Jan Berends
Na zware gevechten in Normandië hadden gehavende Duitse pantsertroepen van het tweede SS Panzerkorps in augustus 1944 zich teruggetrokken en op de Veluwe en op Slangenburg een plaats gevonden om zich te hergroeperen. Dit alles onder de grootste geheimhouding.
Van deze tiende Panzer Division Frunsberg (op Slangenburg) en de negende Hohenstauffen Division (op de Veluwe) onder generaal majoor W. Bittrich was het hoofdkwartier op kasteel Slangenburg gevestigd.
Hoewel de Duitsers rekening hielden met mogelijke luchtlandingen bij Arnhem verwachtten ze niet, dat deze voor het einde van de maand september zouden plaatsvinden. De landingen van zondag 17 september waren dan ook een grote verrassing. Ook veldmaarschalk Walther Model werd in zijn hoofdkwartier Hartenstein in Oosterbeek verrast door de neerdalende Airbornes en spoedde zich naar de Achterhoek. Vanuit Slangenburg zouden de tegenaanvallen bij Arnhem en Oosterbeek worden geleid.
De Oberkommandatur werd, beschermd door een onderdeel, ondergebracht in de bijgebouwen van het kasteel en er was een deel van de soldaten gelegerd in de Stadsheideschool tegenover het hervormde kerkje. In de lanen werden ruimtes gegraven om tanks en geschut te verbergen voor waarnemers vanuit de lucht. Onder camouflagenetten stonden luchtdoelkanonnen op het voorplein van het kasteel en op weilanden rondom. Het veiligheidscordon lag ruim vijfhonderd meter rond het kasteel en werd streng bewaakt.
Door de ondergrondse waren al deze maatregelen ook opgemerkt en onder levensgevaarlijke omstandigheden werden alle mogelijke inlichtingen verzameld, waaruit geconcludeerd kon worden, dat op het kasteel zich een hoofdkwartier bevond. Toch werden deze inlichtingen door de geallieerden niet geloofd. In hun optiek bestonden deze pantserdivisies niet meer. Hoewel de pantserdivisies gehavend waren, vormden ze tegenover de geallieerde troepen een geduchte tegenstander, waardoor de veel lichter bewapende soldaten zich moesten terugtrekken en het belangrijkste doel van de operatie Market Garden, het veroveren van de kanaal- en rivierbruggen over Maas, Waal en Rijn jammerlijk mislukte en het einde van de oorlog nog maanden op zich liet wachten.
Was de Slag om Arnhem een succes voor de geallieerden geworden, het had ongelofelijke ellende bespaard: de vele doden bij de nog geleverde gevechten, die nog volgden, het westen van het land had de vreselijke hongerwinter niet gekend en de steeds toenemende terreur tegen de bevolking en de laatste transporten van de joden naar de vernietigingskampen hadden niet meer plaatsgevonden.
Het kasteel stond en staat nog fier in de Slangenburgse bossen. Als de geallieerden geloof hadden gehecht aan de zo moeilijk verkregen inlichtingen van het verzet, was met grote zekerheid kasteel en omgeving prooi geworden van een Engels bombardement op dit Duitse hoofdkwartier en net als bijvoorbeeld de Doornenburg grondig verwoest.
Zo ziet men, in de geschiedenis kan alles vreemd verlopen, het hangt af van kleinigheden.
Verkorte versie van ‘Gerard W. Velhorst, Oberkommando Slangenburg werd para’s bij Arnhem fataal’ uit Kronyck van Deutekom,nummer 101, blz. 10. De uitgebreide versie is verschenen in de Slangenburgh-boode van maart 2014