Kunst in de Kijker

Weefwerk van Riek Bruggink – te Voortwis

Anneke Zwager

Deze keer ben ik op bezoek bij Riek, weefster in hart en nieren. Wat begon met een patroon uit de Ariadne is uitgegroeid van een serieuze hobby tot kunstenaarschap. Ik word ontvangen in een kamer in Scandinavische sfeer en veel licht. Er hangt een prachtig wandkleed aan de muur in verschillende kleuren rood. In de boekenkast staan verschillende driedimensionale weefwerken. Zoiets heb ik niet eerder gezien; daar wil ik meer van weten. Het werk van Riek ziet er modern en professioneel uit. Ze doet het bijna vijftig jaar en heeft zich systematisch ontwikkeld. En dat blijkt wel als ze vertelt.

Riek is geboren in een boerengezin in Breedenbroek, kreeg daar de eerste jaren les van meester Silias (die later in Halle-Heide lesgaf). Verdere scholing volgde in Aalten en Doetinchem. Ze leerde haar man Cor kennen en als jong stel vestigden ze zich in Ede, later met de drie zoons in Almelo en nog weer jaren later in Doetinchem. In de jaren ‘70 maakte Riek kennis met het weven, ze deed een basiscursus en ging op een geleend weefgetouwtje aan de slag. Ze kreeg van haar man een mooi tafelgetouw, zodat ze zich verder kon bekwamen. En van het één kwam het ander. Ze werd lid van een weefkring en uitgedaagd tot nieuwe onderwerpen en technieken met name door veel te experimenteren. Ze deed opleidingen in handvaardigheid en textiel, gaf les en lezingen, schreef artikelen en vervulde bestuursfuncties.

Ze ontwikkelde haar eigen stijl: abstract, gebaseerd op structuren en ritmes. Als je het hebt over weven, dan heb je het over de schering (de ketting) en de inslag. Als ketting worden garens gebruikt. Voor de inslag gebruikt Riek niet alleen garens zoals wol, linnen en katoen maar ook koperdraad en papier. En dat papier wordt gevouwen en soms beplakt en geborduurd. Koperdraad geeft de mogelijkheid om het werkstuk te vormen tot een driedimensionaal object. Haar inspiratie vindt ze in natuurlijke ritmes en structuren, zoals afdrukken van de branding op het strand, of het blad van de wingerd in de herfst. Als vanzelf gebruikt ze daarmee veel aardekleuren. Naast wandweefsels en objecten weeft ze ook sjaals.

Ze vertelt over een werkstuk dat bij haar in de kast staat. Ze had jaren geleden foto’s gemaakt van hout dat bij Lettink in IJzevoorde lag te drogen, zowel van de kopse kant als de lange kant. Mooie structuren zag ze er in, daar kon ze vast wel wat mee. Ze maakte wat proeflapjes om de structuren te vatten, daarna werden de lapjes opgerold om er weer ‘boomstammetjes’ van te maken. Dat vroeg wel om een lange ketting en een nog langere ketting, dus moest ze die opnieuw opzetten. Uiteindelijk werden de boomstammetjes gestapeld en tot een blok gemaakt. En de titel werd: STAPELGEK.

Van elk project wordt het hele proces van experimenteren, variëren en de ervaringen genoteerd en in een map gedaan. Zo kan ze altijd terugkijken. Die aantekeningen worden weer gebruikt als ze een cursus geeft. Want dat doet ze nog steeds. Ze vindt het fijn om anderen te inspireren en te zien wat anderen met de ideeën doen.

Misschien lijkt het of Riek niets anders doet dan weven. Dat is zeker niet waar. Ze was en is actief op sociaal gebied, o.a. in verschillende kerkelijke werkgroepen, de Wereldwinkel en Museum Smedekinck. “Want” zegt ze, “werken met en voor mensen is toch waar het echt om gaat in het leven.”

Meer info op www.wevenriekbruggink.nl


Martijn Leppink

Carel de Vries

Het contrast kan bijna niet groter. Vlak naast het historische kasteel Slangenburg, omringd door de oude bossen en statige lanen bevindt zich sinds 2015 het hypermoderne melkveebedrijf van Martijn Leppink en zijn ouders. Wanneer ik met Martijn door de stal loop, doen vier robots voor hem het werk. Twee robots melken de koeien, een andere robot veegt continue de mestgang in de stal schoon en een vierde robot brengt meerdere keren per dag volautomatisch vers voer voor het voerhek. Verleden en toekomst in harmonie naast elkaar op een eeuwenoude locatie. In harmonie, want het bedrijf aan de Varsseveldseweg is niet alleen high tech, maar ook natuurinclusief. Martijn: “Van de 85 hectare land die wij beheren, valt 18 hectare onder agrarisch natuurbeheer. Maar los daarvan hebben wij hier overal te maken met de natuur. Je moet ermee leren werken, maar wij vinden het mooi om te doen. We telen zelf ook graan als voer voor de koeien en hebben veel kruidenrijk grasland. Op die percelen zie je volop insecten en bloemen. Het is leuk als je dan van wandelaars complimenten krijgt.”

Natuur, milieu, dierwelzijn en economie

Het inspelen op de mogelijkheden van de plek en de wensen van de samenleving zien Martijn en zijn vrouw Miranda als een kans. “Voor veel werk dat wij voor de natuur doen, krijgen we een vergoeding van de overheid. En daarnaast heeft de zuivelfabriek waar wij de melk aan leveren een duurzaamheidsprogramma. Mede dankzij deze plek kunnen wij voldoen aan de hoogste duurzaamheidseisen, daardoor krijgen wij een mooie plus op de melkprijs.”

