Toen en nu: Gerda van Ussen vertelt

Toos Lenderink

Gerda van Ussen is geboren en getogen aan de Turfweg, in het 100 jaar oude huis ‘De Denneboom’. Toen ze drie jaar oud was, verloor ze haar vader in de oorlog, en dat gemis blijft haar altijd bij. Samen met haar man Henk en hun zoon Martin, die ernaast woont, wil ze hier blijven. “Je bent de ruimte en de vrijheid zo gewend. Wat moet ik in het dorp?” vertelt ze. Ze kijkt terug op hoe het leven vroeger was.

Familie 

“Toen de kinderen klein waren, zette Henk me één keer per week ’s ochtends af bij de bushalte in Doetinchem, als hij naar zijn werk ging,” herinnert Gerda zich. “Ook toen ik hoogzwanger was, nam ik de twee kleintjes mee naar mijn schoonmoeder in Doesburg om daar de hele dag te werken. Dat was toen heel normaal.” Later hebben Gerda en Henk een paar jaar hun kleindochter in huis gehad. “De jongens vonden dat wel leuk, maar als er een luier verschoond moest worden, knepen ze hun neus dicht,” lacht ze. Vroeger stond familie altijd voor elkaar klaar. Tegenwoordig is er zeker contact, ook met hun vier kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen, maar iedereen heeft het druk met werk en een eigen leven.

“A’j niet goed in de kop bunt, mo’j maor in de tuin gaon werken.”

Buren 

Als enig kind zocht Gerda vroeger graag de gezelligheid van de buren op. “Als er bij de familie Ebben aan de Turfweg hete bliksem op tafel kwam, kreeg ik een portie. In ruil bracht ik hen dan een potje karnemelkse saus.” Zo was er altijd een vorm van uitwisseling. “Of Annie van het café op het kruispunt kwam vragen: ‘Kan ik nog iets voor je doen?’ Er was veel saamhorigheid en gezelligheid,” vertelt Gerda. Tegenwoordig wordt er wel eens een krop andijvie of een doosje eieren uitgewisseld, en soms brengt iemand onverwacht paling langs! Maar leeftijdgenoten vallen weg, en daarmee ook een deel van de oude gezelligheid in de buurt.

Gezondheid 

Gerda en Henk behoren inmiddels tot de ouderen, en hun gezondheid is niet meer wat het geweest is. Henk hielp in de beginjaren veel mee in de landgoedwinkel, stond op de Slangenburg-dagen en bracht jarenlang de Slangenburgh-boodes rond. Nu komt de thuiszorg dagelijks langs. “Waar we vroeger klaarstonden voor anderen, zijn we nu afhankelijk van de zorg van anderen,” zegt Gerda.

Hobby’s 

Vroeger zat Gerda bij de gymvereniging en deed ze aan toneel in IJzevoorde, maar toen haar moeder ziek werd en zorg nodig had, bleef ze steeds meer thuis. “Ik heb geen zin om naar de bejaardensoos te gaan. Bij mooi weer binnen zitten? Nee, dan liever de tuin in,” zegt ze beslist. Toen ze meer aan huis gebonden raakte, vond ze haar afleiding in de tuin. “Van narigheid ben ik maar in de tuin gaan werken,” grapt ze. Die tuin is nog steeds haar grootste hobby. Samen met Henk heeft ze daar talloze uren doorgebracht, hoewel het door hun gezondheid steeds moeilijker wordt. Toch blijft ze actief, en om de drie weken komt er een vast groepje dames langs om te bloemschikken. Daarnaast genieten Henk en Gerda van spelletjes zoals rummikuppen of het inkleuren van mooie mandala’s en vogels. Ook maken ze samen nog regelmatig fietstochtjes op hun aangepaste fietsen.