Recreatie op Slangenburg in de eerste helft van de 20e eeuw

Jan Berends

Het thema recreatie in dit nummer geeft aanleiding om eens in oude foto’s te grasduinen en dan vooral uit het familiebezit van de familie Passmann.

Hoe vermaakte de familie zich op en rond het huis, dat met het landgoed in 1895 door Herr Kommerzienrat Arnold Passmann (1850-1919) was gekocht? Deze koop was ongezien en uit speculatieve overwegingen. Arnold Passmann was groothouthandelaar en was sterk geïnteresseerd in de voorraad hout die het landgoed zou opleveren. Hij was zo verrast door het prachtige landgoed en het fraaie kasteel, dat hij besloot het geheel te beheren en liet dit vastleggen zodat geen delen konden worden verkocht waardoor mogelijk de eenheid zou worden verstoord.

Het huis werd niet permanent bewoond, maar bij allerlei feestdagen, verjaardagen en vakanties veelvuldig gebruikt.

Niet alleen bij feestelijke gelegenheden, maar ook bij droevige gebeurtenissen, waarbij een gestorven familielid op de familiebegraafplaats werd bijgezet. In deze periode waren dat vijf personen en na 1950 nog twee urnengraven met in totaal vier personen.

Maar nu kijken we naar de wat meer plezierige tijden en zien we tal van activiteiten rond het kasteel, waarvan de foto’s komen uit de verzameling van de familie Passmann en de Sint Willibrordsabdij.

Het thema recreatie in dit nummer geeft aanleiding om eens in oude foto’s te grasduinen en dan vooral uit het familiebezit van de familie Passmann.

Hoe vermaakte de familie zich op en rond het huis, dat met het landgoed in 1895 door Herr Kommerzienrat Arnold Passmann (1850-1919) was gekocht? Deze koop was ongezien en uit speculatieve overwegingen. Arnold Passmann was groothouthandelaar en was sterk geïnteresseerd in de voorraad hout die het landgoed zou opleveren. Hij was zo verrast door het prachtige landgoed en het fraaie kasteel, dat hij besloot het geheel te beheren en liet dit vastleggen zodat geen delen konden worden verkocht waardoor mogelijk de eenheid zou worden verstoord.

Het huis werd niet permanent bewoond, maar bij allerlei feestdagen, verjaardagen en vakanties veelvuldig gebruikt.

Niet alleen bij feestelijke gelegenheden, maar ook bij droevige gebeurtenissen, waarbij een gestorven familielid op de familiebegraafplaats werd bijgezet. In deze periode waren dat vijf personen en na 1950 nog twee urnengraven met in totaal vier personen.

Maar nu kijken we naar de wat meer plezierige tijden en zien we tal van activiteiten rond het kasteel, waarvan de foto’s komen uit de verzameling van de familie Passmann en de Sint Willibrordsabdij.


“Het verhaal van Rinie heeft altijd in mijn hoofd gewoond”

Jeanette Wechgelaer

Op een regenachtige middag ontmoet ik een zeer in mensen geïnteresseerde Joost Engelberts in het Zondagsschooltje aan de Goorstraat. Hij is daar voor filmopnamen. Dat zijn belangstelling voor mensen groot is blijkt uit de interesse die hij aan de dag legt voor de Slangenburgh-boode met haar verhalen over de bewoners van deze streek. Joost is regisseur en producent. Hij woont in Amsterdam en heeft twee jonge kinderen. Ik spreek met hem over de vijfdelige podcastserie Onland waarin de moord op Rinie Weelheesen uitgebreid aan de orde komt.

Op de vraag wat hem ertoe bracht de podcast over Rinie Wielheesen te maken antwoordt hij: “Ik luister heel veel naar podcasts en ik vind het een schitterend medium, maar ik had er nog nooit een gemaakt. Je komt nooit dichter bij het hoofd van de mensen dan hierbij, net als in een hoorspel. Podcast luister ik heel vaak bij het afwassen of een stukje lopen. En daarbij denk ik dat de moord op Rinie altijd wel in mijn hoofd heeft gewoond.

Wat ik zo verschrikkelijk vond is dat zo’n moord veroorzaakt dat de desbetreffende persoon alleen maar contouren heeft, geen kleur meer heeft, platgeslagen is, de diepte eruit is. Je hoort alleen nog maar als je aan Rinie denkt, het meest gruwelijke dat je je kunt bedenken. En dat vond ik zo oneerlijk. Dus ik heb in mijn achterhoofd gehad of ik iets kon vinden om iemand die zoiets verschrikkelijks is aangedaan, die bij mij in de buurt heeft gewoond maar die ik nooit heb gekend, of ik die wat meer personage kon geven. Stel je toch eens voor dat dat zou lukken…… En nu aan het eind denk ik dat dat goed gelukt is. Ze woont in mijn hoofd, ik denk elke dag aan haar, ze is veel meer geworden dan een vaag omlijnde figuur. Ik voel haar gemis heel goed, ik voel wat zij heeft betekend in de korte tijd dat ze hier was, wat het gemis aan haar heeft betekend voor zoveel mensen, ik weet hoe erg er naar haar verlangd wordt en dat maakt haar wie zij is”.

Het heeft je wel al die tijd beziggehouden?

“Ik dacht dat ik nooit iemand er iets over vertelde maar een vriendin zei dat ik dat al zo vaak had verteld. Daar was ik erg verbaasd over omdat ik juist dacht dat ik het erg bij me hield maar blijkbaar was dat niet zo. Het zit in mijn hoofd. Het is heel erg bijzonder dat ik de kans kreeg dit verhaal te maken. Ik ben televisiemaker en ik heb heel veel gereisd voor mijn werk, maar ik heb nog nooit zo’n reis naar mijn eigen huis gemaakt. Dat vond ik bijzonder. Terug in de tijd te mogen en naar de mensen en het gebied terug te gaan. Dit gebied heeft mij ook gevormd. Ik was nog maar drie jaar toen het gebeurde. Ik denk zonder overdrijven dat het wel een kras is gebleven op mijn leven. Je denkt dat alles veilig is en dat kun je dan niet rijmen met zo’n gebeurtenis. In een omgeving waar je alles vertrouwt en waar eigenlijk ook niets gebeurt”.

Er is 100.000 keer naar jouw podcast geluisterd. Zijn er ook vervelende reacties geweest?

“Ja, één reactie hoewel die ook niet echt vervelend was. Iemand per email, hij woont hier in de buurt, vond mij een westerling die de Achterhoekers de maat kwam nemen. En maar even hier naar toe kwam om te zeggen hoe het allemaal zat. Ik moest wel weten dat ik voor hetzelfde geld een haatcampagne tegen de abdij zou veroorzaken en dat men dan de boel in de fik zou steken. Ik schreef daarop terug dat hij dan wel een lage dunk van de mensen hier had. Die zijn daartoe echt niet zomaar bereid en in staat. Ik heb verder niet met hem gecorrespondeerd”.

Wat vind je ervan dat mensen zich afvroegen of je dit wel moest doen?

