Honderd jaar Benninkmolen!

Toos Lenderink

Aan de Varsseveldseweg waar deze ons zo vertrouwde molen staat, stond vroeger een kleine stenen grondzeiler, gebouwd in 1856 door B. Vels. Omdat die molen in slechte staat verkeerde, werd hij in 1920 gesloopt. De toenmalige eigenaar, Johan F. Bennink, zette hiervoor in de plaats een stellingmolen op een nieuw stenen voetstuk, gebouwd met onderdelen van o.a. de Buursinkmolen. Op 16 november 1921 werd deze molen officieel in bedrijf gesteld. Inmiddels dus 100 jaar geleden!

De gemeente Doetinchem koopt in 1976 de molen van Frits Bennink. Op dat moment wordt de molen door een motor aangedreven voor een continue maalproces. Nu wordt er weer opnieuw een ‘echte’ windmolen van gemaakt met wieken die op windkracht draaien. Molenbouwer Beckers kan dit omvangrijke werk, als gevolg van ziekte, niet voltooien. Herman Groot Wesseldijk maakt het verder af en in 1980 wordt de molen opnieuw in gebruik genomen. Het is een mooi staaltje molenbouw geworden met zijn bekleding van ongeveer 700 schaliën.

De molen, die eerst de naam Velsmolen draagt, wordt na de restauratie in 1980 door het bestuur van de Stichting Doetinchemse Molens omgedoopt in Benninkmolen.

Molenaars opleiding

Theo Hendricksen leest na zijn vroegpensioenering een advertentie waarin de Stichting Doetinchemse molens om vrijwillige molenaars vraagt. Dit lijkt hem wel wat en in 2018 komt hij bij Leo Luttikholt in de leer. Van deze zeer ervaren molenaar leert hij de fijne kneepjes van het vak. De Stichting Doetinchemse molens leidt alleen op voor de Doetinchemse molens en heeft een eigen examencommissie. Tijdens de opleiding wordt er op alle drie molens: de Aurora, de Walmolen en de Benninkmolen ervaring opgedaan. Ook al zijn het alle drie korenmolens, elke molen is anders. Elk onderdeel van de molen moet bij zijn historische naam te benoemen zijn. De opleiding duurt minimaal een jaar, want alle jaargetijden en alle winden moeten meegemaakt zijn. “Waar komt de wind vandaan? Dus kruien”. In 2019 slaagt Theo voor het examen en krijgt de sleutel van de Benninkmolen. Zijn leerling-overeenkomst wordt omgezet naar een vrijwillig-molenaarsovereenkomst. Als Leo Luttikholt stopt, wordt Theo in zijn plaats aangesteld als vaste molenaar. Nieuwe molenaars zijn altijd van harte welkom! Fysiek moet je daarbij ook in de wieken kunnen klimmen om de zeilen op te hangen.

Dagelijks werk

Als eerste wordt de blauwe wimpel, de vlag uitgehangen. Daarna worden de lagers met reuzel ingesmeerd en volgt er een inspectieronde: ligt er een uilenbraakbal of iets anders op de grond? “Het gevlucht wordt op de wind gekruid en moeten de zeilen er wel of niet op?” Verder is Theo veel in de weer met klus- en schilderwerk.

Er wordt meestal  “gedraaid voor de prins”, wat betekent draaien zonder te malen omdat de stenen er niet op liggen. Om meel te mogen malen voor menselijke consumptie moet er minimaal 100 kg per week verwerkt worden. De Keuringsdienst van Waarde stelt deze eis om de hygiëne van de stenen te kunnen waarborgen. Alleen bij minimaal windkracht drie, en alle zeilen bijgezet, kan er voor georganiseerde bezichtigingen, open Monumentendag of voor collega’s om te oefenen worden gemalen. Dit meel wordt dan als veevoer beschikbaar gesteld.

Wieken

De wiekenstanden worden landelijk en regionaal verschillend toegepast. Bij het overlijden van Bernhard Heuthorst, Henk Wassink en recent voor Gerard Keurentjes, werden de wieken in de rouwstand gezet. “Als mensen uit de buurt daar prijs op stellen, dan zetten we de wieken in de rouw- of trouwstand. Maar dan moeten we het wel weten”. Het verzoek van Theo is dan ook om dat bij hem te melden. Telf.  nr 06-41718830. Meer gegevens van de molen en de wiekenstanden zijn te vinden op de website Stichting Doetinchemse Molens.nl

Alle meelproducten die hier verkocht worden komen van ‘De Vier Winden’, de molen uit Vragender. Recent hebben zij daar het predicaat hofleverancier ontvangen. De eigenaar heeft ook een molen in Klarenbeek, waar de diverse mengsels worden afgewogen en verpakt. Meel, bakmixen en andere natuurproducten zijn te koop tijdens de openingstijden van de molen.

Het leuke aan molenaar zijn op de Benninkmolen is dat er altijd veel reuring is: veel aanloop, veel kluswerk, overleg met de molenbouwer over noodzakelijk onderhoud, bijhouden van schilderwerk en de in- en verkoop van producten.