Ontwikkelingen bij Zorgboerderij Slangenburg en Boerderij Ruimzicht

Hanneke van de Velde

De lente staat voor nieuw en vernieuwing. Niet alleen de natuur doet daaraan mee. Ook mensen en bedrijven in en om Slangenburg ontwikkelen zich. Een mooi voorbeeld hiervan is Zorgboerderij Slangenburg, waar een bevlogen Falco Janssen samen met zijn mensen een fijne plek creëert, waar iedereen dát kan doen wat bij hem past. Hij weet dit op zo’n manier te doen, dat het bedrijfsmatig eveneens goed in elkaar steekt. Niet minder bevlogen is Gerjo Koskamp van Boerderij Ruimzicht in Halle. Ook hij weet een stuk idealisme te koppelen aan een toekomstbestendig bedrijfsmodel. Voor beiden betekent dit echter wel dat je niet op je lauweren kunt rusten, maar continu bezig bent met vernieuwen en verder ontwikkelen. En dat je geregeld net

Aanleg van de nieuwe groentekas bij zorgboerderij Slangenburg

Activiteiten van Zorgboerderij Slangenburg

Midden in het bosgebied van Slangenburg aan de Kommendijk is sinds 2007 Zorgboerderij Slangenburg te vinden. De meeste buurtbewoners zijn ongetwijfeld weleens de medewerkers ervan tegengekomen bij één van de vele werkzaamheden in het Slangenburgse bos, bij Natuurkampeerterrein Distelheide, kasteel Slangenburg of de Sint Willibrordsabdij. Maar ook de grote, eigen moestuin biedt zinvolle dagbesteding op allerlei terrein. Het mooie hiervan is dat de producten uit deze tuin zo’n 650 gezinnen van de voedselbank voorzien van groenten en fruit. Hiermee snijdt het mes aan twee kanten.

Kwaliteitssysteem zorgboerderijen

Ook hierin stonden  de ontwikkelingen niet stil en reikte de ambitie van Falco en zijn team verder dan dit. In april 2012 zijn ze begonnen te werken volgens het kwaliteitssysteem voor zorgboerderijen, opgezet door de Federatie Landbouw en Zorg. Eind 2014 heeft deze systematiek geleid tot het verkrijgen van het keurmerk voor zorgboerderijen ‘Kwaliteit laat je zien’. Hiermee is er meteen ook aansluiting bij een landelijk netwerk van zorgboerderijen met zijn vele voordelen.

Onderdeel Hartwerk B.V. en de Code Sociale Ondernemingen

Onderdeel van Zorgboerderij Slangenburg is de werkmaatschappij HartWerk B.V. Hier vanuit vindt een verscheidenheid aan arbeidsmatige dagbesteding plaats, aangepast aan het talent en tempo van de HartWerkers. De werkzaamheden betreffen bosbouw, natuurbeheer, allround terreinonderhoud en straatwerk. Sinds 2020 is ook Lunchroom Buuls, gevestigd in voormalig gevangeniscomplex De Kruisberg, onderdeel daarvan. Winst voor de samenleving staat voorop en winst in geld investeert de onderneming in groei en uitbreiding. En groeien en uitbreiden, dat gebeurt!  

HartWerk mag zich sinds kort een ‘social enterprise’ noemen en is aangesloten bij Code Sociale Ondernemingen. Dit betekent dat HartWerk over de hele linie van bedrijfsvoering een sociale onderneming is. Het mooie van een Sociale Onderneming zijn, is dat je hiermee opdrachtgevers de mogelijkheid biedt actief sociaal aan te besteden. Een welkome voorsprong, want dit kan nog bij relatief weinig ondernemingen. 

Toekomstplannen zorgboerderij

Zorgboerderij Slangenburg heeft veel bereikt en wil nog meer bereiken! Bovenaan de prioriteitenlijst staat het uitbreiden van de moestuinderij vanuit nog te verwerven fondsen. Voorwaarde is dat dit op een regeneratieve basis gebeurt, dus in harmonie met de natuur.