“Dat snap ik zo goed. Het moeilijkste stuk van dit verhaal maken was dat ik het eerste half jaar dacht: waarom ben ik hieraan begonnen, wat geeft mij het recht dit te doen, dit verdriet is van iemand anders wat moet ik hier eigenlijk mee? Die vraag werd mij steeds gesteld en ik vond het een supermoeilijke vraag om te beantwoorden. Ik had daarover een discussie met de voor mij belangrijkste mensen, mijn familie want die woont hier. Voor mij was het inderdaad gemakkelijk praten, ik woon in Amsterdam en niemand daar kijkt mij erop aan, maar mijn familieleden wonen in deze gemeenschap en ik voel verantwoordelijkheid naar hen toe. Zij hebben ook gezegd waarom zou je het doen? En toen is er een discussie geweest waarbij een interessante vraag naar voren kwam: is degene die het nauwst bij een gebeurtenis betrokken is, de eigenaar van de vertelling van die gebeurtenis of is dat niet zo? Dat vond ik een heel interessant gesprek en daar waren verschillende meningen over. Uiteindelijk kan ik niet anders zeggen dan dat het verhaal mij bij de hand heeft genomen en zich aan mij heeft verteld. Het is voor het eerst in mijn leven dat dit gebeurd is. In dit geval was het bijna zo dat het verhaal aan mijn deur klopte, mij aan de hand nam en zei je moet hierheen. Het verhaal heeft zichzelf verteld. Dat is geen excuus hoor. Heel vaak heb ik het gevoel gehad dat ik iets onbehoorlijks deed. Ja”.

Hebben de luisteraars voor deze podcast moeten betalen?

“Nee een podcast levert niets op. Ik kreeg een budget dat amper toereikend was om de onkosten te betalen. Het is echt liefdewerk oud papier”.

Stel er komt een doorbraak en de moord wordt opgelost. Wat dan?

“Ik heb een afsluiting gemaakt (vijfde en laatste deel, JW) waarin ik zeg dat ik een postbusje plaats en daarin kunnen berichten worden gezet. Die berichten neem ik heel serieus en ik heb met Gerrie, de zus van Rinie, afgesproken dat wij het even laten rusten, maar dat ik ze ga verzamelen en dat ik daar zorgvuldig mee omga. Als er een oplossing komt zou dat fantastisch zijn. Dat is denk ik voor Gerrie en haar familie het belangrijkste. Dan zal ik dat zeker vertellen en een extra uitzending maken want er is nog heel veel te vertellen. Het verhaal is niet klaar, het is nooit klaar”.

Een documentaire?

“Ik vind dit bij uitstek geschikt als een luisterverhaal. Nu heb je de mogelijkheden mee te gaan in het verhaal. Het is goed zo”.


Paardenpension ‘De Lange Wilm’

Toos Lenderink

Als ik aan kom fietsen, is Annet nog bezig met de kruiwagen mest uit de wei te halen. Dit is een dagelijks terugkerend karwei vertelt ze verderop in ons gesprek. Het is één van de eerste zonnige dagen dit jaar en we gaan lekker buiten aan de picknicktafel zitten. Annet is blij dat de stal aan de Nijmansweg zo mooi gelegen is: de weg oversteken en je bent op het ruiterpad van landgoed Slangenburg.

‘De Lange Wilm’ doet het onderhoud aan de 11,5 km lange gemarkeerde ruiterroute. Zowel ruiters als aangespannen wagens kunnen hier gebruik van maken. In de Haankheide zijn meer paden voor ruiters gekomen en rondom het kasteel hebben de wandelpaden extra aandacht gekregen. Bij de parkeerplaats van het kasteel staat een informatiebord waarop verwezen wordt naar het startpunt van de ruiterroute, hier bij ‘De Lange Wilm’. Het beleid van Staatsbosbeheer is erop gericht dat zowel ruiters en menners als wandelaars kunnen genieten van het bos. In de nieuwe bosaanplant worden ook extra wandelpaden aangelegd. Niet alleen het recreatieplezier voor al deze bezoekers, maar ook de veiligheid is gebaat bij gescheiden gebruik.

Historie

Voorheen was hier een mengveebedrijf, gerund door de ouders van Annet: Han en Willemien Woolschot. Maar toen de moeder van Annet al jong overleed moest vader Han een keuze maken: hij ging verder in de paarden, met o.a. het africhten. Dit was niet alleen zijn lust en leven, maar paarden zijn ook de passie van Annet. Annet en partner Robert Wielheesen hebben het bedrijf overgenomen van vader Han. Na het overlijden van Han is Annet zich vooral gaan richten op het paardenpension. Dit was altijd al een droom van haar: zich proberen te verplaatsen in de eigenaar van het paard en de paarden die bij haar verblijven, verzorgen alsof ze van haar zelf zijn.

Er staan momenteel 28 paarden op stal en hier heeft ze een dagtaak aan. Gelukkig helpt Robert ’s avonds en in het weekend mee met hooi voeren en is hij haar steun en toeverlaat. De eigenaren van de paarden wonen vaak in een dorp of stad in de buurt en hebben zelf geen plek bij huis. De paarden gaan elke dag naar buiten, het hele jaar door. Behalve op zondag; dan proberen Annet en Robert zelf een vrije dag te houden.

Vaak komen de eigenaren als ze met hun paard op pad gaan ook even een praatje maken. Die contacten met “eigen mensen” zijn fijn en als haar inzet wordt gewaardeerd doet dat goed. Alle paarden hebben een eigen wei om blessures te voorkomen. Ze kunnen wel bij elkaar komen om te neuzen: goed voor het sociale contact! Er wordt veel service geboden en meerdere paarden zijn al langer dan 15 jaar hier in pension! Er is weinig verloop. Behalve deze “eigen mensen” komen er ook paardenbezitters het erf op alleen om de auto en trailer te parkeren en van hieruit een rit te maken.

Om met paarden om te kunnen gaan “Mo’j de peerdentaal leren kennen”

Annet legt uit dat je een paard leert kennen door het te observeren. En je moet de leider zijn! Vroeger werden paarden gehouden voor het werk, dat waren meestal gewillige paarden. Nu wordt er meer gefokt op mooi uiterlijk en een pittig en trots karakter. Dat vereist goed leiderschap. In sommige streken is een landelijke ruiterpas vereist of is het verplicht om een mestzak aan te hangen. Op veel stranden wordt zo voorkomen dat paardenpoep op de grond valt.

De mensen die hun paard bij ‘De Lange Wilm’ op stal hebben staan vormen een prettig gemêleerde groep. Paard en eigenaar moeten een goede eenheid vormen. Ook wandelen of fietsen met je paard is heerlijk om te doen. De paardenhouders zijn vaak verbaasd over de rust en stilte die hier heersen.

Annet verwent Collin met brokjes

Annet zorgt er voor dat alle paarden twee keer per dag brokken krijgen, drie keer per dag hooi en dat de drinkbakken schoon blijven. In het voorjaar is er altijd extra werk: de stallen worden schoon gespoten, de weides moeten gesleept worden, etc. Om een goed gevoel te kunnen houden bij je werk moet het niet te veel worden. Ze gaat het les geven daarom afbouwen. Ze voelt het als een grote verantwoordelijkheid om goed voor de dieren te zorgen en houdt er eveneens van dat alles er netjes uitziet. Dus ook de buitenboel. Ze is dan ook blij met de buurman die op het bedrijf woont en in overleg allerlei klusjes oppakt. Hij heeft o.a. knotwilgen geplant en zorgt dat planten en bomen op tijd water krijgen. Het geeft Annet de rust om oog te houden voor de hazen en reeën die door de wei lopen of twee zwanen die rustig klapwiekend in de lucht voorbijtrekken.