Die plus op de melkprijs heeft hij ook te danken aan de moderne stal die aan alle eisen voor dierwelzijn voldoet en omdat Martijn zowel de melkkoeien als het jongvee volop weidegang geeft. Maar ook kleinere zaken als nestkastjes en een insectenhotel zijn onderdeel van de in totaal eenenveertig punten waaraan het bedrijf moet voldoen voor de plus op de melkprijs. Al met al leveren werken aan natuur, milieu en dierwelzijn een serieuze bijdrage aan de economie van het bedrijf.

Verplaatsing met kopzorg

Martijn en zijn ouders zijn naar Slangenburg gekomen nadat zij in Barchem door de provincie waren uitgekocht voor de aanleg van natuurgebied Het Stelkampsveld. Bij de start op de nieuwe locatie stuitten ze echter op een fors probleem. Martijn: “Nadat ik de Hogere Landbouwschool in Dronten had afgerond, wilde ik samen met mijn ouders gaan boeren. Dat betekende dat het bedrijf voor twee gezinnen een inkomen moest opleveren. Daarom was ons plan erop gericht om te groeien van 70 naar 120 koeien. Maar juist toen wij onze plannen gingen realiseren voerde de overheid onverwacht de fosfaatquotering in. Die begrenst het aantal koeien dat je mag houden. De fosfaatquotering ging in op 1 juli 2015, dat was precies de dag dat hier het eerste beton voor de nieuwe stal werd gestort. Het gevolg was dat wij hoge kosten moesten maken om extra fosfaatquotum aan te kopen om de noodzakelijke groei mogelijk te maken. Volgens de overheid kwamen we niet in aanmerking voor een knelgevallenregeling.” Het was voor Martijn, Miranda en zijn ouders een moeilijke periode met rechtszaken en veel kopzorg. Daarbij hebben zij overigens veel steun ervaren van de provincie en Staatsbosbeheer, van wie zij het land pachten. “Iedereen wilde dat deze bedrijfsverplaatsing zou slagen. Alle partijen stonden achter onze plannen. Staatsbosbeheer heeft nog laten uitzoeken of een biologische bedrijfsvoeringperspectief zou bieden, maar dat bleek financieel niet haalbaar”, aldus Martijn.

Er is meer dan de boerderij

Nu, negen jaar later, draait het bedrijf, met iets minder dan de geplande 120 koeien, heel goed. Grootse plannen heeft Martijn voorlopig niet. “We gaan niet verder groeien of investeren. Het bedrijf is af. Nu is de uitdaging om steeds verder de puntjes op de i te zetten.”

“Boeren op deze plek zie ik als een kans”

Spijt van de keuze voor Slangenburg heeft Martijn niet. “Wanneer je de kans krijgt een nieuw bedrijf te starten, ga je nadenken waar je verder zou willen boeren. Veel boeren vertrekken in zo’n situatie naar de vruchtbare klei van Friesland, de Flevopolders of Zeeland. Wij zijn ook nog in de polder wezen kijken, maar dat is niks voor ons. Het is hier in de Achterhoek veel mooier. Elke dag werken in zo’n mooie omgeving als Slangenburg is toch prachtig. Bovendien hebben we hier onze familie en vrienden. Er is meer in het leven dan de boerderij. Geld is nodig, maar het maakt niet per se gelukkig.”


Julianne krijgt de kans om boerin te worden

Carel de Vries

“Ik heb mijn hele leven hard gewerkt om dit bedrijf op te bouwen. Wij vinden het heel jammer als het zou ophouden te bestaan. We kunnen het wel verkopen, maar als ik een ander ermee gelukkig kan maken, doe ik dat liever.” Aan het woord is Bert Smallegoor. Samen met zijn partner Frieda Honders, heeft hij een melkveebedrijf aan de IJzevoordseweg in Doetinchem. Die ‘ander’, dat is Julianne Brunsveld geworden. Acht jaar geleden kwamen ze met elkaar in contact. Bert zocht iemand die zo nu en dan de koeien kon melken. Een stagiair tipte hem: Julianne. En die kwam om nooit meer te vertrekken. Julianne: “Ik ben in het buitengebied van Gaanderen opgegroeid tussen de boeren. Mijn ouders hebben een kleine hobbyboerderij. Ik vond het boerenleven altijd al prachtig en ben naar de landbouwschool gegaan. Eerst naar de middelbare in Doetinchem en daarna naar de hogere in Dronten. Afgelopen maart heb ik mijn studie agrarisch ondernemerschap afgerond.”

Bert: “Wij hebben geen kinderen, als je dan de vijftig gepasseerd bent, ga je denken, ‘wat doen we met het bedrijf’. Frieda en ik speelden met de gedachte het te verkopen en een deel van het geld aan een goed doel te geven. Ik zei dat een keer tegen Julianne die toen al bij ons kwam melken. Zij zei: ‘Ik weet wel een goed doel: help Julianne boerin te worden’.” Bert en Julianne kunnen er nog om lachen. Maar, aldus geschiedde: het overdragen van de boerderij aan Julianne werd ‘het goede doel’. Vervolgens kwam het proces in een stroomversnelling. Bert: “Er bestaat een fiscale regeling die bedrijfsovername buiten de familie aantrekkelijk maakt, maar die regeling dreigde te worden geschrapt. Als dat zou gebeuren zou bedrijfsovername voor Julianne financieel onmogelijk worden. We hebben toen, nu drie-en-een-half jaar geleden, snel een maatschap opgericht, zodat Julianne, hoewel ze nog studeerde, partner werd in het bedrijf.”