Wat de boerderij ook wil bereiken, is meer bereik. Door het verhaal naar buiten te brengen over wat de medewerkers doen en op welke manier er samenwerkingen kunnen worden opgezocht, streeft de organisatie naar meer bekendheid om nog meer impact te maken. Bij alle stappen en ontwikkelingen die er komen, geldt altijd dat de mensen die op de zorgboerderij komen er een veilige plek vinden, waar ze in alle vrijheid  kunnen ontdekken waar hun kracht ligt. Die overtuiging en enorme energie en betrokkenheid zijn sterk voelbaar in het hele verhaal van Falco.

Biologische boerderij Ruimzicht in Halle

Op tien kilometer afstand vanaf Kasteel Slangenburg, aan de Bielemansdijk, staat de boerderij van Gerjo Koskamp. Al zo’n vijfentwintig jaar boert hij hier biologisch-dynamisch. Hij is ook regelmatig in het nieuws met zijn biologische bedrijf. In februari mocht hij nog, samen met vennoot Jara van Rooij, de Boerentroonrede houden bij de opening van de Biokennisweek in Den Bosch. Als pionierend bedrijfsvoerder in ons land heeft hij regelmatig het gevoel met alle kracht tegen de gangbare stroom in te zwemmen. En soms vraagt het een enorme creativiteit en doorzettingsvermogen om de bedrijfsvoering gaande te houden. “Maar als het klopt wat je doet, dan kun je dat en doe je dat”, is de stellige overtuiging van Gerjo.

Samenwerken

Samenwerking met andere biologische bedrijven biedt voordelen op allerlei terreinen. Zo is Caring Farmers ontstaan, waarbij ook Ruimzicht  is aangesloten. Een groep boeren die staat voor natuurinclusieve landbouw, produceert in afstemming met de natuur. Zij maken onder andere gebruik van een netwerk van Caring Winkeliers die hun producten verkopen en dezelfde filosofie ondersteunen. 

Nieuwe ontwikkelingen in producten en afzetmogelijkheden

Sinds ongeveer twee jaar verwerken Gerjo en Jara alle melk van hun koeien zelf. Zij maken er onder andere heerlijke bergkaas van in allerlei variëteiten. Inmiddels wordt deze ook als Postkaas het hele land doorgestuurd aan liefhebbers van deze smaakvolle kaas. Een diversiteit aan afnemers zorgt verder voor een continue afzet naast de eigen boerderijwinkel en de wekelijkse marktkraam in Doetinchem; restaurants, kaasspeciaalzaken en biologische winkels voeren dit smaakvolle product steeds vaker en ook steeds meer verspreid over het land. Bewust is hiervoor gekozen, zodat er door deze spreiding meer zekerheid is in continuïteit van de afzet. Dit deel zal de komende tijd verder worden uitgebreid. Liefst zo dicht mogelijk bij de consument de producten aanbieden.

Nieuwe producten ontwikkelen staat ook hoog op de lijst. Producten met meerwaarde ten opzichte van de bulkproducten in de supermarkten, zoals de Ruimzicht panir (Indiase bakkaas) en verse-kaas-knoflook. Deze zijn sinds kort aan het assortiment toegevoegd, naast het al bestaande succesnummer, de biologische kwark.

Uitbreiding van de mogelijkheden

Daarnaast is er de wens om de groentetuin te vergroten. Een groter oppervlak om meer bewaargroenten te telen. Hiermee kunnen klanten het jaarrond worden voorzien van biologisch-dynamische groenten van eigen Ruimzicht bodem.

Ideeën zijn er ook voor uitbreiding van de akkerbouw. Naast de granen die nu geteeld worden, kan koolzaad bijvoorbeeld zorgen voor olie om in te bakken (voorheen hadden zij deze als biobrandstof voor de tractor) en het koolzaadstro kan meteen dienen als materiaal voor in de stallen.

Een vooruitziende blik had Gerjo ten aanzien van de energievoorziening op het bedrijf. De boerderij is namelijk al enige tijd zelfvoorzienend op dit gebied. Naast dat er veel maatregelen zijn doorgevoerd om te besparen, zijn er zonnepanelen en een houtvergasser aanwezig. Dat geeft vandaag de dag beduidend meer vrijheid en rust in de bedrijfsvoering.