Eetbaar hout en andere onverwachte, boeiende activiteiten

Hanneke van de Velde

Recreatie in en om de Slangenburg. De meeste mensen kunnen zich dan nog wel iets voorstellen bij landgoed ’t Maatje van Jan Hammink. Ten zuiden van Slangenburg is hier de laatste 20 jaar volop nieuwe natuur in ontwikkeling op dit voormalige veeteeltbedrijf. Dit mooie landgoed levert prachtige wandelmogelijkheden op. Maar dat er daar op ’t Maatje veel meer initiatieven zijn, is wellicht minder bekend en zeker verrassend.

De samenwerking op het landgoed

Tussen de met sneeuw bedekte boomstammen en bij een waterig zonnetje, geven Pip Gilmore en Jan Hammink uitleg over landgoed ’t Maatje en de activiteiten die er plaatsvinden. Pip vertelt vol enthousiasme over de activiteiten rondom de Eetbaar Hout Kwekerij. Jan Hammink vult dit aan met details over het landgoed, het ontstaan ervan en de samenwerking met Pip Gilmore.

Vanuit de onderhoudsactiviteiten op het landgoed wordt het bos (als de bomen groot genoeg zijn) uitgedund. Dit om de andere bomen en begroeiing meer kans te geven om te overleven. Vanuit deze reststroom van uitgedunde bomen wordt een deel van de Eetbaar Hout Kwekerij van Pip Gilmore van boomstammen voorzien om er haar Eetbaar Hout te maken. Per jaar gebruikt Pip rond de 1000 boomstammen, ook afkomstig van andere locaties. De bomen op het landgoed die moeten verdwijnen, worden gemerkt. Pip regelt vervolgens met een aantal vrijwilligers dat ze eind januari worden gekapt en naar de plaats van bestemming worden gebracht. Alleen bomen die gezond zijn en niet te dik, zijn bruikbaar bij de paddenstoelenteelt. Maar dat zijn ook juist de bomen die uit de dunning komen.

In coronatijd is er veel hulp van vrijwilligers die juist nu graag in de buitenlucht willen werken. Deze vrijwilligers verwijderen de bomen uit het bos en helpen deze verder te verwerken; een arbeidsintensief karwei.
De bomen afkomstig van Landgoed ’t Maatje worden omgezaagd door o.a. leerlingen van Helicon uit Velp. De meeste boomstammen komen momenteel uit de bossen van Natuurmonumenten, waar Pip ook mee samenwerkt.

Het entproces van de paddenstoelen

Van maart tot half april, als de lucht nog koud is, worden de boomstammen geënt met een schimmel. De schimmel gebruikt het hout om enkele maanden later eetbare paddenstoelen te maken. Zo’n 30-40 gaten worden er in de stammetjes geboord volgens een bepaald patroon. Daar worden vervolgens 30-40 deuvels met de goede schimmel in geplaatst. Zo groeit de goede schimmel door in de hele stam en kunnen er geen andere schimmels bijkomen.

Wanneer de lucht wat warmer wordt komen er ook andere schimmels in de lucht. Deze concurreren dan met die in de stam. Dus het is belangrijk dat de geënte stammen al voldoende zijn ‘bezet’ door de juiste schimmel.

Shii-take groeit het beste op eik, daarvan was het tijdens het interview (april) zo ongeveer de laatste week om deze te enten. De populierenstammetjes zijn wat later geënt.

De geënte stammetjes moeten in de schaduw liggen. Omdat er nog geen blad aan de bomen zit, zijn de stammetjes nu afgedekt met doek. Zo worden ze beschermd tegen het door de kale bomen vallende zonlicht.

De shii-take kraamkamers blijven anderhalf jaar liggen om de schimmel goed door te laten groeien. Na die tijd worden ze, in het najaar, in een waterbad gedaan. Gelukkig had Jan vanuit zijn agrarische verleden nog mooi materiaal liggen dat gebruikt kon worden voor onder andere het dompelbad. Zo vond ook daar hergebruik van materialen plaats.

Dit dompelbad zorgt voor een koude shockeffect. Hierdoor worden ze als het ware aangestuurd om voor nageslacht te zorgen. Dat gebeurt ongeveer 2 weken later door de vorming van paddenstoelen, de vruchtlichamen van de schimmel. Deze kun je dan plukken en opeten. Vervolgens moet je de stam weer 6 weken met rust laten en kun je weer een keer oogsten.

Als dit proces na anderhalf jaar eenmaal op gang is gekomen, kun je vier tot vijf jaar lang oogsten. Gedurende het seizoen, dat loopt van mei tot ongeveer november, is dat drie tot vier keer per jaar mogelijk.

Pip benadrukt dat ze geen “paddenstoelenboerin” is, maar dat het primair gaat om de opwaardering van het uitgedunde hout. In plaats van het meteen de versnipperaar of de kachel in te doen, heeft het zo nog een langdurig en functioneel tweede leven. Vandaar ook de naam “Eetbaar Hout” in plaats van paddenstoelenstam. Pip verkoopt dan ook de stammetjes en niet de paddenstoelen. (voor geïnteresseerden in een bezoek aan de kwekerij of een workshop kijk op de website: https://groenetakken.nl of neem contact met haar op). Ook geeft ze, onder andere op landgoed ’t Maatje, cursussen en workshops om zelf een stammetje te enten.

Het ontstaan van ‘Eetbaar Hout Kwekerij’

Zelf heeft Pip Bosbouw gestudeerd aan de universiteit van Melbourne, Australië. Ze heeft altijd al interesse gehad in bos, hout en buiten zijn.

In Wageningen terecht gekomen in de loods van een boomverzorger – houtbewerker, ontmoette ze daar een ecoloog die zich bezighield met het enten van oesterzwammen op stammen. Een samenwerking kwam tot stand. Later heeft Pip dit zelfstandig verder uitgebouwd tot het huidige ‘Eetbaar Hout’.

De tijdsgeest zit nu ook mee. Mensen zijn meer geïnteresseerd in een dergelijke manier van voedsel maken en de shii-take als onderdeel van het menu. Shii-take kan deels dienen als vervanger van vlees en heeft een heerlijke smaak. Ook Jan is inmiddels overstag gegaan voor deze paddenstoel en heeft deze zo nu en dan op het menu staan.

Omdat de stam na de productietijd nog dienst kan doen als compost, past dit ook binnen de circulaire landbouw. Tegenwoordig ook een ‘hot item’.

Naast shii-take probeert Pip ook nieuwe combinaties uit; allerlei paddenstoelensoorten op verschillende boomsoorten. Zodra die het goed doen, zijn ook die stammetjes weer te verkrijgen. In de proeftuin zijn behalve deze experimenten met variëteiten, ook andere kweekmethoden te zien, zoals het kweken van stropharia of bietenputzwam op houtsnippers.

Behalve het kweken en verkopen van geënte stammen en het geven van workshops, adviseert Pip tuinderijen en landbouwbedrijven om zelf een kwekerij te starten. Ook de in opkomst zijnde Herenboeren begeleidt ze in hun eigen productieproces.