Het zijn onzekere tijden, maar ik laat me niet afschrikken

Een echte koeienboer

Nu werkt Julianne volop mee in het bedrijf, waardoor Frieda het inmiddels wat rustiger aan kan doen. Daarnaast werkt Julianne nog twee dagen per week als inseminator voor FertiPlus uit Ruurlo, een KI-organisatie. Het is de bedoeling dat Julianne geleidelijk aan steeds meer werk van Bert en Frieda overneemt. Bert: “Ik stel me voor dat wanneer ik over een paar jaar het erf oploop, Julianne tegen me zegt: ‘Bert, zou jij dit even willen doen’.” Hiermee geeft hij aan te beseffen dat hij geleidelijk de leiding van het bedrijf zal moeten loslaten. “Dat is niet zo makkelijk. Frieda en ik hebben zo’n veertig jaar met z’n tweeën geboerd. Nu doen we het met z’n drieën, dat is wennen.” Maar dat loslaten lijkt te lukken. Al direct toen Julianne in de maatschap kwam mocht zij de fokkerij regelen: welke stier bij welke koe. Julianne: “Ik ben een echte koeienboerin. Het liefst ben ik met de dieren bezig. Trekker rijden kan ik wel, maar is niet mijn hobby.”  Bert:”Julianne is heel goed met de koeien, ze heeft er echt verstand van.”

De maten weten wat de belangrijkste succesfactor is voor samenwerking: communiceren. “Je moet elkaar de waarheid kunnen zeggen zonder boos te worden. Je moet je gewoon uitspreken als je wat dwars zit en het niet opkroppen. Dat lukt ons tot nu toe goed”, zeggen ze alle drie lachend.

Vertrouwen in de toekomst

Julianne start met boeren in een tijd dat veel bedrijven stoppen. Al het gedoe rond stikstof en de verplichte mestafzet beneemt veel boeren het perspectief. Julianne laat zich echter niet van de wijs brengen. “Het zijn inderdaad onzekere tijden, maar als je een beetje passie voor je vak hebt, laat je je niet afschrikken. Wij hebben 90 koeien plus jongvee op ruim 60 hectare grasland. Wij kunnen alle mest nu nog op eigen land kwijt. Wanneer dat in de toekomst niet meer kan, hebben we drie mogelijkheden: tegen betaling mest afzetten, grond bijhuren of een paar koeien minder houden. Het is een kwestie van rekenen wat de minst slechte optie is.”

Ook Bert en Frieda zien de toekomst met vertrouwen tegemoet. Bert: ”We hebben op het bedrijf twee woningen. Afgesproken is dat wij hier kunnen blijven wonen, ook na de overname van het bedrijf.” Die overname staat gepland voor over een jaar of vijf.

Na afloop van het gesprek zegt Bert nog: “Het is toch mooi dat hier in de Slangenburg zo’n bedrijf een nieuwe toekomst krijgt? Als Julianne hier gelukkig wordt, zijn wij het ook.”


De Boldiek

Toos Lenderink

Enkele generaties geleden is het terrein aan de Boldijk door de familie Buunk ontgonnen en ontstond er een boerenbedrijf dat in de loop der jaren uitgegroeid is tot een gemengd horecabedrijf. Door het plotselinge overlijden van Fonds Buunk eind 2021, dreigde hier een einde aan te komen. Maar zijn vijf kinderen: Ruben, Cecile, Djef, Ivette en Djim zeggen meteen dat ze willen doorgaan met het bedrijf. De neuzen staan dezelfde kant op en gezamenlijk starten ze een vof.

Wat is er allemaal al gedaan

Vanaf de oprichting en zeker vanaf oktober 2023 is er veel aangepakt. Het bestemmingsplan wordt eindelijk goedgekeurd, waardoor horeca met overnachting is toegestaan. De al langer bestaande plannen om appartementen te bouwen kunnen nu verder uitgewerkt worden! De website is door neef Cas Buunk mooi opgezet en er is geïnvesteerd in automatisering: planning en agenda gaan nu via de computer. Er is een mooie speelplek voor kinderen gerealiseerd, een grotere parkeerplek gekomen en het straatwerk en de tuin zijn aangepakt. Buiten ziet alles er mooi en verzorgd uit.

Over de jonge ondernemers

Ruben, de oudste, werkte bij bouwbedrijf Van Campen op kantoor en had het daar naar zijn zin. Maar hij voelde zich verantwoordelijk voor de rest van de familie aan de Boldijk. Inmiddels werkt hij hier fulltime. Ruben verzorgt onder andere de inkoop en onderhoudt de contacten met klanten in persoonlijke gesprekken via telefoon en mail.

Cecile studeerde hospitality en weet dus alles af van gastvrijheid. Ze heeft een baan bij Bolletje in Almelo en heeft vooral de sociale-mediakant op zich genomen zoals Facebook en Instagram. Ze zet zich ook verder in waar nodig.

