Tuinman van de familie Passmann

Joop Helmink

Gert Besselink uit IJzevoorde heeft meer dan 50 jaar op Slangenburg gewerkt, eerst voor de familie Passmann in de tuinen en na de oorlog in het bosgebied. In 1967 is hij met pensioen gegaan. Mooie verhalen vertellen kleindochter Lies Ankersmit en haar tante Willy Schutter-Besselink, de dochter van Gert Besselink in het huis aan de Loordijk in IJzevoorde, waar ze beiden zijn geboren en getogen.

Bel ‘de luie bengel’.

Dochter Willy weet nog goed dat pa ‘s morgens voor dag en dauw vertrok, lopend naar het kasteel, waar hij om 7 uur door de bel “de luie bengel” aan het werk werd gezet. Die bel gaf een geluid dat klonk als “luie bengel” en gaf de werktijden aan. In grote omtrek van het kasteel was deze bel te horen. De boeren pasten er ook hun werktijden op aan. Die bel hangt nog steeds aan de muur van het eerste bijgebouw, direct links.

Willy praat met grote genegenheid over de kasteelheer en zijn familie. Ze waren heel sociaal naar hun personeel en bewoners van de omgeving. Haar vader, die als 14- jarige jongen op het kasteel kwam, heeft op een gegeven moment de volledige verantwoording gekregen over de tuinen van het kasteel. Hij moest zorgen dat het er piekfijn uitzag als de familie in de zomer en in de jachttijd het kasteel bewoonde.

Bosarbeiders in de eerste helft van de jaren ‘60:
Collectie Gijs den Hollander

Niet alleen de bloemenpracht in de perken en bakken waren een lust voor het oog in de zomer, ook de exotische planten die niet tegen de vorst konden moesten verzorgd en geplant worden. Gert heeft die exoten, zoals de oranjeboom en vijgenbomen, zelf gehaald bij naburige landgoederen en kastelen. De bloemenkamer voor overwintering is er nog steeds. De moestuin was ook een belangrijke taak voor Gert. Alle soorten groenten werden gepoot en gezaaid in de kweekbakken met glasplaten. Belangrijk was dat ze ook geoogst konden worden als de familie op het kasteel was.

Dat de familie Passmann geliefd was bij de Besselink familie blijkt uit een anekdote van Willy. Mevrouw Passmann kwam geregeld bij de familie in IJzevoorde op bezoek en vroeg dan aan de moeder van Willy “of ze uit konden met het geld dat Gert verdiende?” “Nee,” was het antwoord, waarop ze altijd iets extra’s kregen. Gert vond dat maar niets, hij was te ‘gruts” om dat te laten blijken. Zijn vrouw niet, die pakte het dankbaar aan. Ze kreeg ook geregeld lappen stof om kleren van te maken. Ze beschouwde dat als extra waardering voor wat Gert deed op het kasteel.

Van links naar rechts: zoon Gert Besselink, Gert Besselink de tuinman, zijn echtgenote, kleindochter Ada Schutter en dochter Gerda Jansen-Besselink: Collectie Gijs den Hollander

Toen het kasteel en landgoed van de familie Passmann werd onteigend na de oorlog, was de tuin rond het kasteel niet meer de grootste prioriteit voor de rentmeester. Gert ging toen vooral op het landgoed in de bossen aan het werk. Daar heeft hij ook fijne herinneringen aan, want in de bossen werkte hij met collega’s, wat veel gezelliger was. Het werk was soms ook zwaar. Als er bomen gerooid moesten worden waren er niet zulke machines bij de hand zoals tegenwoordig. Vooral “stumpen uut maken” was een tijdrovend en zwaar werk. Tegenwoordig worden de stompen van de bomen gefreesd in de grond. Toen moesten ze uit gegraven worden en werd dat hout gebruikt voor in de kachel.

Gert heeft ook zorg gehad voor de begraafplaats van de familie Passmann. Nadat de familie verdween, is het kerkhof een tijdlang verwaarloosd. Tegenwoordig wordt het kerkhof goed onderhouden. Er is een nieuwe muur geplaatst en het monumentale hekwerk is gerestaureerd. Dit komt de familie Passmann ook toe, want dit was de afspraak toen de gronden waren geschonken aan de gemeente voor de Algemene Begraafplaats aan de Kommendijk.

Eerste begraafplaats aan de Kommendijk

Willy weet nog te vertellen dat haar vader in de oorlog was opgeroepen door de Duitsers om loopgraven te graven in en rond Bingerden, vlak bij Doesburg. Hij ging ’s morgens vroeg met de fiets op pad en kwam ’s avonds terug. Dat waren spannende en moeilijke tijden.

Kleindochter Lies weet nog precies hoe opa na zijn pensionering voor zijn huis aan de Loordijk 28 zat te genieten van zijn tuin. Hij heeft jaren gewoond in het huis dat toen onbewoonbaar was verklaard maar waar hij met een speciale vergunning mocht blijven wonen.

Nu woont Lies met haar gezin weer in het totaal gerenoveerde ouderlijk huis van Opa Gert. Prachtig dat deze 18e-eeuwse arbeiderswoning bewaard is gebleven. Mooie verhalen met foto’s uit die tijd, Willy en Lies praten met genegenheid en trots over hun vader en opa.