijkt een echte Hollandse jongen. Zonder een spoortje Frans accent in zijn stem en zonder kapsones. Maar met zijn levenskunst en vrije geest is hij van binnen misschien wel Frans.

Stenen trog waarin vrouwen gezamenlijk de was deden

Klompen

Jeanette Wechgelaer

Klompenmaker is een uitstervend vak. Er zijn er niet zoveel meer van. Des te opmerkelijker is het dat Marius van Ginkel uit Soesterberg dat vak wil leren.

Samen met zijn vrouw Eugenie Plekkepoel woonde hij bij het vliegveld. Toen dat dicht ging kwam er een bestemmingsplan en het echtpaar besloot het roer om te gooien. Ze wonen sinds 1 oktober 2018 in de Achterhoek en willen als agrariërs kleinschalig ouderwets boeren. Diverse dieren zoals Jersey roodbonte koeien, paarden, pony’s, ezels, honden, katten en kippen lopen al rond op de Boerderij “de Plek” aan de Bielemansdijk 16 in Halle.

De trouwklompen van Marius

Het echtpaar kwam al vaker in de Achterhoek met een van hun paarden op de Farm- en Countryfair in Aalten. Dus ze proefden de sfeer al eens. De mentaliteit spreekt hen erg aan. Ze zijn erg goed opgenomen in de buurt. “Het is of we hier al jaren wonen. We gaan nooit meer weg”.

Marius loopt altijd op klompen. Hij is een hartstochtelijk liefhebber en is zelfs op zijn klompen getrouwd, uiteraard wel in pak. Nu moet hij het vak nog leren. Hij is in de leer bij klompenmaker Jan Boom in Scherpenzeel. Maar het is heel moeilijk om goed klompen te maken en het is nu nog een doel voor in de toekomst. Marius heeft al wat machines op het oog van een klompenmaker die is gestopt in Zijen in Drenthe. Maar ook dat is nog in een beginstadium.

Jan Boom maakt veel van de klompen die Marius en Eugenie verkopen. Dat ontstond omdat Jan het er niet meer bij kon doen. Eugenie versiert en decoreert de klompen op aanvraag en verzoek. Ze maakt ook souvenirs of geschenken van klompen. Alles wordt met de hand erop geschilderd. Een heel bewerkelijke zaak maar erg gewild. Voorlopig houden ze het alleen nog op de verkoop, het op verzoek decoreren en het maken van souvenirs van klompen.

De werkplaats van klompenmakerij Jan Boon

Ze hebben een zelfgemaakte stand met alle maten klompen en daar gaan ze mee naar markten en fairs maar ze verkopen de klompen ook aan huis aan de Bielemansdijk 16 in Halle.

Info via deplekhalle@gmail.com of tel.nr 06-22698910.


De Watertap

Foto: Gerard ter Heijne

Jeanette Wechgelaer

Op zaterdag 11 mei jl. tekende de stichting Buur maakt Natuur de nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Doetinchem en werd door wethouder Ingrid Lambregts de opening in een informele gemoedelijke sfeer verricht. Zo werd het natuurterrein De Watertap in Gaanderen officieel in gebruik genomen.

Stichting Buur maakt Natuur ontwikkelt nieuwe natuur in de gemeente Doetinchem. Deze stichting wil met natuurherstel het verlies aan oorspronkelijke dier- en plantensoorten tegengaan en nieuwe kansen bieden aan de biodiversiteit van het landschap. Dat doet de stichting met behulp van financiële bijdragen van zoveel mogelijk ‘buren’ en grotere sponsoren. Deze schenkingen maken het mogelijk om nieuwe natuur te ontwikkelen.

De inzet van BmN en de Werkgroep

De samenwerkingsovereenkomst wordt ondertekend door wethouder Ingrid Lambregts gemeente Doetinchem en Wim Beijer Stichting BmN

Gerard ter Heijne, een van de vrijwilligers van de Werkgroep Rivierduinen Gaanderen, vertelt over de totstandkoming en de ontwikkeling van het natuurgebied De Watertap en over hoe de jarenlange vrijwillige inspanning geleid heeft tot samenwerking met en tussen de diverse partijen die bij dit gebied zijn betrokken. “Wij zijn als Werkgroep Rivierduinen Gaanderen voortgekomen uit TooS (Trots op onze Streek) en deze Werkgroep had als doel de natuurontwikkeling te stimuleren en een betere aansluiting tussen de rivierduingebieden te bewerkstelligen. Daartoe heeft de Werkgroep de visie ‘Rivierduinen in Gaanderen, Behoud en Herstel’ geschreven. Door dit plan zijn de rivierduinen bij de gemeente Doetinchem meer op de kaart komen te staan. In allerlei bestemmingsplannen kwam het woord rivierduinen binnen de gemeente Doetinchem niet voor. De rivierduinen zijn uniek en belangrijk voor natuur en recreatie. De Werkgroep heeft zich daarvoor hard gemaakt.