Djef is pas afgestudeerd en sinds kort aan een baan begonnen bij Studio Fedde. De keukens in de drie appartementen zijn via dit bedrijf gerealiseerd. Bij de Boldiek is Djef de perfectionist die het totaal goed in de gaten houdt en is zeer geschikt voor zijn taak: de financiën en facturen.

Ivette zegde haar kantoorbaan op en nam de taken van moeder Ciska over. Zij is het aanspreekpunt en werkt fulltime bij de Boldiek. Zij en haar moeder bemensen de keuken en bij ruimtegebrek kan er altijd uitgeweken worden naar de keuken van Ciska in Zelhem, waar deze haar eigen bedrijf heeft. Alles wat uit hun keukens komt, wordt alom geprezen! Op maandagavond is er gezamenlijk overleg, de dinsdag is voor extra klusjes, zoals ramen doen en verzorgen van de bloemstukjes.

Djim heeft een opleiding loodgieter/elektromonteur gevolgd. Hij helpt mee op allerlei fronten.

Wensen voor de toekomst

Voorlopig willen ze gewoon lekker draaien en gezien de volle agenda lukt dat aardig! In de appartementen hebben al bruiloftsgasten overnacht en ook bedrijven die voor teambuilding komen, weten inmiddels de weg. De lange oprit mag nog verbeterd worden en de toiletten en terrassen aangepakt. Maar samen met de losse oproepkrachten vormen ze vooral een leuk, gezellig en jong team.

Privéleven Ruben en Ivette proberen ook tijd vrij te houden voor hun privéleven. Maar je proeft duidelijk dat zij de andere drie proberen te ontlasten. “Zij moeten ook van hun jeugd kunnen genieten zoals wij dat hebben kunnen doen!” “En als Ruben met vrienden naar het EK voetbal wil dan kan dat.” De vijf hebben veel voor elkaar over en dat stralen ze uit.


Schilderzusjes

Hanneke van de Velde

Afgelopen november hebben de zussen Sophie en Isabelle van Kooten de knoop doorgehakt en zijn ze hun bedrijf ‘Schilderzusjes’ gestart vanaf de Varsseveldseweg in Doetinchem. Isabelle met een achtergrond in de schilders- branche en Sophie met logopedie als voorgeschiedenis. Sindsdien hebben ze hun handen vol aan het geven van kleur- en interieuradvies op maat en het daadwerkelijk uitvoeren van het schilderwerk van de interieurs van hun klanten in de regio Achterhoek.

Het ontstaan van Schilderzusjes

Het enthousiasme spat er af als de schilderzusjes Isabelle en Sophie over hun bedrijf vertellen. Het begon er mee dat ze samen een kinderkamer aan het verven waren en daar echt gelukkig van werden. Beiden zaten ze net in een keuzemoment voor wat betreft hun werk. Toen was het idee van een eigen interieuradvies- en schildersbedrijf snel geboren en ook nog eens tot uitvoering gebracht. Ook de naam was er meteen. Om de reistijd binnen de perken te houden werd de Achterhoek het werkterrein. Met vertrouwen en support uit de naaste omgeving en een gedegen bedrijfsplan zijn ze aan de slag gegaan, want er moest echt wel voldoende zakelijk perspectief zitten in deze stap. Voor ieder zijn er toch wat specifieke taken in hun bedrijf. Hoewel ze uitwisselbaar zijn op alle vlakken, is Isabelle wat meer gericht op marketing en sociale media en Sophie wat meer op boekhouding en administratie.

Enthousiasme en vrijheid

Het fijne van het werk is dat het heel afwisselend werken is voor heel verschillende mensen met een diversiteit aan opdrachten. Wel verfraaien de Schilderzusjes altijd alleen het interieur door advies en schilderwerk. Buitenschilderwerk doen ze niet. Zij ervaren meer creativiteit in het interieur. Ze denken altijd in mogelijkheden en hoeven daarom ook eigenlijk nooit nee te verkopen richting een klant.

De vrijheid van het zelf ondernemen voelt ook goed. Als zussen zijn ze enorm goed op elkaar afgestemd en voelen ze elkaar feilloos aan, wat in het werk heel handig blijkt te zijn. Ze gaan ook eigenlijk altijd samen op pad. Dit doen ze dan met hun eigen ‘Schilderzusjesbus’. (zie foto)

Sophie en Isabelle hergebruiken zoveel mogelijk materialen en experimenteren o.a. met de toepassing van nieuwe soorten (duurzame) verf zoals bijvoorbeeld de lijnolieverf.

Echt adverteren doen ze nauwelijks; wel wat op sociale media en de belettering op de bus. Tot nog toe werkt mond-tot-mond reclame uitstekend. Ze krijgen veel waardering van klanten en die vertellen het weer door. Betere reclame is er niet.

Het is fysiek zwaar werk, maar het voelt niet als werk en ’s avonds is bij beiden het hoofd heerlijk leeg en opgeruimd. Een soort mindfulness, zo ervaren de zussen hun werk. Werk waar ze echt gelukkig van worden.

De toekomst

Een wens voor de toekomst is: wat meer de focus op een volledig interieuradvies. Dus ook een verlichtingsplan, raambekleding en vloerbedekking in het advies opnemen. Dat sluipt er stiekem toch al vaak in, want klanten vragen er steeds meer naar. Isabelle en Sophie hebben veel oog voor details en dat wordt opgemerkt. Het is bijna onvoorstelbaar wat ze het afgelopen jaar al aan ervaring hebben opgedaan in de diverse projecten.