Voorbeeldfunctie en kennis delen

Door alle kennis en ervaring van de laatste vijfentwintig jaar, heeft Gerjo ook veel te bieden aan toekomstige agrariërs, ondernemers en koks. Zo weet de Universiteit van Wageningen, toch de top op het gebied van voedingswetenschap,  hem al te vinden om zijn kennis te delen met de studenten daar. Ook andere scholen weten hem inmiddels te vinden. De bedrijfskantine van Ruimzicht wordt dan ook regelmatig als leslokaal ingericht.

Gerjo en Jara rollen hier een hooibaal uit.

Nog veel meer te vertellen over beide bedrijven….

Er valt nog zo veel meer te vertellen over beide prachtige bedrijven, waar Falco en Gerjo met passie en inzet hun missie vormgeven, samen met hun teams. Slechts een heel klein tipje van de sluier is opgelicht in dit artikel, hopelijk genoeg om jullie als lezer nieuwsgierig te maken. Kijk voor het hele verhaal op www.boerderijruimzicht.nl of www.zorgboerderijslangenburg.nl.


Lads’n Lassies

  Een Ierse “Folk band” met wortels in de Gaanderse Hei.

Joop Helmink

Vertaald uit het Iers naar gewoon Nederlands “Jongens en meiden” is precies waar deze originele band uit bestaat: 4 jongens en 2 meiden. De band brengt voornamelijk akoestische, meerstemmige, Ierse en Schotse folk ten gehore, waar de traditionele Ierse en Schotse klanken de boventoon voeren. Het unieke van de optredens van Lads’n Lassies is dat door de inbreng van de professionele achtergrond van Anne-Marie, het  altijd een grote verrassing wordt. Er is een duidelijk verhaal herkenbaar, door de muzikale inspiratie van de overige bandleden ontstaat altijd een herkenbare sound. De verrassend uitgevoerde eigen arrangementen zorgen voor een “wow” effect.

Gaanderse Hei

De basis van de band wordt gevormd door Anne-Marie Weber-Leuverink, getrouwd met Chris Weber, afkomstig uit de Gaanderse Hei. Anne-Marie is geboren en getogen in de Hei. De tweede voedingsbodem voor de band is A-Theatraal Producties, waarbij de bandleden Anne-Marie, Chris Weber, Patrick te Dorsthorst en Tim Huntink elkaar hebben leren kennen bij MPG (Musical Producties Gaanderen) waar ze hun muzikale sporen hebben nagelaten. Frank Sessink en Annemieke van Doesburg, (deze laatste overigens met wortels in de Slangenburg en geboren in IJzevoorde) maken met Frank zijn gitaar en Annemieke met het unieke specifieke geluid van de doedelzak het plaatje voor de band Lads’n Lassies compleet.

Ontstaan van Lads’n lassies

In 2015 kwam de vraag van Paddy’s, (het bekende Ierse restaurant in Doetinchem) om een Dinnershow muzikaal te omlijsten. Het inspireerde deze groep enthousiastelingen om Ierse en Schotse liederen ten gehore te brengen. De sfeer en de emotie van deze Folkmuziek liet hen niet meer los maar zeker ook het succes van hun optreden was aanleiding om de band op te richten.

Ierse en Schotse Folk muziek

De uitvoering van het bekende Fields of Athenry, dat het verhaal vertelt over de onderdrukking van de Ierse bevolking, is een goed voorbeeld hoe Lads’n lassies deze muziek interpreteert. De meerstemmige gemengde zang met Anne-Marie en Chris in de hoofdrol geeft een extra emotionele lading. De Doedelzak of Ulleanpipes heeft een hoofdrol in de muziek van de Ieren en de Schotten. Deze werd ingezet als wapen als ze ten strijde trokken tegen onderdrukkers. Deze Folk muziek is ook kenmerkend als sfeermaker bij een feestje en is in de Ierse pubs bepalend voor de sfeer.

