Tekst en foto’s: Karin Wensink
HET IS ERAF! Herman Nijenhuis, of Herman van Kappers zoals ze hem hier in de buurt noemen, kan weer rustig adem halen. Er komt heel wat kijken bij het zaaien en oogsten van tarwe, maar als het kaf van het koren is gescheiden, het zaad is weggebracht, het stro is geperst en opgehaald, is er tijd voor een kop koffie, een biertje en een verhaal.
De oogst
Het gaf nog even wat spanning of het graan op tijd droog zou zijn en of de weergoden gunstig gezind zouden blijven voor een goede oogst. Nu trekt voor de tweede dag op rij de zelfrijdende oldtimer maaidorser van Herman van Kappers langzaam over het tarweland. Hoog gezeten op zijn troon, bedient hij met trots zijn machine. In één werkgang wordt het gewas gemaaid, gedorst en geschoond. Twee jaar geleden kocht Herman zijn maaidorser van de Oudheidkundige Vereniging in Ruurlo. De machine is een Clayson type M80, rond 1960 geproduceerd in het Belgische plaatsje Zedelgem. De originele handleiding kreeg Herman erbij geleverd. De werkende machine is een mooi samenspel van een heleboel V-snaren. Een groot deel daarvan doet, onbeschermd, aan de buitenkant zijn werk. Binnenin gebeurt ook van alles. Om hem naar behoren te laten werken heeft de machine zijn onderhoud nodig of zoals in de handleiding staat geschreven: “U wint steeds tijd door uw machine ’s morgens goed te verzorgen.” Toch kan het tijdens de oogst gebeuren dat, ondanks een goede ochtendverzorging, de machine ineens met een harde knal tot stilstand komt. Even schrikken, maar met het juiste gereedschap, een dosis technische kennis, engelengeduld en uiteindelijk een paar koolzwarte handen wordt hij met een lachend gezicht weer aan geslingerd. Het werk kan worden hervat. Herman, als liefhebber en hobbyist, ziet dit intermezzo als onderdeel van het totaalplaatje.
Een mooi stukje techniek
De maaidorser maait het graan een stukje boven de grond af. De tarwe valt na het maaien op het maaibord en wordt door een ronddraaiende haspel en een opvoerband of vijzel de dorstrommel ingevoerd. Door wrijving wordt het zaad van het stro gescheiden. Het zaad uit de dorstrommel wordt door een luchtstroom langs een aantal zeven geblazen. Nog niet goed gedorste aren worden een aantal keren langs de zeven gevoerd tot uiteindelijk het schone zaad allemaal door het laatste en fijnste zeef is gevallen en naar de graantank getransporteerd kan worden. Het afstellen van de luchtstroom door de zeven is een secuur werkje. Is deze te laag dan is de uiteindelijke zaadoogst vervuild met stro, is deze te hoog dan verlies je zaad. Gescheiden van het zaad, wordt achter de maaidorser het stro op de grond gedeponeerd.
Boeren of niet? Herman is van boerenafkomst. Zijn familie woont al meer dan vier generaties op deze plek aan de Pluimersdijk in Halle. De familie Nijenhuis komt oorspronkelijk van de Nijmansedijk.Zijn overgrootvader, ook een Herman Nijenhuis, trouwde in 1864 met zijn Berendina Brusse en trok hier in bij haar familie. “Ik had hier best boer willen worden.” vertelt Herman. Zijn vader hield echter de modernisering van het landbouwbedrijf in de jaren ’70-’80 tegen. Er kwam geen ligboxenstal en Herman koos na afronding van de middelbare landbouwschool voor een opleiding en carrière in de bouw. Die carrière in debouw begon in loondienst als timmerman bij van Campen in Zelhem. Op dertigjarige leeftijd begon hij voor zichzelf. “Dat is nog niet altijd even makkelijk, als vakman ondernemer worden in de bouw. Je moet vakwerk leveren voor je klanten, goed met je personeel omgaan en soms ook hard zijn, harder dan je eigenlijk wilt.” Toch heeft Herman altijd met veel plezier in de bouw gewerkt. Zijn laatste grote klus, in het westen van het land, is recentelijk afgerond.
Toch boeren op Kappers
In 1989 kon Herman de boerderij kopen van zijn ouders. Zijn ouders stelden de voorwaarde dat ze op de plek konden blijven wonen. “Echt boer werd ik natuurlijk niet maar nu ik meer tijd heb, wil ik hier op een ecologische, hobbymatige manier toch nog een beetje boeren. Ik vind het mooi om met de oude lichte machines te werken om structuurbederf van de grond tegen te gaan. De grond probeer ik zo vruchtbaar mogelijk te houden door groenbemesters te zaaien en ik probeer zo min mogelijk te spuiten. Zaad verbouwen vind ik ook mooi voor de patrijzen en ik wil zien of ik nog wat subsidie kan krijgen voor de aanleg van akkerranden. Maar dat subsidie krijgen valt nog niet mee.” Herman is blij met zijn tarwe. “Maar de opbrengst…. die had wel iets meer mogen zijn.”
Liefhebber
Herman is een liefhebber van oldtimers. “Ik vind het mooi om met oude machines te werken, maar ook om oude trekkers op te knappen.” Naast deze Clayson maaidorser heeft Herman een kalkstrooier, een kunstmeststrooier en trekkers uit 1925 en 1935. Hij wil zoveel mogelijk op het land zelf doen. Dit voorjaar haalde hij een ouderwetse getrokken zaaimachine uit Zeeland. “Het is soms wel lastig om onderdelen te vinden. Je moet de wegen kennen.” Het netwerk dat Herman heeft opgebouwd in zijn tijd in de bouw is dan handig. En als iets helemaal niet meer te krijgen is? “Dan klop ik aan bij Bennie van den Blauwen in Varsseveld. Dat is zo’n ongekend goede vakman! Die kan alles maken wat ik nodig heb.”