Ben je nieuwsgierig geworden naar Schilderzusjes van Sophie en Isabelle en hoe hun werk er uitziet? Kijk dan eens op de website: https://schilderzusjes.nl


Wietse Rougoor, boer en ondernemer

Joop Helmink

In de gemoedelijke boerenkeuken aan de Pellendijk, aan de rand van de Slangenburg, zitten vader Theo en zoon Wietse Rougoor hun late ontbijt om 10.30 uur te nuttigen. De ochtendwerkzaamheden op de boerderij zijn klaar, dus er is wel even tijd om met jonge boer Wietse te praten over hoe hij op de boerderij van zijn ouders een steeds belangrijkere plaats innam. Dit leidde er uiteindelijk toe dat hij deelnemer werd in de vof, die is opgericht om de toekomst van het mooie familiebedrijf zeker te stellen.

Wietse

Wietse, 28 jaar, wil liever jonge boer genoemd worden in plaats van jonge ondernemer. “Dat past meer bij mij”, vertelt Wietse. 28 jaar jong treedt Wietse in de voetsporen van zijn vader en wordt medeverantwoordelijk voor het melkveebedrijf. Zijn opleiding in de agrarische sector begon in de wieg aan de Pellendijk. Vandaaruit groeide de passie om boer te zijn. Op het AOC in Doetinchem leerde hij dat hij een goede keuze had gemaakt, en samen met de praktische opleiding op het bedrijf thuis werd dat de basis voor zijn carrière als melkveehouder.

Deeltijdboer

Wietse runt samen met vader Theo de boerderij. Om een goed inkomen te kunnen realiseren, is het vanwege de schaalgrootte nodig om een deeltijdbaan erbij te hebben. Wietse werkt daarom twee dagen per week bij het bedrijf Silcom van zijn broer Sil, dat camerabewakingssystemen verkoopt en installeert, voornamelijk bij boerenbedrijven, waarmee het erf en de stallen kunnen worden bewaakt. Moeder Nicole is ook participant in de V.O.F. met daarnaast een baan buitenshuis, waardoor het financiële plaatje stabiel is met ieder zijn inbreng.

Nieuwbouw

Het melkveebedrijf omvat op dit moment ongeveer 75 melkkoeien en het nodige jongvee. In 2023 is een nieuwe ligboxenstal gebouwd waarin tot ongeveer 100 stuks melkvee kunnen worden gehouden. In de roerige, onzekere tijden waar de boerenstand onder te lijden heeft, is het opmerkelijk en moedig dat de familie Rougoor deze stap heeft genomen. “Wij zijn al sinds 2015 bezig om de nieuwbouw te realiseren”, vertelt Theo. “Alle regelgeving en voorwaarden waarmee je geconfronteerd wordt, hebben tijd nodig. We hebben de nieuwbouw gerealiseerd met een aannemer voor de ruwbouw; de afbouw met installaties hebben we voornamelijk zelf gedaan.” Wietse is de handige alleskunner die het meeste verstand van techniek heeft. Theo beheerde de werkzaamheden voor het melkveebedrijf in die periode.

Innovatieve installaties

Enthousiast wordt geïnvesteerd in installaties waarvoor soms de regelgeving nog moet worden vastgelegd. Een voorbeeld is de beluchtingsinstallatie die in de mestkelder is aangebracht, waardoor het rottingsproces van de mest vermindert en de ammoniakuitstoot sterk wordt gereduceerd. Alleen is de regelgeving nog niet zover dat het nut van deze installatie wordt erkend. De nieuwste ontwikkelingen met betrekking tot mest-, stikstof- en ammoniakreductie hebben deze vooruitstrevende ondernemers in de nieuwe stal al gerealiseerd. “De zogenaamde cowtoilet-faciliteit, waarbij de urine apart wordt opgeslagen los van de vaste mest, zodat weinig of geen ammoniak vrijkomt, hebben we gerealiseerd waardoor we vergunning hebben gekregen om te bouwen. Daarbij komt dat de mest en urine die wordt geproduceerd, rijker is aan mineralen en stikstof, zodat er minder kunstmest hoeft te  worden gebruikt”. Deze vooruitstrevende en positief ingestelde boeren hebben door de aanleg van deze installaties het volste vertrouwen dat het goed komt.

Twee koeien maken gebruik van het cowtoilet

Politiek

Wietse is ook met de trekker naar Den Haag geweest om de politiek duidelijk te maken dat het niet aan de orde is om de boerenstand te vernietigen. Hij heeft een duidelijke mening over wat er moet veranderen, maar de rekening kan niet alleen op het bordje van de boeren worden geschoven. Gelukkig ziet Wietse een omslag in het denken van de beleidsmakers die nu aan het roer staan. Hij hoopt dat ze het volhouden en een beleid kunnen neerzetten waar alle belanghebbende partijen van kunnen profiteren.

Natuur en duurzaamheid

“Wij boeren zijn bij uitstek bewakers van de natuur en gebaat bij biodiversiteit, maar we worden vaak neergezet alsof wij de oorzaak zijn van alle milieu-ellende. Zijn wij in Nederland gebaat bij halvering van het melkveehouders bestand? We moeten straks twintig miljoen mensen in Nederland van voedsel voorzien. Als dat voedsel uit het buitenland moet komen waar we geen invloed hebben op hoe het geproduceerd wordt, zijn we verder van huis.” Wietse is gepassioneerd aan het woord, aangevuld door vader Theo. De mannen zien de problemen maar zien ook oplossingen. Met hun nieuwe stal geven ze een voorbeeld hoe met liefde en vakmanschap voor hun mooie bedrijf een goede bijdrage kan worden geleverd om verantwoord boer te mogen zijn in Nederland.


