Muziekles op school IJzevoorde

Tekst: Toos Lenderink

Foto’s: Rian Wesselink en Toos Lenderink

Basisschool IJzevoorde aan de Loordijk heeft als motto ‘Natuurlijk bewegen’. Dit is een onderwijsconcept waarbij beweging en onderwijs in de open lucht centraal staan. Ieder kind mag daarbij zichzelf zijn en in eigen tempo leren. Alle groepen krijgen wekelijks muziekles van hun eigen leerkracht. Voor groep 4 komt één keer per week muziekdocente Miranda Loff van het Amphion Cultuurbedrijf, afdeling muziekschool. Zij geeft dwarsfluitles en ook muziekles op meerdere basisscholen. Omdat school IJzevoorde combinatieklassen heeft, mogen ook leerlingen van groep 3 hieraan meedoen.

Het is vandaag mooi weer en een enthousiaste Miranda komt met emmers en materialen aangelopen. De les is buiten en we gaan vandaag muziek maken met water! Behalve aan het begin en eind van de les, als de kinderen in een kring zitten, zijn de leerlingen de hele les actief bezig.

Ze worden in vier groepjes verdeeld, die rouleren. Elke opdracht speelt zich buiten in het gras af. Miranda legt de verschillende opdrachten uit waarna een aantal kinderen de emmers met water gaan vullen: iedere groep heeft water nodig. Bij de eerste opdracht moet je met een stokje tegen een fles met water slaan. Hoe meer water in de fles, hoe lager het geluid. “Dit kan ook met een bierflesje”,  merkt één van de kinderen op.

Bij de tweede opdracht worden fluitjes met water gevuld. Op een schaalverdeling staat aangegeven hoeveel water noot A, B, C, D, E, F of G weergeeft. De opdracht hier is om via pictogrammen een wijsje te fluiten, elk op de eigen toonhoogte.

Voor een volgende opdracht worden jampotjes met water gevuld. Hierin een buisje dompelen en boven dit buisje blazen. Als je het buisje op en  neer haalt door het water, hoor je dat hoe hoger het buisje komt, hoe lager het geluid wordt.

Bij een andere opdracht wordt er een instrument gemaakt door aan een stuk tuinslang met trechter eraan, aan de andere kant het mondstuk van een trompet vast te maken. Als je door het mondstuk blaast komt er geluid uit. Kinderen blazen hier een ritme, zoals met pictogrammen wordt aangegeven. Appel is bijvoorbeeld 2 x keer kort, peer 1 x lang. De emmer water is hier nodig om de mondstukken schoon te spoelen.    

“Ik vind buiten veel leuker dan binnen”, hoor ik zeggen. Soms lijkt het meer om het vullen, gieten en knoeien met water te gaan dan om de muziek. Maar er lopen heus echte muzikanten tussen. De één blaast in zijn eentje een solo, anderen proberen er samen een mooi klankenspel van te maken. Spelenderwijs wordt er geoefend met de lengte van een toon en geluisterd naar de toonhoogte. Met soms een nat T-shirt wordt er een kakafonie aan klanken geproduceerd. Het plezier spat er net zo hard vanaf als de waterdruppels.  Aan het eind van de les vraagt Miranda of ze het leuk vonden en legt uit dat je thuis met flessen water ook een toonladder kan maken. “Je hebt dan wel veel flessen nodig”. “En water”, komt er als reactie.