Successtory Lads’n Lassies

De successtory van deze band krijgt een boost als ze in 2018 de publieksprijs winnen van “Amphion Open”,  het Talenten event van de Achterhoek. De vraag naar optredens van de band wordt groot en hun eerste cd ‘Good Folk” wordt uitgebracht.

Vanaf 2020 wordt Corona de grote spelbreker zoals voor de gehele artiestenwereld het geval is. Anno 2022 is de draad weer opgepakt en wordt gemiddeld 1 à 2 keer per maand opgetreden.

Er staan nog altijd dinershows bij Paddy’s  op het programma (eerstvolgende 29 september).

Dat de band veelzijdig is blijkt uit de verschillende podia waar hun optreden wordt georganiseerd. Zo is een Kerkentour ontstaan met optredens in kerken; als concert of als opluistering tijdens vieringen. Op 10 juli j.l. werd in de Martinuskerk in Gaanderen tijdens de inspiratieviering opgetreden, waar de emotionele waarde van de Ierse Folk werd gevoeld en beleefd.

Theatershows en kroegentochten zijn specialiteiten voor deze vriendenclub: sfeer en feestgedruis zijn onvermijdelijk van de partij tijdens hun optreden.

Deze talentvolle, inspirerende groep artiesten die in hun vrije tijd deze passie tot uiting brengt kan een gouden toekomst tegemoet zien.

www.ladsnlassies.nl


Muziek in en om de Slangenburg:

mens en dier doen hun best!

Hanneke van de Velde

Op een zondag zit ik te genieten op ons terras midden in de Slangenburg van het muzikale geluid van roepende spechten, een zanglijster die alle toonhoogtes raakt en het vrolijke geluid van de vinkjes die af en aan vliegen. Op de achtergrond de roep van de over het veld scherende buizerd die zich heerlijk op de wind laat dragen. Maar naast deze dagelijkse muzikale omlijsting door de vaste bewoners van het bos, zijn er nog diverse andere muziekactiviteiten te vinden op en om het landgoed.

Zomerconcert door de Westendorpse Fanfare

Door de klanken van het bos  heen klinken er ineens in de verte de geluiden van een fanfareorkest, dat vol overgave allerlei bekende liederen speelt. Nieuwsgierig ga ik op het geluid af en zoek naar waar dit vandaan komt. Bij kasteel Slangenburg aangekomen is daar een tafereel te zien en te horen dat op menig buitenfestival niet zou misstaan. Met het zonlicht door de bomen heen, op het gras bij de beek, staat de Westendorpse Fanfare in vol ornaat te spelen. Het kasteel als schilderachtig decor op de achtergrond. Luisteraars hebben hun eigen stoelen meegenomen, hangen over de brug of zitten op het gras en luisteren vol aandacht. Ook dit jaar is er weer het jaarlijkse zomerconcert van de Westendorpse Fanfare in de Slangenburg. Het prachtige weer en de mooie muziek maken deze zondagmorgen tot een bijzonder muzikaal moment op dit prachtige landgoed.

De traditie van het Oudjaarsconcert

Jaarlijks is het uitkijken naar het Oudjaarsconcert dat in de Slangenburg al vele jaren wordt georganiseerd. Mooie en bijzondere voorstellingen komen er voorbij met prachtige en verrassende muziek die onder meer in de sfeervolle Slangenburgse Kerk worden gehouden. De insteek van dit concert is dat er wordt opgetreden door iemand die is verbonden aan de streek, aan familie hier of die hier heeft gewoond. Ook dit jaar is er een prachtig concert in voorbereiding voor vrijdag 30 december a.s.

Hanke en haar medemuzikanten

Pianiste Hanke uit Halle

Aan het woord over dit Oudjaarsconcert is Hanke Scheffer, pianiste en van oorsprong komend uit Halle. Van jongs af aan had deze talentvolle pianiste al een liefde voor muziek. Op 9-jarige leeftijd startte ze met pianoles, nadat ze op de blokfluit al was uitgespeeld. Via de muziekschool in Doetinchem, de vooropleiding in Arnhem en de bachelor en master op het conservatorium in Zwolle is ze afgestudeerd in 2019 met als hoofdvak piano. Na de Coronaperiode is ze weer volop aan de slag op diverse terreinen; als pianodocente, maar ook als muzikante in diverse verbanden. In Arnhem maakt ze deel uit van een musicalgezelschap. Ze deed met haar pianoduo Rabbit & Haas mee aan het Orlandofestival in Limburg, het oudste festival in Nederland op het gebied van kamermuziek. Een aantal jaren geleden heeft ze al eens een Oudjaarsconcert verzorgd met het Odayin Trio.