Sinds corona is de belangstelling voor het ‘Eetbaar Hout’ groeiende. Er is ruime belangstelling voor de aan de corona aangepaste workshops.

Nog meer samenwerking op landgoed ’t Maatje

Jan geeft verder aan dat er nog meer samenwerking bestaat op het landgoed. Zo doen Helicon, VMBO en MBO voor groen en dier, onderhoud aan het landgoed. Stagiaires kunnen hier ervaring opdoen en hebben een prachtig stageadres.

Daarnaast is er sinds ruim een jaar een bosmoes- en fruittuin op permacultuurbasis. Hier zwaait Hennuh van der Heiden de scepter. Permacultuur in de moestuin betekent het toepassen van een aantal basisprincipes: rust voor de bodem (oftewel: niet spitten), grond beschermen door te mulchen en diversiteit. Dat is terug te zien in de bosmoestuin op ’t Maatje.

Nog een partij die het beschikbare hout uit de uitdunning gebruikt voor een mooi tweede leven, is ‘Vers Hout’ waar Sandra Witteman actief mee aan de slag is. Daar worden via workshops en cursussen prachtige dingen gemaakt van onder andere het uitgedunde hout. Denk daarbij aan mooie krukjes en prachtig gesneden sierlepels. Ook dit bedrijf werkt weer mee aan het onderhoud van het landgoed zodat het mes ook hier aan twee kanten snijdt.

Bovenstaande is een mooi voorbeeld hoe samenwerking leidt tot allerlei verrassende initiatieven op een landgoed met nieuwe natuur, ontstaan op en uit voormalig agrarisch gebied.

Pip Gilmore en Jan Hammink

Natuurpark Koekendaal

Jeanette Wechgelaer

De Koekendaal is al jaren een begrip in Doetinchem. Het 43 hectare grote bosgebied, loof en dennen, biedt een leuk dagje uit voor jong en oud. Met een bijenweide, trimbaan, speelweide, dierenweide, kinderboerderij, kruidentuin en twee wandelroutes is er altijd iets te beleven.

Buha bv

De Koekendaal wordt beheerd en onderhouden door Buha. Buha is een voormalige afdeling van de gemeente Doetinchem en werkt nu als overheidsbedrijf voor diezelfde gemeente. Buha is naast het beheren en onderhouden van het groen verantwoordelijk voor parkeren, handhaving, het inzamelen van afval en het beheren en onderhouden van onder andere de gemeentelijke begraafplaatsen, gemeentelijke accommodaties, sportvelden, riolering, openbare verlichting, wegen en bruggen.

Directeur Wim de Korte legt uit: “Iedere inwoner van de gemeente Doetinchem maakt, bewust of onbewust, dagelijks gebruik van ons werk. De inwoner staat bij ons dan ook op de eerste, tweede en derde plaats. We willen met ons werk een aantoonbare bijdrage leveren aan het leefklimaat in de gemeente Doetinchem. De Koekendaal is voor ons een fantastisch gebied om te beheren en onderhouden omdat je direct ziet hoeveel plezier mensen uit de wijde omtrek eraan beleven.

We zorgen bijvoorbeeld voor de dieren, bomen en het onderhoud aan paden en poelen”. Wim de Korte woont zelf vlakbij de Koekendaal. “Ik mag er zelf heel graag een rondje hardlopen. Wat mij opvalt is dat er van vroeg tot laat door jong en oud heel veel gebruik wordt gemaakt van dit prachtige gebied”.

Een unieke plek

In de Koekendaal is voor natuurliefhebbers van alles te zien. Het bos daar bestaat uit vijf verschillende soorten bos: droog berken-zomereikenbos, droog wintereiken-beukenbos, vochtig wintereiken-beukenbos, elzen-eikenbos. Daarnaast zijn er verschillende dieren te bewonderen: de Blaarkop koe en Maas-Rijn-IJssel koe (Mrij), Drents heideschaap, Nederlandse Landgeit, Sanen geit, een ezel, meerdere kippen en pauwen.

Kruidentuin
In het hart van Natuurpark Koekendaal is een kruidentuin te vinden. “De kruidentuin is een waardevol project binnen de Koekendaal”, vertelt Wim de Korte. “Daar werken vrijwilligers met veel zorg aan een tuin vol geneeskrachtige kruidenplanten. Zo wordt het gebruik van kruiden weer onder de aandacht gebracht”. De tuin is geopend voor bezoekers. In de tuin staan een paar bankjes om lekker van de kruiden, geuren, kleuren, atmosfeer en de mooie natuur te genieten. Ook kunnen bezoekers deelnemen aan een workshop kruidenproeven die door de vrijwilligers wordt georganiseerd. Met een kleine groep mensen (max. 5 personen) kunt u kruiden proeven, de verschillende inhoudsstoffen van de kruiden leren en hoe deze ons van nut kunnen zijn voor onze gezondheid.


Vrijetijdseconomie van de Gemeente Doetinchem

Joop Helmink

We spreken met de beleidsmedewerker van de Gemeente Doetinchem dhr. Marcel Bourgondien over de plannen en uitvoering in zake de recreatie en het toerisme in onze gemeente en in het bijzonder wat dat betekent voor Slangenburg en omgeving. Onder verantwoordelijkheid van wethouder Henk Bulten is het initiatief genomen om de ontwikkelingen van de recreatie en het toerisme in kaart te brengen om zodoende beleid te kunnen maken en uitvoeren. Marcel Bourgondien heeft de uitvoering van deze notitie ter hand genomen en wil graag vertellen wat de conclusies zijn en dan specifiek voor Slangenburg.

Elke zondagmorgen gaat een groepje trouwe sportievelingen samen van start vanaf de zondagsschool

De vrijetijdssector is een belangrijk onderdeel van de werkgelegenheid in onze gemeente: 370 bedrijven met 1820 banen zorgen voor een belangrijke bijdrage aan de economische bedrijvigheid. Landgoed Slangenburg is één van de belangrijkste natuurgebieden in de gemeente, het landgoed en kasteel trekken hier de meeste aandacht. De gemeente is bijzonder trots op dit prachtige historische uit de 17e eeuw stammende kasteel dat in de top 100 staat van de 63.000 rijksmonumenten in Nederland.

Bezoekerscentrum Slangenburg

Er wordt onderzoek gedaan naar de realisatie van een bezoekerscentrum voor Achterhoekse kastelen, tuinen en landgoederen bij het kasteel Slangenburg in samenwerking met stichting Achterhoek Toerisme. Bedoeling is dat promotie en voorlichting over het unieke en historische culturele erfgoed van de Achterhoek wordt aangeboden. Ook wordt onderzocht of de 17e-eeuwse tuinen kunnen worden hersteld in samenwerking met Gastenhuis en Monumenten Bezit. Wenselijk zou zijn om het kasteel vaker open te stellen voor rondleidingen.