Hoe het begon

Gerard: “Het Möllepad moest verlegd worden omdat de spoorwegovergang te gevaarlijk werd door de hogere treinsnelheden. Nu ligt onder de spoorlijn door een tunnel. De dorpsraad van Gaanderen en omwonenden hebben hierbij een grote rol gespeeld en zich daarvoor ingezet. Bij het verleggen van dit pad moest grond worden aangekocht. De grondbezitter wilde daarbij in 1 koop al zijn grond verkopen. Op dat moment kwam Buur maakt Natuur in actie. Er werd gezocht naar gelden om deze grond te kopen en B en W van de gemeente Doetinchem heeft zich daarmee akkoord verklaard”. Gerard heeft zich samen met anderen hiervoor ingezet. Hij vanuit zijn achtergrond als bioloog en zijn belangstelling voor natuur. Gerard was o.a. actief in de Vogelwerkgroep en is erop uit betere condities voor vogels te bepleiten. Binnen het project gaat zijn belangstelling vooral uit naar de natuurontwikkeling en het beheer. Dat gaat dan bij voorbeeld om subsidieaanvragen, het maken van een inrichtingsplan en het begeleiden van het grondbedrijf voor het verwijderen van de toplaag van een deel van de grond. Daarvoor was de Stichting dan wel drie jaar druk met overleg met verschillende partijen. Het vertrouwen van de gemeente Doetinchem in Buur maakt Natuur speelde daarbij een grote rol.

De levende have

“Het terrein wordt geschikt gemaakt, zegt Gerard, voor vooral de Levendbarende Hagedis die in gebieden langs de spoorlijn voorkomt. Daarnaast is er aandacht voor op of aan de grond broedende akkervogels zoals Patrijs, Geelgors, Kneu en Putter. Daarvoor blijft het grootste deel van De Watertap natuurakker met een veelheid van bloemen. Deze vormen zaden en trekken insecten aan. Er ontstaat zo een uit vele soorten samenhangend ecosysteem waarin vele planten en dieren kunnen gedijen. Dat straalt ook af op de wijdere omgeving. Er wordt geëxperimenteerd met oude en meerjarige granen. Akkeronkruiden moeten dan optimale kansen krijgen. Tevens is een bosje met oud eikenhakhout aanwezig. Hier is de Kleine Poppenroofkever gevonden die rupsen en vlinderpoppen eet. De zandloopkever, ook een roofkever, komt vooral op het Möllepad voor. De Kleine Weerschijnvlinder daar is gebonden aan de vele akkerviooltjes. En ga zo maar door. Om het project te laten slagen is het terrein uitsluitend toegankelijk voor wandelaars op het Möllepad en honden moeten aan de lijn”.

En nu verder

De Stichting Buur maakt Natuur heeft als doel landbouwgrond in natuur om te zetten. Daaraan kan iedereen meedoen. Voor zes euro kan al een vierkante meter natuur gemaakt worden. De Stichting is binnen de
gemeente Doetinchem op zoek naar een nieuw project. Op www.buurmaaktnatuur.nl kunt u zien hoe u mee kunt doen. Het gaat bij dat meedoen niet alleen om geld maar ook om persoonlijke inzet van vrijwilligers, zowel voor de organisatie als voor praktische werkzaamheden. Er worden met name vrijwilligers gezocht voor kortere
en langdurige werkzaamheden op De Watertap. Er zijn inmiddels padden overgezet en het bosje is en wordt van Amerikaanse Vogelkers ontdaan. De gemeente doet het groot onderhoud.

Als u interesse hebt om mee te doen dan kunt u zich opgeven bij Gerard ter Heijne,
E-mail: ga.terheijne@concepts.nl,
Voor informatie: tel 06 41352000.
Er volgt dan een overleg en informatiebijeenkomst.


