Toos Lenderink
Alles lijkt hetzelfde gebleven, als je de oprijlaan oprijdt en de abdij, kapel en het gesloten hek ziet. Maar ben je eenmaal door dat hek, dan zie je een wereld van verschil. Ruim een jaar geleden leidde abt Henry Vesseur ons rond en vertelde over de grootse plannen. Begin oktober laat Nol Verhoeven zien waar de immense verbouwing en de inzet van vele vakmensen toe heeft geleid. Door de maatregelen in verband met het huidige coronavirus is een open dag voorlopig niet mogelijk. Maar wij, lezers van de Boode krijgen zo toch alvast een inkijkje.
Het begint al met de nieuwe, grote parkeerplaats, aangelegd aan de achterkant van het complex. Met verlichting en aanplant en een doorgang naar de ingang van het centrum. Het hele erf rondom is nu strak aangelegd met o.a. grindpaden, bloemborders en terrassen. Links naast de ingang is een winkel voor gasten. Via de hoofdingang kom je in de vroegere hooischuur. Deze heeft een metamorfose ondergaan, maar de Nemaho-spanten zijn nog wel terug te vinden. Een schuifwand kan de hoge ruimte in tweeën delen. In deze ruimtes kunnen mensen op 1,5 meter afstand van elkaar hun programma volgen. Er zijn meerdere zalen en er is een nieuwe, groene kapel met glas-in-loodramen. In de tegenover gelegen vleugel van het gebouw zijn nog twee meditatieruimtes op zolder voor meerdere groepen beschikbaar. Voor de gasten zijn zesendertig logeerkamers: dertig eenpersoons- en zes tweepersoonskamers aanwezig. De kamers zien er mooi uit, netjes afgewerkt en overal ook met een oud accessoire erin verwerkt. Bijvoorbeeld een oude balk aan het plafond. Elke kamer heeft een eigen moderne toilet- en doucheruimte. Het uitzicht vanuit de kamers op de binnentuinen is prachtig. De oude muren van de abdij geven extra sfeer en contrasteren sterk met het moderne interieur. Beneden zijn een invalidenlogeerkamer en invalidentoilet. Voor komend jaar is voor bijna alle weekenden al wel een boeking binnen. Zelfs voor 2022 zijn er al reserveringen. Boven een van de poorten van het gebouw is de vroegere fruitzolder veranderd in een studie- en bibliotheekruimte voor de monniken met ramen aan beide kanten, waar een grote tafel met stoelen uitnodigend klaar staan.
Rondom de gebouwen
De binnentuinen zijn mooi aangelegd, strak als een oude kloostertuin, maar dan met bloemen, beuken, grindpaden en gezellige zitjes. Het onderhoud gebeurt in eigen beheer. Aan de zijkant, achter de zonnepanelen en tegen het bos aan is een beschutte ruimte voor stiltegroepen. De grond hiervoor wordt nog wat opgehoogd zodat er een natuurlijke scheiding ontstaat. Een deel wordt met gras ingezaaid en een deel met bloemenmengsel. Er komen picknickbanken en een overkapping aan de schuur voor comfortabele zitmogelijkheden. Verderop is de leefwereld van de monniken. Er komt een duidelijke scheiding tussen de nieuwe groepsaccommodatie en de abdij zoals die hier al jarenlang bestaat. Verwarming en elektriciteit zijn zo veel mogelijk zelfvoorzienend. Zowel de abdij als de abdijhoeve worden verwarmd en krijgen warm water van de twee verwarmingsketels die gestookt worden met houtsnippers. Deze komen van de gekapte bomen van het eigen landgoed. Hier is een flink buizenstelsel voor nodig. Er zitten warmtewisselaars in voor warm douchewater voor de abdij. De abdijhoeve gebruikt boilers. De elektriciteit komt grotendeels van de zonnepanelen. Voor noodgevallen is er wel een gasaansluiting achter de hand.
De Abdijhoeve Betlehem wordt momenteel vooral bezocht door groepen die zelf een programma hebben: mindfulness-groepen, onderwijsgerelateerde groepen en leiderschapstrainingen. Ook daggezelschappen kunnen gebruik maken van de ruimtes en de horecavoorziening. De monniken verzorgen ook zelf trainingen. Als alle bouwvakkers, elektriciens, installateurs, stratenmakers, hoveniers, schilders en leveranciers van lampen, linnengoed, bedden, tafels en meubels eindelijk verdwenen zijn, zal er na bijna twee jaar de rust terugkeren op deze bijzondere sfeervolle plek.