Mountainbikeroutes (MTB)

Er wordt hard gewerkt aan de realisatie van MTB-routes door de Achterhoek, wat betekent dat de routes verspreid over de gemeenten in de Achterhoek aangelegd worden. Voor de Gemeente Doetinchem betekent het dat er routes in de Kruisbergse bossen en in de Slangenburg worden aangelegd, die dan aansluiting krijgen met de andere MTB-routes in de omgeving. Deze routes zijn zuiver alleen voor de mountainbike geschikt: het zijn smalle paden aangelegd in één richting. Met de aanleg van de zogenaamde ’MTB-single tracks’ wordt tegemoetgekomen aan de wens van recreanten en gebiedseigenaren om de MTB-ers te scheiden van bijvoorbeeld wandelaars, zoals dat ook met de ruiterpaden gedaan is. De routes worden in samenwerking met de plaatselijke wielersport-verenigingen gerealiseerd. Het onderhoud zal worden verzorgd door Achterhoek Toerisme. De uitvoering van deze plannen wordt in 2022 afgerond. De gemeente verwacht dat deze faciliteit een unieke beleving en voor de biker een uitdaging zal zijn, waardoor op elke gewenste plek in de gemeente opgestart kan worden met deze sportieve uitdaging.

Wandelroute Zumpe – Slangenburg

Door de uitbreiding van de Zumpe zijn er plannen ontstaan om een wandelpad te realiseren van het centrum van Doetinchem door het natuurgebied de Zumpe naar de Slangenburg. De gemeente is hier al mee begonnen en verwacht dat de werken snel kunnen worden afgerond.

Pieterpad

Het Pieterpad is enkele jaren geleden verlegd van Zelhem door de Slangenburg naar het sluizencomplex De Pol richting Zeddam. Voorheen liep de route door Doetinchem.

Knooppunten fietsroutes

De gemeente Doetinchem zorgt samen met Achterhoek Toerisme voor de actualisatie van de fietsknooppunten-routes, wat veel aandacht opeist. Elke wijziging in de route vergt aandacht om de bewegwijzering actueel te houden.

Recreatiedruk

Een punt van zorg is de drukte in de natuur, door de coronamaatregelen wordt veel in de natuur gerecreëerd. Veel mensen zijn niet gewend aan de regels die vanzelfsprekend zijn in de natuur. Loslopende honden zijn een groot gevaar voor de wildstand, wat door de recreant wordt onderschat. Gemeente en natuurbeheerders geven veel aandacht aan voorlichting en aanwijzingen in natuurgebieden.

Gastvrijheid

Doetinchem wil uitbreiding van verblijfsrecreatie bevorderen. Initiatieven en plannen voor B&B, hotel, camping of anderszins zullen door de gemeente waar mogelijk worden gestimuleerd. Camperplekken in de Slangenburg kunnen worden aangelegd. Hiervoor zullen de grondeigenaren initiatief moeten nemen. Doetinchem heeft zeven camperplaatsen bij het Pannenkoekschip aangelegd. De Natuurcamping de Slangenburg is voor de gemeente een prachtige promotie van duurzaam recreëren.

Toeristenbelasting

De gemeente heeft sinds kort toeristenbelasting ingevoerd. Doetinchem heeft als laatste gemeente in de Achterhoek toeristenbelasting ingevoerd. Met de gelden kunnen activiteiten worden ontwikkeld en ook kan inzicht worden verkregen in hoeveelheid en locaties van verblijfsrecreatie.

Promotie

Op de website van Achterhoek Toerisme waar de gemeente aan deelneemt kan informatie op gebied van recreatie en toerisme in de Achterhoek worden opgevraagd. Bijvoorbeeld de wandel, MTB en knooppuntenroutes zijn op papier en digitaal beschikbaar.

Dhr. Marcel Bourgondien is enthousiast over de mogelijkheden in recreatievoorzieningen die onze gemeente biedt. De economische impuls is van groot belang om onze mooie Gelderse streken te behouden en verder te ontplooien.


Zorgcentrum De Zonnewijzer

Hanneke van de Velde

Op het terrein van dit zorgcentrum in Halle is het een komen en gaan van toeleveranciers van klusmaterialen. De ontvangst door directeur Anita van der Poel is dan ook in kluskleding, weggehaald van de verfklus waar ze net mee bezig was. De rondleiding door de kleinschalige dagbesteding laat al de eerste veelbelovende resultaten zien. De nadruk op het hier sinds 1 oktober gevestigde zorgcentrum ligt op kleinschaligheid.

Op de locatie aan de Halle Nijmanweg is dagbesteding mogelijk voor mensen met een fysieke of mentale beperking, waaronder dementie. De missie van de Holland Zorggroep waartoe De Zonnewijzer behoort, is dat mensen hier kunnen zijn zoals ze zijn. Niets hoeft, maar alles mag. Om cliënten een vertrouwd gevoel te geven, wordt er voornamelijk gewerkt met vaste medewerkers. Zo hoeven de mensen niet elke keer aan een nieuw gezicht te wennen.

Het ontstaan

Van huis uit is Anita van der Poel accountant. Vanaf 2009 was zij vanuit die functie al betrokken bij de Holland Zorggroep als extern financieel adviseur. Door haar grote betrokkenheid bij deze zorginstelling verloor zij haar hart aan de ouderenzorg. Belangrijkste gedachte daarbij was, wat er nog beter zou kunnen. Dit leidde er in 2018 toe dat zij de stap nam om de Holland Zorggroep zorgvilla in Bilthoven over te nemen. Mei 2020 volgde de tweede zorgvilla in Lunteren. Als laatste volgde De Zonnewijzer in oktober 2020, toen nog gevestigd in Zelhem. Inmiddels is De Zonnewijzer per 1 oktober jl. verplaatst naar Halle waar de renovatie nu in volle gang is. Het oude schoolgebouw dat

De Zonnewijzer ooit was, is niet meer te herkennen als je binnen door de ruimtes loopt.

Themaruimtes

Sfeervolle themaruimtes worden er gecreëerd in het oude schoolgebouw, zoals een van veel ramen voorzien schilderatelier met de sprekende naam Van Gogh-kamer. Ook de Kluskamer voor het grotere kluswerk en de Herenkamer voor de fijnere handenarbeid bieden de mannelijke cliënten de mogelijkheid om op klusgebied van alles aan te pakken. In de Kluskamer komen echte werkbanken te staan en al het gereedschap wat nodig is. Een Rustkamer ontbreekt ook niet. Hier kunnen cliënten zich terugtrekken als ze een moment van rust nodig hebben. Er staan vier bedden met tussenschotten, zodat er voldoende privacy en rust is voor degenen die een moment voor zichzelf nodig hebben. Ook de stijlvolle bibliotheek met de mooie naam Annie M.G. Schmidt-kamer spreekt tot de verbeelding. Hier kan een boek of de krant worden gelezen. Tot in de details wordt er aandacht besteed aan de ruimtes. Dit is terug te zien in de mokken met Van Gogh-afbeeldingen in het schilderatelier en het kunstgras in de Tuinkamer, alsmede de prachtige wandvullende afbeeldingen in iedere ruimte.

Ook buiten wordt het nog grondig aangepakt. Volgende maand worden er Jeu-de-Boules-banen aangelegd. Een groentetuin staat ook in de planning, evenals een kweekkas. Deze komen dan in het zicht van de Tuinkamer te liggen, zodat de beleving van tuin ook vanuit deze groene Tuinkamer optimaal is. Hier kunnen de cliënten zelf ingrediënten voor de dagelijkse maaltijden kweken en deze vervolgens ook weer zelf in de keuken bereiden. Met ditzelfde doel wordt er nog een kleine fruitboomgaard aan het geheel toegevoegd.