Ties Werkplaatsdeal

Hanneke van de Velde

In de verte is de duidelijk beletterde bus van Werkplaatsdeal al zichtbaar, net als de jonge ondernemer achter dit vier jaar oude bedrijf in het buitengebied aan de Vloedweg in Zelhem. Al op jonge leeftijd had Ties Steintjes interesse in techniek, maar ook in het verkopen van dingen. Op zijn 17e jaar is Ties gestart met Werkplaatsdeal, een groothandel in ijzerwaren, bevestigingsmaterialen, smeermiddelen en reinigingsmiddelen. Hij is nu fulltime bezig dit bedrijf verder vorm te geven.

De start

De energie spat er af als Ties Steintjes over Werkplaatsdeal vertelt. Dan begrijp je ook meteen dat hij als vertegenwoordiger nieuwe klanten kan overtuigen voor zijn bedrijf te kiezen of bestaande klanten aan zich bindt. “Dat lukte de afgelopen vier jaar ook aardig”, vertelt Ties. Doorzettingsvermogen was hier wel heel belangrijk, want ‘koude’ acquisitie (zonder afspraak een bedrijf binnenlopen om zaken te doen) kent ook teleurstellingen.

Het motto van Ties is; “Een beller is sneller”

Nadat Ties zijn opleiding voor automonteur op zijn 17e had afgerond, is hij de techniek verder ingerold, richting verkoop. Na korte tijd ging hij zelf aan de slag. Hij is ‘de boer opgegaan’ om klanten te overtuigen dat ze voor hem en zijn bedrijf moesten kiezen. Dat ging goed. De bedrijven werden steeds groter en de orders ook. Zijn slogan is: “Gewoon goed.” Of het nu een grote of kleine klant is: ‘zeggen wat je doet en doen wat je zegt’ is heel belangrijk. Momenteel heeft hij ruim 100.000 artikelen in zijn assortiment en daar weet hij het fijne wel van, maar klanten weten vaak zelf ook wel wat ze moeten hebben.

In de ochtend tot een uur of elf is Ties druk met klanten en de handel. Daarna worden de orders verwerkt en uitgeleverd. Is het warm weer, dan geldt ook in zijn branche ‘Vrouwen bloot handel dood.’

Ties heeft wat ondersteuning op het gebied van techniek, media en uitleveren van pakketten. De verkoop ligt 100% bij hemzelf: Ties zelf is het gezicht achter het bedrijf. Met zijn overtuigingskracht en positieve houding: begrijpelijk dat dit resultaat heeft. Hij heeft een hoge ‘gunfactor.’ Maar hij weet ook waar hij het over heeft en komt zijn afspraken na. Een mooie combinatie.

Eerst stond Ties met Werkplaatsdeal bekend als ‘de jongste ondernemer.’  Nu, vier jaar later, is dat verschoven naar ‘de Achterhoekse Schroevenkoning.’ Hij geeft aan dat je het werk wel mooi moet vinden, want het gaat niet van zelf.

Veranderingen in de markt en de toekomst

De laatste jaren is het leveren van materiaal voor nieuwbouw wat onder druk komen te staan door het stagneren van deze bouw. Dan zie je dat de groei weer wat meer komt uit renovatie van bestaande woningen. Ook zijn levertijden soms wat langer en moeilijker in te schatten door allerlei zaken die spelen in de wereld.

Ties heeft de ambitie om verder te groeien. Hij ziet na een aantal jaren dat de reclame via-via toeneemt. Mensen beginnen hem te kennen en vertellen dat door. Dat werkt wat makkelijker dan de ‘koude acquisitie’ die hij meestal pleegt. Ook wil hij zijn computersysteem uitbreiden met diverse data en wat meer producten onder eigen naam. Onlangs heeft hij de cursus ‘Toekomstbestendig ondernemen en leiderschap’ behaald.

Mooi vond hij het laatst, toen een vriend in zijn Werkplaatdealbus reed en hij die zelf van een afstand zag rijden. Dat gaf een gevoel van trots: “Hé, dat is de mijne”.

Wil je meer weten over Ties en Werkplaatsdeal?

Kijk op www.werkplaatsdeal.nl


Kunst in de kijker

Annie Overveld, fotografe van de Slangenburgh-boode

Tekst en foto Anneke Zwager

Deze editie besteden we aandacht aan de fotograaf van de Slangenburgh-boode. Wie is toch de persoon achter die prachtige landschapsfoto’s in de Boode? Altijd staat ze achter de camera en buiten beeld. Vandaag zetten we haar in de schijnwerpers. Om daarachter te komen, ga ik op de fiets naar ’t Goor.

Daar, in haar ‘oldershuus’ woont Annie Overveld. Ze is er geboren en getogen, ging voor de school naar IJzevoorde en voor de kerk naar Gaanderen. Oma woonde in hetzelfde huis als haar ouders met hun vier kinderen, zoals zo lang gebruikelijk was in de Achterhoek. Toen zij trouwde, verhuisde Annie met haar man naar Zelhem en kon ze haar eigen leven opbouwen, met kinderen en werk. Dertig jaar geleden kwam ze terug naar Slangenburg. De deel (stal) van de boerderij werd verbouwd tot extra woonhuis. Nu woont zij ‘achter’ en het gezin van haar zoon woont ‘voor’.