Wijngaard de Oogsthoek

Wijngaard de Oogsthoek

Toos Lenderink

Rijdend over de Nijmansedijk zie je maïsvelden, grasland en natuurgebied. Maar ook een wijngaard die vooral aan het eind van de zomer opvalt door zijn rechte rijen druivenstruiken vol dikke blauwe en witte druiventrossen. Bij Dick en Dinie Hukker van wijngaard de Oogsthoek mogen we meekijken in hun bedrijf.

De hele zomer 2018 was het zonnig en droog. Maar net vandaag, als er eindelijk geoogst kan worden laat het weer het afweten. Niks geen Franse sfeer, maar onstuimige buien.
De vele vrijwilligers maakt het niets uit. Ze zijn er op gekleed en maken er met elkaar toch wel een vrolijke boel van. De meeste komen al jarenlang helpen en kennen elkaar.
”Schrijf maar op dat vooral de catering uitstekend is!”. Er is veel kabaal in de tot kantine omgebouwde schuur, waar de pleisters klaar liggen op tafel. Want druiventrossen worden niet geplukt maar geknipt. Dit jaar is de opbrengst groot en er wordt kritisch gekeken naar de kwaliteit. Beetje zuur? laat maar op de grond vallen.
Alleen de druiven die lekker zoet zijn komen in aanmerking voor de emmer en uiteindelijk voor de wijn. Proef maar!
Van een zijtak geknipt en het steeltje is groen? mag op de grond. Net als het onderste deel van een tros als de zijtakjes daarvan bruin zijn. Dit deel heeft niet genoeg voeding gehad en smaakt zuur. Proef maar! De ervaren plukkers weten veel te vertellen en na een paar uurtjes knippen en veel proeven heb je echt geen fruithapje meer nodig.
Gelukkig was het dit jaar te heet voor de suzuki-vlieg. Slechts een enkele druif is er mee besmet en ook die komt niet in de emmer.

Kwaliteit

Dinie Hukker bij de wijnmaker

Voordat de vrijwilligers aan de slag gaan zijn Dick en Dinie zelf de rijen al langs gelopen. Ze hebben de afgelopen maanden door trosdunning en voorselectie de mindere druiven eruit gehaald. Verder is hun vertrouwen in de vrijwilligers groot. Ze zijn maar wat blij met deze enthousiaste groep. Sommige kwamen ooit als toerist wijn kopen en boden spontaan hulp aan. Als mensen langs komen en wijn willen kopen laten ze sowieso de boel de boel en maken tijd vrij. Voor een praatje, vertellen over alle facetten van het druiven telen en wijn maken. Zelf genieten ze hier misschien nog wel het meest van! Op de achterbank van de auto, met een trailer erachter vol bakken met druiven onderweg naar de wijnmakerij in Bentelo, ligt het vervoerbewijs. Nu vervoeren we de Johaniter 2018. Het exacte gewicht wordt straks ingevuld na het wegen van de druiven. Dit papier is nodig tijdens het vervoer van de druiven maar ook bij het vervoer van de wijn volgend jaar mei als deze in de fles terugkomt.

De afzet van de flessen wijn naar de consument, wordt door Dinie verzorgd en vindt het hele jaar door plaats via slijterijen en levering aan enkele restaurants in de regio. Maar ook via winkels met streekproducten, waaronder natuurlijk de Landgoedwinkel in Slangenburg. In de zomermaanden en herfst is er ook verkoop aan huis (menigeen komt dan een flesje wijn kopen, maar vooral toeristen) wanneer de wijngaard op de vrijdag- en zaterdagmiddag geopend is. Dick en Dinie vertellen dat ze jaren geleden, tijdens vakanties naar het Moezelgebied, vaak tegen elkaar hebben gezegd: ”Wat is dit een mooi gezicht, die druivenvelden, dit zou ik ook bij ons wel willen”. Pas rond het jaar 2000 kwamen er echt goede druivenrassen op de markt, geschikt voor het Hollandse klimaat. Toen begon het serieus te kriebelen en met inlichtingen, cursussen, op verschillende plaatsen kijken en vragen naar ervaringen van anderen, besloten ze in 2003 een kleine wijngaard op te zetten. Voorheen waren Dick en Dinie fulltime boer. Na hiermee gestopt te zijn, is er letterlijk ruimte voor druiventeelt, naast de vaste baan die beiden hebben gevonden. Ze willen geen Franse wijnboer zijn, maar noemen zichzelf liever Nederlandse druiventelers. ”De wijngaard doen we samen”.
Het is al weer 16 jaar geleden dat ze onervaren begonnen met de aanschaf van de eerste 90 druivenstokken, om in de jaren erna de wijngaard te vergroten tot 900 stokken nu. Nog steeds blijft het een leerproces.