Doel van dit alles is het creëren van een omgeving waar iedere cliënt zich thuis voelt en waar meer gebeurt dan alleen koffiedrinken. Straks kan de cliënt doen waar hij of zij op dat moment zin en behoefte aan heeft, of dat nu klussen, schilderen, wandelen of tuinieren is. En alles in eigen tijd en tempo. Vast onderdeel is wel de dagelijkse wandeling. Bewegen en frisse lucht zijn belangrijk voor de mens. Daar wordt dan ook veel aandacht aan geschonken. Ook meewerken in de keuken behoort tot de mogelijkheden.

Vanwege Corona worden de verschillende ruimtes nu breder gebruikt, bijvoorbeeld de bibliotheek wordt nu ook ingezet om er in kleine groepjes te eten. Normaal wordt dit in een grote ruimte gezamenlijk gedaan. Er wordt nu ook gegeten aan afzonderlijke, kleine tafels die ruim verspreid in de eetzaal staan, in plaats van aan een gezamenlijke grote tafel. Zo wordt de 1,5 meter afstand ook hier gegarandeerd. Ook is de bezetting niet maximaal nu om voldoende ruimte te hebben om de Corona-maatregelen te kunnen garanderen. Zo kan de zorg nu ook gewoon doorgaan, een zorg die broodnodig is om overbelasting van mantelzorgers te voorkomen. Bovendien blijven de mensen actief en behouden ze hun vaardigheden.

Normaal is het mogelijk dat familie en vrienden een bezoek kunnen brengen aan het zorgcentrum. Het voor de naaste mantelzorgers wel belangrijk en noodzakelijk dat zij juist hun eigen tijd nemen en hun eigen dingen doen. Daarvoor is het zorgcentrum er immers ook, om de mantelzorgers te ontlasten.

Huiselijkheid

Tussen de medewerkers en de cliënten door, loopt ook nog een blonde Labradoedel rond. Vol met krullen en met een hoog knuffelgehalte. Het is de hond van Anita, die gewoon meekomt als ze in Halle is. Ze laat zich de aandacht van de bezoekers met soms ook wat lekkers rustig aanleunen. Deze rustige, knuffelbare viervoeter geeft een extra gevoel van huiselijkheid aan het geheel voor veel cliënten.

De inzet van vrijwilligers staat op dit moment vanwege Corona op een lager pitje. Hopelijk komt ook dat weer snel op gang. Datzelfde geldt voor het maken van uitjes. Dit is het afgelopen jaar beduidend minder geweest.

Eigen regie van de cliënten is een belangrijk punt. Het betekent dat de medewerkers ’s ochtends zonder plan voor die dag binnenkomen. Ze laten zich leiden in hun activiteiten door wat hun cliënten die dag vragen en willen. Uiteraard is het bij de dementerende client belangrijk dat er een aanbod is waaruit deze kan kiezen.

Verdere plannen zijn er nog genoeg, weet Anita me vol enthousiasme te vertellen. Graag zou zij in de omgeving ook logeerzorg aanbieden. Hiermee zouden mantelzorgers nog meer ontlast kunnen worden. Want immers de slaap van een mantelzorger is vaak een punt, omdat deze geregeld met een verstoorde nachtrust te maken krijgt. Dit initiatief van logeerzorg is mede afhankelijk van een geschikte locatie.

Zorg voor jongdementerende mensen heeft tevens haar aandacht. Hier wordt al druk over nagedacht. Wat kun je bieden aan mensen die fysiek nog gezond zijn en vaak nog deelnemen aan het arbeidsproces? Ook deze groep is groeiende en er is nog weinig tot geen passende zorg voor.

De overall-ambitie van Anita en haar Holland Zorggroep is om de laagdrempelige zorg zoals deze er nu is, aan zoveel mogelijk mensen te kunnen aanbieden. Zeker gezien de vergrijzing en groeiende zorgkosten een mooi doel.

Na het interview gaat Anita weer aan de gang met haar verfklussen. Aan het eind van de middag vertrekt zij naar de locatie in Lunteren om daar als invaller voor een zieke medewerker een huiskamertoezichtsdienst over te nemen.

De wens is om in het voorjaar van dit jaar een feestelijke opening te houden. Maar dit zal mede afhankelijk zijn van alles wat er speelt rondom Corona. En anders wordt gekeken naar wat er wel kan.


De gewone pad

Ans Laurens en Gerrie Til

Iedereen kent hem wel, de gewone pad. Deze pad, die in bijna heel Europa voorkomt, is ondanks het algemene voorkomen geen opvallend dier. De rug is beige, grijsbruin tot roodbruin gekleurd, de buik witachtig met grijs gemarmerde tekening. Door zijn grotendeels verborgen manier van leven en goede camouflage wordt hij vaak over het hoofd gezien. Buiten de paartijd is hij voornamelijk in de schemer en ’s nachts actief en houdt zich overdag vooral schuil in zelf gegraven holletjes , onder stenen of struiken.

Het is een vrij grote, plompe pad met een opvallende wrattige huid. De mannetjes zijn tot 9 cm, vrouwtjes tot 11 cm groot. De meeste halen het niet, maar een pad kan wel 15 jaar oud worden.

Naast de wrattige huid heeft het dier achter elk oog een oorklier, die bij de gewone pad opvallend groot en lang is en een afwijkende kleur heeft. Deze klieren produceren gifstoffen die worden afgescheiden bij gevaar. Het gif is wit en heeft een erg bittere smaak en maakt dat de pad en ook de kikkervisjes van de pad niet de meest geliefde prooi zijn. Voor de hond of de kat is het geen pretje om met het gif van de pad in aanraking te komen. Het veroorzaakt bij hen een behoorlijke irritatie van de slijmvliezen.

De egel en de ringslang zijn echter immuun voor het gif van de pad en naast roofvogels en de bunzing dan ook een geduchte vijand.

Een andere vijand die de volwassen exemplaren van de gewone pad op een verschrikkelijke manier te gronde kan richten is de groene paddenvlieg. Deze vlieg parasiteert op verschillende kikkers maar heeft een voorkeur voor de gewone pad.

Paddentrek

Hebt u een niet al te aangeharkte tuin, dan is de kans groot dat er in de winter ergens in uw tuin een pad zijn winterslaap houdt.

Zodra de weersomstandigheden gunstig zijn, d.w.z. vochtig en warmer weer, gaan de padden vanuit hun winterslaapplaats naar het water waar ze geboren zijn. Van februari tot april gaan ze daar naar toe om de eitjes in lange snoeren in het water af te zetten. Om bij de poelen te komen, steken ze vaak in grote groepen de weg over.

In het gebied van o.a. de Heidenhoeksevloed vond tot ongeveer 10 jaar geleden een grote paddentrek plaats. Er was daar toen een

paddentrekwerkgroep actief. De padden, die vanuit Haankheide naar hun geboortepoelen trokken, moesten dan de Nijmansedijk oversteken om bij de poel te komen. Als koudbloedig dier zoekt de pad altijd naar een mogelijkheid om zich op te warmen en padden vinden het heerlijk om zich tijdens de trek aan het asfalt van de wegen die ze oversteken op te warmen. Het gevolg daarvan is gemakkelijk te raden: ze worden massaal doodgereden!