Ze is altijd een Slangenburgse gebleven, zoals ze zelf zegt. En dat zal later blijken. Als we een stukje het bos in fietsen om foto’s te maken, ziet ze steeds weer dingen die veranderd zijn. “Kijk, het speenkruid bloeit nu! En het groot hoefblad.” Als Annie hier rondloopt, dan vertelt ze. Historische feiten, oude verhalen en nieuwe ontwikkelingen worden soepel afgewisseld met observaties van seizoenswisselingen, lichtval, composities en verrassende doorkijkjes. Ze kent het gebied op haar duimpje. En ze fotografeert, vaak, heel vaak, en veel. Bijna elke boom in Slangenburg heeft ze voor haar lens gehad. En elke keer ziet ze het anders; vanuit een andere hoek, met ander licht. Compositie, licht, kleur, focus en contrast zijn de belangrijkste beeldelementen waar Annie mee werkt.

Ze wandelt veel en waar ze ook is, die zware fototas gaat bijna altijd mee. Want je weet maar nooit. Het liefst gaat ze alleen op pad. Ze heeft de rust nodig om eigen plekjes te vinden en om alles in te stellen. Dat kost tijd en zo heeft ze er het meeste plezier in.

Ze fotografeert niet alleen in Slangenburg maar ook op vakantie en in monumentale steden. Bij buurtactiviteiten weten ze Annie ook te vinden voor een fotoreportage. Door de opdrachten van de Boode komt ze op plekken die ze tot haar verbazing niet kende. Of op plekken waar een nieuw en verrassend verhaal achter steekt. Zo leert ze altijd weer iets nieuws. En dat houdt het interessant.

Haar eerste camera kreeg ze toen ze zestien was, met een zwartwit-rolletje. De foto’s werden toen nog ontwikkeld door de fotograaf. Het begon met kiekjes van de kinderen en andere familieleden. Maar allengs kreeg ze steeds meer oog voor de omgeving. “Het is hier zo mooi en elke dag is het anders.“

Voorafgaand aan een reis naar IJsland, een land met overweldigende natuur, kreeg ze van haar man haar eerste spiegelreflexcamera. Tja, en daar zaten zoveel knopjes op dat ze besloot een cursus te volgen. Ze leerde niet alleen over de mogelijkheden van de camera en het digitaal bewerken van beelden, maar ook over verschillende manieren van kijken. En er volgden meer cursussen.  Naarmate ze er meer van weet krijgt ze er steeds meer plezier in.

Annie wil graag de natuur goed weergeven, zoals zij haar ziet in al haar schoonheid. En als dat lukt, dan is ze tevreden.


Wandelen langs inheemsen en exoten in en om de Slangenburg

Gert Jan van ‘de Brouwer’

Haagbeuk in het Sterrenbos

Er zijn sites voor de hoogste, dikste of oudste bomen. Rondom Doetinchem zijn bijzondere bomen te vinden in de Kruisberg, het Mark Tennantplantsoen, bij villa Ruimzicht, het Jagershuis in Wehl, maar ook in onze Slangenburg. Veel bomen in parken zijn ooit uit het buitenland gehaald door verzamelaars. Te denken valt aan de Gingko, die oorspronkelijk uit China komt of de Mammoetboom, ook wel Sequoia genoemd, uit Californië. Indrukwekkend maar behalve als nestgelegenheid en als blikvanger geen toevoeging voor de natuur. Daarnaast zijn voor houtproductie snelgroeiende bomen uit het buitenland gehaald. We hebben hout nodig maar helaas zijn deze exoten voor biodiversiteit van weinig waarde en door eenzijdige aanplant ook nog plaaggevoelig. De natuur is ingesteld op inheemse bomen. In en om de inheemse zomereik leven vierhonderdvijftig insectensoorten, maar bij de Amerikaanse eik zijn dit er slechts dertien. Insecten worden gegeten door vogels en zoogdieren, waardoor de gehele fauna profiteert. In dit artikel beschrijf ik een aantal ‘ooit’ aangeplante bomen in en om de Slangenburg. Daarnaast benadruk ik het belang van de aanplant van gebiedseigen bomen. Inheemse, wilde bomen zijn ooit op eigen kracht naar Nederland gekomen. Ze zijn beter bestand tegen klimaatverandering en goed voor de biodiversiteit.

Alle bos in Nederland is aangeplant of het zijn opgekomen zaailingen van geplante bomen. In de Slangenburg zijn in het verleden voor bosbouw veel snelgroeiende exoten aangeplant door met name de familie Passmann. Te denken valt aan de Douglasspar, de Hemlockspar en de Japanse Lariks. Maar ook onze bekende kerstboom, de fijnspar, is niet inheems. Door eenzijdige beplanting is de fijnspar in de Slangenburg al massaal aangetast door de larven van de letterzetter, een schorskever die overigens zelf ook weer van oorsprong uit Azië komt. In de Haankheide zijn ooit buitenlandse zwarte dennen aangeplant. Deze lijken op onze inheemse grove den maar hebben langere naalden en bezitten grotere kegels. Naast de grove den is de Europese lariks met grijze stam inheems. Helaas is deze in de Slangenburg grotendeels verdrongen door de aangeplante Japanse lariks met een roodbruine schors.