Goede verzorging

Geen één jaar is hetzelfde. In 2018 bijvoorbeeld was het erg warm en waren er praktisch geen suzuki-fruitvliegen. Ook was het toen niet nodig om tegen schimmels te spuiten. Wel worden er elk jaar naast de reguliere bemesting bladmeststoffen op de bladeren gespoten om de plant op het juiste moment wat extra voeding te geven. Goede voeding zorgt voor een sterke plant en minder kans op ziektes. De Johanniter en Solaris (wit) en Pinotin en Cabernet noir (blauw) die op het land staan aan de Nijmansedijk zijn allemaal schimmel tolerant en geschikt voor ons klimaat. De wijnopbrengst verschilt per ras en per jaar.

Diny Berendsen, één van de vrijwilligers

Bij het oprijden van het erf bij wijngaard Hof van Twente, Neerlands Wijnmakerij komt de geur van wijn en van het gistingsproces, de constante beweging, je al tegemoet. Op dit bedrijf worden druiven aangeleverd door 26 verschillende opdrachtgevers. De wijnmaker maakt hier voor ieder zijn eigen wijn. De witte druiven die nu gebracht worden gaan vrij snel in de pers. Er kan ook druivensap van gemaakt worden. Rode wijn heeft meer tijd nodig om te rijpen dan witte. Voor de wat zoetere wijnen wordt het gistingsproces eerder stopgezet. De restsuikers blijven daarbij in de wijn.
Bij droge wijnen zijn alle suikers omgezet in alcohol. Bij de wijnmakerij worden alle druiven overgedaan in andere bakken waarna ze gewogen worden. Klaar voor verdere verwerking. Er hangt hier een gemoedelijke, gastvrije sfeer. Het lijkt wel of er niet gewerkt wordt en iedereen vakantie heeft. Mensen die op het gezellige terras aan de voorkant zitten of naar de winkel komen, elkaar vriendelijk groeten en totaal geen haast lijken te hebben dragen zeker ook bij aan dit vakantiegevoel.

De eindfase

In de winter gaan Dick en Dinie nog een aantal keren terug naar Bentelo om hun eigen wijnen te proeven. Moet het nog iets anders? Misschien iets van het éne ras bij in het andere? De rode wijn nog wat zachter? Met 4 à 5 personen worden hierin keuzes gemaakt. Maar de basis voor de wijn zijn de aangeleverde druiven; daar kun je niets aan veranderen. Goede wijn wordt gemaakt in de wijngaard én door op het juiste moment, wanneer suiker- en zuurgehaltes goed zijn te oogsten. Dat dit succesvol lukt blijkt uit de vele prijzen die al gewonnen zijn in binnen- en buitenland! Maar hier praten Dick en Dinie niet over, bescheiden als ze zijn.
Het werk van de druiventeler is hiermee nog niet klaar! Dick heeft een mooie website opgezet en houdt deze bij. Samen ontwerpen ze de etiketten voor op de fles, die ook nog eens aan wisselende Europese regels moet voldoen. Alles wordt in eigen beheer gedaan. Als het blad van de stokken is gevallen staat de sapstroom stil en kan de wintersnoei beginnen. Om niets verloren te laten gaan wordt een deel van het snoeiafval gebruikt om samen met de vrijwilligers kransen van te maken. Hierbij komt de creatieve kant van Diny goed van pas. Deze prachtige creaties zijn ook te koop. De
opbrengst hiervan gaat helemaal via Samenloop voor Hoop naar het KWF.
www.wijngaarddeoogsthoek.nl


Zorgboerderij Slangenburg

Schakel in netwerk zorgbegeleiding

Jeanette Wechgelaer

En ineens was daar aan de Kommendijk 3 in de niet meer bewoonde boerderij ‘Veldhorst’, Zorgboerderij Slangenburg gehuisvest. Deze zorginstantie had voorheen een onderkomen bij de abdij maar moest door omstandigheden van plek verkassen. Op een gure namiddag in de warme keuken van de boerderij vertelt Rob Haverkate zorgwerkbegeleider, in gezelschap van zorgwerkmanager Falco Janssen over de functie van deze zorg, de verhuizing, hoe dat zo kwam, de werkzaamheden en de medewerkers.