De paddentrekwerkgroep was toen heel actief met het plaatsen van schermen en het ingraven van emmers op de plaatsen waar de padden de weg overstaken op weg naar de poelen. De vrijwilligers van de werkgroep brachten de in de emmers gevallen padden naar de overkant om daar te worden uitgezet. Zo zijn er heel wat padden gered.

Als de eieren in de vorm van zogenaamde paddensnoeren in de poel zijn afgezet, zoekt de pad een beschutte plek om de zomer door te brengen. Een pad hapt naar alles wat voorbij komt, wat deels is te wijten aan zijn slechte ogen. Vangt hij iets wat smerig smaakt, dan wordt de prooi met de poten en de tong uit de bek gewerkt. Hij eet voornamelijk insecten, larven, spinnen, slakken en regenwormen. Een paar padden in de tuin is dus zo gek nog niet. In de schemering en de nacht gaat de pad op pad om slakken en insecten te vangen.

Padden Heidenhoeksevloed

Toen met de jaren de begroeiing van het nieuwe natuurgebied de Heidenhoeksevloed ruiger en afwisselender werd, konden de padden dichter bij de poel waar ze hun eisnoeren hadden afgezet, in de begroeiing een plek vinden om te overwinteren.

De paddentrekwerkgroep kon zichzelf opheffen en de zeilen en emmers werden doorgegeven aan andere werkgroepen in de omgeving, o.a. de Kruisberg en Gaanderen waar ze nog wel nodig zijn. Dat is mooi, maar inmiddels dient zich een andere bedreiging aan voor de pad: de droogte. Door de droogte van de afgelopen jaren staat er steeds minder water in de poelen. Als deze trend zich doorzet en de poelen steeds vroeger in het jaar te weinig of geen water meer bevatten, zal dat funest zijn voor de dikkopjes van de pad. Wanneer de poel droogvalt voordat de dikkopjes volgroeid zijn en nog geen pootjes en ademhalingsorgaan hebben, betekent dat hun einde. Een poel met voldoende water is essentieel voor de kleine padjes. Het is voor de hele natuur en met name voor de pad en alle andere amfibieën te hopen dat er de komende tijd nog lekker veel regen valt!

De pad in volksverhalen

Er doen tal van volksverhalen de ronde over de pad. Hier is er één van:

Waar de padden hun winterslaap houden, onder de grond, daar wonen ook de aardmannetjes. Door hun gewroet onder de grond weten padden alles van de aardmannetjes. Sommige van de aardmannetjes nemen wel eens de vorm van een pad aan. Dat ondervonden twee meisjes in Pommeren. Terwijl ze bezig waren aardappels te hakken, kwam er een dikke pad tevoorschijn. Een van de meisjes wilde het beest met de hak doodslaan, de ander hield haar tegen. Enige tijd later kwam er een aardvrouwtje en nodigde de meisjes uit voor een doopfeest. Ze namen de uitnodiging aan. In een onderaards vertrek was alles ingericht voor het feest. Ieder kreeg zijn plaats. Het meisje dat naar de pad had willen slaan, keek naar boven en gaf een luide gil: boven haar hing een zware molensteen aan een zijden draad. Op haar verzoek kreeg ze een andere plaats. “Zie,” zei één van de kleine mannetjes, ”zie, zo zou het nou met u gegaan zijn als u mij met de hak had geslagen”. Toen het feest ten einde was, raadde het aardmannetje hen aan het vuilnis dat in de hoek lag mee te nemen. Het zou in goud veranderen zodra ze weer boven waren. En zo gebeurde het. Padden weten door hun ondergrondse verblijf vele schatten die ze bewaren en waar ze over beschikken.

Zeilen verhinderen de pad om de weg over te steken

’The Place to be’

Toos Lenderink

Het perceel aan de Brunsveldweg nummer 9, waarop vroeger een traditionele boerderij stond, krijgt een bestemming waar nog nooit iemand van had durven dromen. Chris en Jolande van Bokhorst hebben plannen om er een retraitecentrum, een soort eigentijds klooster, van te maken. ”We willen graag een nieuwe invulling geven aan kleine rituelen rondom bijvoorbeeld Kerst, Oud en Nieuw, geboorte, trouwen, rouw of burn-out”.

In hun woonkeuken wordt ons gesprek vrolijk onderbroken door de dochters Anna-Roos en Julia. Amélie de oudste is naar school. Chris, die oorspronkelijk uit Elst komt, had de laatste jaren in Amsterdam een eigen organisatie- en adviesbureau. Hij organiseerde congressen en tentoonstellingen en deed veel in de evenementenbranche. Zijn bedrijf liep echter zo goed en gaf daarbij zo veel stress, dat hij in 2018 na een burn-out besloot om er mee te stoppen.

Jolande, die uit Ede komt, had in Amsterdam een eigen praktijk aan huis als GZ- psychologe. Ze is ook yogadocente en geeft meditatie, mindfulness en compassietraining. Samen hebben ze tien jaar rondgereisd en gekeken in India, Frankrijk en heel Nederland, met in hun achterhoofd de wens iets gezamenlijks op te zetten. Dit idee komt steeds terug en hun wensenlijstje wordt almaar concreter. Het ziet er echter lang niet naar uit dat hun droom op korte termijn gaat uitkomen. Tot ze op de site van Staatsbosbeheer dit pand te koop zien staan en gaan kijken bij het huis waar tot voor kort de familie Gerritsen woonde.

Chris is meteen enthousiast: ”Direct het wauw-gevoel, ondanks de stromende regen. Ja, dit is het! Een feestje om hier te wonen. Echt een heel mooi plekje.” Vooraf moet er een ondernemingsplan worden ingediend dat moet passen binnen de visie van SBB en dat lukt. Van Staatsbosbeheer worden de gebouwen gekocht en nog 1,4 ha grond gepacht.

Jolande is door de corona-maatregelen al gedwongen haar lopende praktijk via beeldbellen voort te zetten. Ze werkt samen met een organisatie en bouwt haar cliëntenkring uit Amsterdam geleidelijk af. Het vroegere bakhuisje is inmiddels in gebruik als ’Praktijk Slangenburg’. Cliënten vinden hier een mooi plekje bij het raam in een vriendelijke, prikkelarme en veilige omgeving.

Sinds kort zijn Chris en Jolande behalve echtgenoten ook zakenpartners en compagnons. Chris doet vooral de zakelijke kant en wil duurzaam verbouwen. Hij wil een soort retraitecentrum neerzetten dat goed in de omgeving past. Het plan is om in het voorhuis te gaan wonen en overnachtingsmogelijkheden te creëren. Ondertussen is er al geëxperimenteerd met een summer camp en hele gezinnen hebben gekampeerd en geholpen met allerlei klussen. Met gezamenlijke maaltijden en kampvuren was het een mooie zomer.

Plan aan de horizon

De ultieme droom is een soort eigentijds klooster waar mensen het hele jaar door terechtkunnen. Waar maaltijden bereid worden met groente en fruit uit eigen tuin. ”We willen mensen faciliteren om weer dicht bij zichzelf te komen”. Met hulp van andere docenten, diverse workshops en een rustige natuurbeleving. Deze activiteiten passen bij datgene wat al aanwezig is in de directe omgeving zoals bij het kasteel, de abdij en het pionierswerk van de kerk.

