Toos Lenderink
Immens groot is de hal van dit evenementenbedrijf aan de Slakweg in Gaanderen. Je weet niet wat je ziet: stoelen, tafels, kopjes, tenten, glazen, BBQ’s, verlichting, een kachel zo groot dat een kerk ermee verwarmd kan worden! Alles wat terugkomt wordt eerst schoongemaakt en gaat dan terug op de vaste plek. Bennie Liebrand en zijn vrouw Marie-Antoinette Liebrand-Arts nemen de tijd om te vertellen over hun bedrijf.
De carrière van Bennie begon op 15-jarige leeftijd in de kantine van een voetbalclub. Toen hij later verkering kreeg met Marie-Antoinette van zaal Arts in Gaanderen rolde hij als vanzelf verder in dit vakgebied. Nadat hij van schoonvader Herman Arts de zaak overnam werd de naam gewijzigd in Arts-Liebrand. Geleidelijk kwamen steeds meer mensen vragen of ze geen meubels bij hem konden huren om een feestje op eigen terrein te kunnen houden. Bennie sprong hierop in door steeds meer meubels te gaan verhuren en kocht het pand van fietsenmaker Holtus aan de Vreeltstraat aan voor de opslag. Deze fietsenmaker had een benzinepomp en daar komt ook de naam ‘t Pömpke vandaan. Toen er in verhouding nog maar twee bruiloften in de zaal werden gehouden tegen wel twintig in een tent, besloot hij het roer om te gooien. Omdat er ook aan het pand van Arts-Liebrand tegenover de kerk veel aangepast zou moeten worden was de keus snel gemaakt: op zoek naar een grotere opslag. Ze begonnen met 400 m2 aan de Slakweg nr 6a, verhuisden naar nr. 10 met 800 m2 opslag en zitten inmiddels op 2000 m2 in de huidige enorme hal op nr. 8.
t Pömpke levert niet alleen materiaal, in de eigen keuken, waarin je gemakkelijk kunt verdwalen, verzorgt Marie-Antoinette samen met een parttime-kok de hele catering van hapjes tot hele buffetten. Zoon Matthieu werkt al ruim vijftien jaar in het bedrijf en regelt vooral de verhuur. Hij wil de zaak van Bennie overnemen die van plan is minder te gaan werken. Maik die ook al lang bij het bedrijf betrokken is, neemt steeds meer taken van Bennie over, doet de inkoop en planning. In totaal zijn er drie mensen in vaste dienst en de rest allemaal op oproep. Die groep bestaat uit een vaste kern van ongeveer vijfentwintig mensen die vooral bij kermissen nodig zijn. Vroeger had je obers die met dienbladen vol rondliepen. Nu lopen de mensen zelf om hun drankje af te halen, wat een andere beleving geeft en waardoor er minder personeel nodig is.
In de coronajaren kreeg het gezin opeens tijd voor andere dingen: “Er was in de hele tuin geen onkruidje te bekennen!”. Ook was er toen tijd voor de verhuizing naar dit pand. Toen er eindelijk weer feesten gehouden konden worden, was het net of de mensen in één keer weer los kwamen.
Ik denk dat Bennie het regelen en de vele contacten die soms al veertig jaar lopen, erg zal gaan missen. Maar de goede sfeer, het zo nodig flink aanpoten met daarnaast de onderlinge gemoedelijkheid zitten gewoon in dit familiebedrijf. Die blijven wel!
Bennie weet veel mooie verhalen: “Ik kan er wel een boek aover schrieven, maor dat geet niet gebeuren”.