v.l.n.r. Falco Janssen en Rob Haverkate

Een zorgboerderij is in eerste instantie een dagbestedingsproject voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Deze mensen worden door begeleidende instanties, te denken valt aan o.a. GGNet, naar een zorgboerderij doorverwezen als het in het kader van passende arbeidsmatige werkzaamheden valt. Die werkzaamheden worden gezien als een zorgmiddel. Er worden leer- en werkdoelen opgesteld die prettig en veilig zijn en bijdragen aan de ontwikkeling van de deelnemer op sociaal-emotioneel, lichamelijk en cognitief vlak. Op Zorgboerderij Slangenburg is men medewerker met
bepaalde taken en werkzaamheden. Vrijwilligers werken ook mee aan dit project evenals enkele betaalde krachten.

Werkzaamheden

De werkzaamheden die de medewerkers doen bestaan op dit moment voornamelijk uit het opknappen van de boerderij aan de Kommendijk, hovenierswerkzaamheden rondom het kasteel en de abdij, evenals hand- en spandiensten voor deze instanties en lichte bosbouw voor Staatsbosbeheer. Die lichte bosbouw bestaat uit klein houtopslag weghalen, het vrij zagen van de taluds in het trapezium (het lanenstelsel rondom het kasteel) en het omzagen van kleine bomen. Staatsbosbeheer laat op het landgoed de bosbouwwerkzaamheden op kwetsbare plekken die niet door machines kunnen worden gedaan en wel intensieve arbeidskracht vereisen, graag door de medewerkers van deze zorgboerderij verrichten. Het opknappen van de boerderij vergt kennis en kunde en deze hebben de medewerkers vanwege hun opleiding en werkervaring, zeker in huis. De verbouwingswerkzaamheden worden door de medewerkers zelf gedaan en heeft al tot prachtige resultaten geleid. Indien niet alle vakkennis aanwezig is, wordt hulp geboden door vrijwilligers. Er wordt sowieso al hulp geboden door de vrijwilligers en betaalde krachten door middel van begeleiding en/of facilitering van benodigdheden.

Financiering

De financiering van deze zorg kwam eerst voor rekening van langdurige zorg, maar gaat nu via de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Er is een transparante bedrijfsvoering, er moet Europees worden aanbesteed en er wordt werk gedaan voor externe partijen zonder winstoogmerk. Met Staatsbosbeheer is een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De zorgboerderij wordt gezien als een schakel in het netwerk van de zorg. Er werken momenteel vijftien deelnemers, twee vrijwilligers en vier betaalde krachten op Zorgboerderij Slangenburg.

Verhuizing

De reden van de verhuizing naar de Kommendijk is de steedsomvangrijker wordende organisatie. Er kwamen steeds meer medewerkers en men kon de stilte op het abdijterrein nietmeer waarborgen. Bovendien wilde de abdij gaan uitbreidenen verbouwen, waardoor de ruimte van de zorgboerderijvrij moest worden gemaakt. Er is in alle gemoedelijkheid enrust afscheid van elkaar genomen en Zorgboerderij Slangenburg kan zich nu geen betere plek wensen. De groente- en moestuin bij de abdij zal daar in eerste instantie nog blijven en wordt bijgehouden door de medewerkers van de zorgboerderij. De producten worden gratis aan de Voedselbanken de Mini Manna in Doetinchem ter beschikking gesteld.Dit kleinschalige project is door de Stichting VriendentuinAchterhoek opgezet en dertien zorgboerderijen verspreidover de hele Achterhoek werken daarin samen.

Distelheide

Aan het werk

Een andere tak van werkzaamheden betreft het Natuurkampeerterrein Distelheide, door de boerderij gehuurd van Staatsbosbeheer. De medewerkers runnen dit terrein ‘in eigen beheer’, dat wil zeggen ze regelen alles zelf: van schoonmaak toiletten, tot het maaien van het gras en het schoonhouden van het terrein. De verkoop van gekloofd hout aan particulieren wordt al jaren gedaan. Dit hout is vrij recent gekapt en natuurlijk nu nog niet gedroogd maar kan al wel verkocht worden. Het hout kan worden besteld via telefoonnummer 06 84318684.