Als laanbomen en solitaire bomen staan in de Slangenburg vooral de uit Nederland afkomstige eiken, beuken en lindes. De algemeen voorkomende inheemse zomereik is de grootste blikvanger. Aan de Slangenburgweg staat een imposant exemplaar, maar ook de Hols-eiken en de eik aan de Beneden Slinge in het verlengde van de Holdrostweg zijn groots. Omdat beuken het moeilijk hebben door klimaatverandering en grondwaterwisselingen zijn enkele beukenlanen afgelopen najaar vervangen door beplanting met zomereiken. Her en der in het bos staan ook Amerikaanse eiken en zelfs de hierop lijkende moeraseik. Bij deze laatste ook uit Amerika afkomstige boom die onder andere ook aan de Beneden Slinge aan het eind van de Holdrostweg staan, zijn de bladeren verder ingesneden. Naast beukenbossen en beukenlanen kent de Slangenburg ook lindelanen en solitaire linden in de graslanden. Dwars op de Loordijk, voorbij boerderij Hols zijn lindes naast de laan geplant. Er zijn meerdere soorten lindes zoals zomer- en winterlinde met onderlinge kruisingen die men dan Hollandse linde noemt. Zowel linde als beuk zijn gelukkig wel inheems, zodat insecten en insecteneters hiervan kunnen profiteren. In het Sterrenbos staan behalve gewone beuken de ook inheemse haagbeuken. In dit bosgedeelte blijven omgevallen bomen liggen, wat een grote biodiversiteit oplevert van insecten, vogels en paddenstoelen.

Langs wegen en waterlopen rondom de Slangenburg zijn gelukkig wel veel inheemse bomen aangeplant. Ruwe berken, zwarte elzen, knotwilgen en de gewone es zijn mooie voorbeelden. Maar vooral van populieren en esdoorns komen weer veel buitenlandse varianten voor. Plant je zelf bomen of struiken met als doel biodiversiteit, wees dan kritisch op de soort en waar het plantmateriaal vandaan komt.

zomereik Slangenburgweg


Wandelcamping ‘Pluk de dag’

Hanneke van de Velde

Je voelt je meteen welkom als je het terrein van wandelcamping ‘Pluk de dag’ op komt rijden. De voormalige camping ‘De Slangenburg’ heeft een ware metamorfose ondergaan. Het resultaat mag er zijn. Een uitnodigende recreatieruimte trekt meteen de aandacht en in de ruime receptieruimte is bovendien nog een winkel met wandelaccessoires te vinden. Sinds november vorig jaar zijn Dennie en Monica van Herwijnen met hun twee dochters Eva en Julia hiermee enthousiast aan de slag gegaan. Wandelaars, maar ook fietsers zijn de doelgroepen waarop ze zich richten. Ook zijn ze vraagbaak voor gasten met wandelproblemen.

Buurtmaken en noaberschap

Zowel Dennie als Monica komen uit een ondernemersfamilie. Hun laatste zaak was in het centrum van Zoetermeer gevestigd, een wandelspeciaalzaak. Om in te burgeren hebben ze meteen al ‘buurt gemaakt’. Nu al ondervinden ze het in de Achterhoek gebruikelijke noaberschap, iets wat ze indertijd ook ondervonden tussen de ondernemers in Zoetermeer. Ook Eva en Julia hebben hun weg in de Achterhoek al aardig gevonden.

Een echte wandelcamping

De eerste gasten hebben inmiddels de weg naar de camping weten te vinden; nieuwe mensen en voormalige gasten van camping de Slangenburg. Het betreft hier voornamelijk wandelaars die de omgeving komen verkennen of lopers van het Pieterpad. Wandelcamping ‘Pluk de dag’ is namelijk ook een officiële Pieterpad® Pleisterplaats. Dennie en Monica zijn heel duidelijk in de profilering van ‘Pluk de dag’ en op hun website sorteren ze daar al op voor: de camping is voor wandelaars en fietsers die een kleinschalige natuurcamping zoeken en dus niet voor (feest-)partijen en grote groepen. Ze zijn daarom ook aangesloten bij Natuurkampeerterreinen. En alles op de camping gaat gemoedelijk en gebeurt op basis van vertrouwen. Dus in het sfeervolle horecahuisje voor de gasten mogen de gasten zichzelf bedienen.

Oplossingen veelvoorkomende wandelproblemen

Op de camping geven Dennie en Monica persoonlijk advies bij allerhande wandelvragen. Daarnaast is hiervoor ook een webshop ontwikkeld ‘Wandeldrogist’, die binnenkort ‘live’ gaat. Hier vind je oplossingen voor veel voorkomende wandelproblemen in de vorm van een kennisbank en diverse uitgelezen producten. Vanuit hun vorige bedrijf hebben ze daar ruime ervaring in. Er wordt ook samenwerking gezocht met ondernemingen uit de buurt op wandelgebied, zoals diverse wandelschoenspeciaalzaken.

In de winkel allerlei wandelaccessoires

Plannen voor de toekomst

Voorlopig zijn Dennie en Monica druk met het verder vervolmaken van wat er nu is en met hun website Wandeldrogist. En natuurlijk met het hartelijk verwelkomen van hun gasten het aankomend kampeerseizoen.

Een plafond in de sfeervolle recreatie ruimte is volgehangen met wandelschoenen.

Voor meer informatie kijk eens op:www.campingplukdedag.nl of www.wandeldrogist.nl