Niet alleen dromen maar ook doen. Met hulp van mensen uit de buurt die bijvoorbeeld het gras maaien. Of in de samenwerking met zorgboerderij Slangenburg. Medewerkers hiervan helpen met de moestuin, het erf herinrichten en snoeiwerk. In ruil daarvoor geeft Jolande hen mindfulness trainingen. Zo hebben ze al diverse contacten opgebouwd.

Al met al zijn ze nog niet toegekomen aan een kennismakende buurtborrel. Maar dit is zeker wel de bedoeling. Mocht je nieuwsgierig zijn, dan mag je best het erf opkomen en alvast een praatje komen maken.

vlnr Chris, Jolande en Anna-Roos

Waterbeheer door het Waterschap

Sluis de Pol

Joop Helmink

De Slangenburgh-boode in het teken van water, dan kun je niet om het Waterschap heen. In een gesprek met ing. Louis Zweers en zijn collega Gé Brouwer van het Waterschap Rijn en IJssel geven zij graag meer inzicht in wat het waterschap voor Slangenburg en omgeving betekent.

Stroomgebied

Op de parkeerplaats van kasteel Slangenburg wordt tussen de buien door een grote kaart uitgevouwen op de motorkap van de auto. Deze kaart geeft alle sloten, beken en rivieren in het gebied Slangenburg weer. We zien de Boven Slinge die zich ten oosten van Slangenburg splitst in de Beneden Slinge die door Slangenburg loopt, richting de Bielheimerbeek, en de Bielheimerbeek die ten zuiden van Slangenburg richting de Oude IJssel stroomt.

Ing. Louis Zweers en zijn collega Gé Brouwer van het Waterschap Rijn en IJssel geven graag meer inzicht

Oppervlakte water

Het Waterschap Rijn en IJssel omvat het gebied Achterhoek, Liemers, een gedeelte van Overijssel en rand van de Veluwe. Het beheert het oppervlakte- en grondwater (niet de drinkwatervoorziening) in de ruimste zin van het woord. Het Waterschap is goed in de afvoer van water, hiervoor hebben ze een waar netwerk van watergangen, sloten, kanalen en rivieren waarvoor ze verantwoordelijk zijn. De ontelbare stuwen en gemalen zorgen ervoor dat de hele regio droge voeten houdt, ook als er zich extreme situaties voordoen. De dijken zijn een belangrijke element om dat doel te verwezenlijken en behoren ook tot de verantwoordelijkheid van het Waterschap.

De kwaliteit van het oppervlaktewater is voor het Waterschap een belangrijke taak. Diverse rioolwaterzuiveringsinstallaties ontvangen het rioolwater van de gemeenten waar o.a. bacteriën zorgen dat het vuile water weer schoon gemaakt wordt zodat het geloosd kan worden op het oppervlaktewater. Deze zuiveringen worden door het Waterschap beheerd. Een groot aandachtspunt is dat het rioolwater wordt gescheiden van het regenwater. De zuivering van rioolwater door bacteriën werkt het best als dat zo vuil mogelijk is. Als het grootschalig gemengd is met schoon regenwater is de hoeveelheid vooral bij piekbelasting veel te groot, waardoor de bacteriën meer moeite hebben om het water schoon te maken. Door de zuivering van het rioolwater is het oppervlaktewater de laatste decennia veel schoner geworden en dat is te merken aan de visstand, die in de watergangen en rivieren aanzienlijk is toegenomen.

Klimaatverandering en de Achterhoek

Het Waterschap was tot voor kort vooral bezig om water af te voeren in hun gebied. Onze delta krijgt veel water te verstouwen en er is weinig overlast. De akkers zijn op tijd redelijk droog, zodat de boeren het land kunnen bewerken en grote dijkdoorbraken zijn de laatste decennia hier niet voorgekomen. Door de klimaatverandering zijn er verschuivingen in de neerslagpieken. In het verleden viel er meer neerslag in de winter maar dit is langzaam verschoven naar pieken in de zomer. Ook zijn er periodes met watertekorten waarbij het grondwaterpeil zakt. De laatste drie droge zomers vallen hierbij erg op. De Achterhoek is een van de droogste gebieden van Nederland. Weinig regenwater en de structuur van de zandgronden zijn onder andere de oorzaak dat het grondwaterpeil is gedaald naar een zorgelijk niveau. Het Waterschap onderzoekt of het afvoeren van oppervlaktewater niet is doorgeschoten en de behoefte ontstaat om het water juist vast te houden. “Droogteschades in onze gebieden kunnen wel eens groter worden dan waterschades. Daarbij komt dat een waterpiek geen overlast mag veroorzaken”, aldus Louis. Hiervoor wordt beleid ontworpen.

De stuwen in de grote watergangen worden hoger afgesteld en in de duikers van de kleinere watergangen en sloten worden boerenstuwen en ballonnen geplaatst. Grote vraag is wanneer moet worden ingegrepen om af te voeren en wanneer om vast te houden. Voor het bosgebied van Slangenburg is het ook van belang dat het waterpeil niet verandert, omdat grote loofbomen zoals de beuk het moeilijk krijgen als het grondwaterpeil zakt.

Gé Brouwer controleert de stuw

Projecten

Een groot project dat direct in de omgeving van Slangenburg door het Waterschap is gerealiseerd, is het Masterplan De Pol in het stroomgebied van de Bielheimerbeek en Oude IJssel. Hiervoor zijn vistrappen gemaakt en is de loop van de Bielheimerbeek verlegd, waardoor de afwatering wordt vertraagd. Tevens is een bypass gegraven in het natuurgebied van Hammink aan de Vreeltstraat. Langs het sluiscomplex De Pol wordt het Pieterpad geleid en een prachtig fietspad volgt de Oude IJssel van Doetinchem naar Gaanderen. Voor de vissport zijn een tiental visplaatsen aangelegd, zodat ook sportvissers hier van hun hobby kunnen genieten.

Zumpe

Voor het gebied de Zumpe is speciale aandacht. Dit zeldzame natuurgebied wordt op dit moment uitgebreid. De bijzondere kalkhoudende laag onder de Zumpe zorgt voor een unieke flora en fauna. De gemeente Doetinchem realiseert dit in opdracht van de provincie. Het Waterschap brengt kennis en kunde in en realiseert voorzieningen voor de waterhuishouding in dit gebied. Ballonnen in duikers in watergangen hebben ook de afgelopen droge jaren hier het waterpeil langer in stand kunnen houden.

Oplossingen

Er moet naar creatieve oplossingen worden gezocht om toekomstige overschotten en tekorten te kunnen handelen. Louis geeft aan dat het Waterschap samen met de gemeente Doetinchem zogenaamde stresstesten heeft uitgevoerd waarmee inzichtelijk gemaakt wordt wat waterschappen doen in extreme situaties die bijvoorbeeld één keer in de 1000 jaar voorkomen. Het waterschap bespreekt deze resultaten momenteel met o.a. natuurorganisaties in regionale sessies. Om de continuïteit van de taken van het Waterschapbeleid te kunnen waarborgen heeft Gé Brouwer de taak om de nodige service en onderhoud te verlenen aan de stuwen en gemalen in ons gebied. Meldingen, peilbeheer en klachten worden door hem en zijn collega’s behandeld en opgelost.