Feest

Hertjes voeren

Omdat de verhuizing vrij plotseling plaatsvond, het was al wel lang bekend dat er verhuisd moest worden maar niet waarheen, heeft een goede kennismaking met de buurt nog niet plaatsgevonden maar als alles op orde is staat er volgens goed Noaberschap een fijne en gezellige kennismaking op stapel. En te zijner tijd zal er dan ook een Open Dag worden georganiseerd. Dat ligt allemaal in de planning maar eerst willen de medewerkers en hun begeleiders alles op orde hebben en zo te horen en te zien gaat dat op een fantastische manier lukken. Voor meer informatie: www.zorgboerderijslangenburg.nl



Galerie/beeldentuin de Hulenhof

Toos Lenderink

Aan de Brunsveldweg, in het buitengebied van Zelhem is sinds 2018 de Hulenhof gevestigd. Bewoners Piet Pasma en Peter Ringens bieden exposanten uit Nederland en Duitsland de gelegenheid hun kunstwerken hier ten toon te stellen. Zowel binnen als buiten kijk je je ogen uit. Wat een variatie aan verschillende kunstwerken, wat een kleuren en wat een diversiteit aan materiaal is hiervoor gebruikt.

De verbouwde deel van boerderij ‘De Lettink’ leent zich uitstekend voor een expositie. Net als het erf en de bijgebouwen. Een groot deel van het perceel wordt omzoomd door een prachtige meidoorn vlechtheg. De fiets kan gestald worden bij een zee van goudgele bloemen. Zomer 2018 vertelt gastheer Piet terwijl hij nog druk bezig is planten water te geven, over de galerie en geeft hij een verklaring voor de naam Hulenhof. “In de schuur zit een nest van de kerkuil en in de notenboom een nest van de steenuil. Het Middelnederlandse woord voor uil is hule. Vandaar de naam Hulenhof”.

Binnen zijn voorwerpen van porselein, textiel, acryl, gaas, polyester, draad, papier, glas, aluminium, steen, brons en keramiek te bewonderen. Er is een grote diversiteit aan objecten. Duidelijk gemaakt door vakmensen. Onder de indruk van het vele moois binnen, nu een rondje op het erf en in de tuin. Hier zijn de kunstvoorwerpen mooi in de omgeving opgenomen. De kunstenaars zoeken in eerste instantie zelf een geschikt plekje uit: waar komt dit object het beste tot zijn recht? Soms wordt er later toch iets in de opstelling gewijzigd. In de tuin moet er balans zijn tussen tuin en kunst. In een klein stenen huisje op het erf is plaats voor een intiemere expositie.

Een aantal kunstenaars exposeerde in het verleden bij Galerie de Stegge in Winterswijk van het bevriende echtpaar Els en Jan Stevens. Toen zij ermee gingen stoppen kwam bij Piet en Peter geleidelijk de wens om het idee van een beeldentuin voort te zetten op hun eigen terrein. Een aantal kunstenaars dat bij De Stegge exposeerde is meegekomen, anderen zijn door Piet en Peter zelf uitgezocht of via bevriende kunstenaars naar de Hulenhof gekomen. De Hulenhof zit nog in een beginfase, vertelt Piet die een geboren verteller is, reden om ook beginnende kunstenaars een kans te geven, maar kwaliteit blijft een vereiste. Met kunst is het net als met een nieuwe outfit, een mooi bloemstuk, sieraad of vakantiereis: Je kijkt met andere ogen, het kan je raken en laat soms een blijvende indruk achter.

“Kunst werkt louterend voor de volksgezondheid”
(Bas Bloem, neuroloog, Gelderlander 28-12-2018)

De Hulenhof is een heel mooie plek om te bezoeken voor mensen die geïnteresseerd zijn in of nieuwsgierig zijn naar kunst
Op donderdag t/m zondag van 13.00 tot 17.00 uur. Entree € 4,00.

De foto’s bij dit artikel zijn uit de collectie van 2018.
De Hulenhof,Brunsveldweg 2
7021 JH Zelhem
tel 06-10211745
www.dehulenhof.nl


De droge zomer van 2018

Susan Zweers

De Achterhoek was afgelopen zomer een van de droogste gebieden in Nederland. Het klimaat verandert. Vooral de natuur, de landbouw en de waterbeheerder hebben hier last van. Om te weten hoe deze droge zomer op landgoed Slangenburg wordt ervaren, sprak ik met boswachter Jan Oortgiesen van Staatsbosbeheer en melkveehouder Henk Oldenhave.

Natuur

Heidehoekse vloed Zelhem

Jan Oortgiesen heeft de droge zomer van 1976 niet meegemaakt bij Staatsbosbeheer, maar hij heeft de poelen bij het kasteel nog nooit zo droog zien staan. Gelukkig zijn er geen natuurbranden geweest. De jonge laanbomen hebben extra waterverzorging gehad.
De meeste zorgen heeft Jan om de eiken- en beukenbomen. De eerste tekenen van verdroging zijn zichtbaar. De eindknoppen zijn minder ontwikkeld. Daarom verwacht hij dat komend seizoen minder of kleiner blad aan de bomen zit, waardoor de groei ook minder zal zijn. Tot nu toe zijn er geen bomen dood gegaan maar het herstellend vermogen van de eik en beuk is matig en die van de berken slecht. De lijsterbes, hazelaar en els komen deze droogte wel te boven. De droogte heeft ook een positief gevolg. Vooral voor de poelen in de Heidehoekse vloed.

Het aantal boomkikkers was de laatste jaren aan het afnemen. In de poelen zaten namelijk vissen die de kikkereitjes opaten. De droogte heeft er voor gezorgd dat de vissen weggevangen konden worden. Vervolgens zijn deze poelen verondiept door op de waterbodem extra grond aan te brengen, zodat de poelen niet meer geschikt zijn voor vissen maar wel voor de boomkikker en andere amfibieën, precies zoals het bedoeld was!

Landbouw

Gedreven vertelt vakman Henk Oldenhave over zijn melkveebedrijf.
De helft van zijn land ligt bij de boerderij op goede leemhoudende grond. De andere helft ligt verder van huis op hogere droge grond. Hijzelf heeft 1976 niet als boer meegemaakt maar zijn vader wel. Zes jaar geleden heeft Henk de knoop doorgehakt en zijn beregeningsapparatuur weggedaan. Hierover heeft hij goed nagedacht. De helft van het land, de veldkavels, kan hij niet beregenen, het is arbeidsintensief en zijn bedrijf zit vrij dicht bij bebouwing.
Ondanks dat het huisperceel uit betere leemhoudende grond bestaat, hebben de afgelopen zomer de melkkoeien en het jongvee twee maanden op stal gestaan. Een deel van de wintervoorraad moest gebruikt worden, maar doordat deze van goede kwaliteit was heeft Henk weinig in de melkproductie gemerkt. Bij de mais was de kwantiteit zozo en de kwaliteit was gewoon slecht doordat de kolf ontbrak. Ondanks de hitte hebben de koeien van Henk het goed gedaan. Naast de koeien op stal houden heeft Henk de weide buiten het huisperceel ook nog een extra boost gegeven met doorzaaien en extra bemesting. Zo hoopt hij ook de onkruiden weg te houden. Gedurende de zomer denk je dat de natuur zich wel zal herstellen, maar dat gebeurt tot nu toe niet. Normaal staat rond deze tijd het water tot boven in de sloot, nu is dat halverwege. Komt er nog wel een groen voorjaar?

Waterbeheer

grafiek neerslagtekort

Gespecialiseerd in het voorkomen van wateroverlast, heeft het Waterschap Rijn en IJssel nu alle zeilen bij moeten zetten om de overlast door de extreme droogte te beperken.Een maat voor droogte is het neerslagtekort. Er verdampt meer water dan er met regen bijkomt. In de grafiek is goed te zien dat er steeds te weinig water bijgekomen is. Het grondwater is nog niet voldoende aangevuld. Dat betekent dat de waterbuffer in het voorjaar eerder opraakt.

Maatregelen

De kleppen van stuwen zijn als eerste omhoog gezet, zodat er geen water uit het gebied stroomt. Zolang het niet regende en de watergangen verder opdroogden, kon alleen nog dode vis geruimd worden.
Om in de toekomst het water lokaal beter vast te houden stelt sinds kort het Waterschap duikerafsluiters beschikbaar aan terreineigenaren. Het is een soort ballon die je in een duiker kunt opblazen zodat het water niet uit het gebied wegloopt. Wanneer er genoeg water in de sloot is kun je de ballon weer laten leeglopen.
Vind je het leuk om de diverse metingen en achtergrondinformatie over het water te volgen, kijk dan eens op de site van Waterschap Rijn en IJssel: www.wrij.nl/thema/actueel/projecten/duikerafsluiters.