Het Oudjaarsconcert van dit jaar

Dit jaar is ze weer gevraagd voor het Oudjaarsconcert. Ze doet dit in een andere samenstelling dan de vorige keer; met bariton Harmen Severiens en mezzosopraan Lieke Geraats – van Oostenbrugge. Het repertoire past in de mooie omgeving van Slangenburg en in het winters jaargetijde. Dus laat je verrassen met de prachtige muziek van deze jonge, talentvolle mensen in de Slangenburgse Kerk op 30 december!

Intussen roepen de groene spechten luid naar elkaar. Of deze klanken nu echt muzikaal zijn, daarover kun je discussiëren, maar ze horen bij alle geluiden in het bos. Ook de buizerd laat een lange klank horen om te laten merken dat hij er is. De wind laat de bladeren aan de bomen rustgevend ruisen.

Concerten in het Koetshuis en het Kasteel

Ook in het Koetshuis bij kasteel Slangenburg worden concerten gegeven. Een voorbeeld hiervan is een wandelconcert met muziek. Tijdens een zeven kilometer lange wandeling door de prachtige natuur, met als eindpunt de kasteeltuin. Zo zijn er meerdere van dit soort activiteiten gepland, die de sfeer van het Slangenburgse bos gebruiken om de muziek te omlijsten.

Sietse Strating achter het orgel in de Slangenburgkerk

Muziek in de Slangenburgse Kerk

Bij muziek in de kerk denk je meteen aan een orgel. Dat is in de Slangenburgse Kerk ook zeker het geval. Sietse Strating, organist in dit sfeervolle kerkje, vertelt daar enthousiast over. Hij omschrijft het orgel in de Slangenburgse Kerk als een goed begeleidingsinstrument zonder al te veel verdere pretenties en weet hiermee zeker de zang in de kerk op gang te krijgen. Zelf ervaart hij de sfeer in de kerk als huiselijk, gezellig en laagdrempelig. Hij ondersteunt dan ook met veel plezier drie keer in de maand de diensten in de kerk met zijn sfeervolle klanken.

Daarnaast is het volgens dominee Helma van Loon de bedoeling om in de toekomst ook andere muzikale activiteiten te organiseren in de kerk zoals bijvoorbeeld een zondaglunchconcert. Daarover wordt nog verder nagedacht maar gaat dit jaar zeker navolging krijgen.

Midwinterhoornwandeling in de sneeuw

Zelfs de imposante midwinterhoorn is vele jaren in de winterse bossen rondom het kasteel te vinden. Jarenlang heeft D’ Olde Roop op tweede Kerstdag een midwinterhoornwandeling door de Slangenburgse bossen georganiseerd waarbij het geluid van de hoorn door de bossen schalde. Met sneeuw erbij een Charles Dickens achtig tafereel waar jong en oud op afkwam.

Naast bovengenoemde initiatieven zijn er zeker nog andere die niet zijn genoemd en die ook een bijdrage leveren aan een sfeervol en luisterrijk landgoed Slangenburg. En anders leveren de vaste bewoners wel hun dagelijkse muzikale omlijsting in het rustieke bos.


Wonen in een Pipowagen

Karin Wensink

Een jaar geleden trof ik Isabelle van Kooten. Het was stralend weer en ze stond in haar korte broek en hemdje, ergens verscholen op het terrein van haar ouders, een pipowagen te schilderen. Ze vertelde dat ze hem aan het opknappen was om er daarna in te gaan wonen. 

Hoe komt een mooie jonge vrouw als jij er toe om in een pipowagen te gaan wonen? En mag ik je huisje zo noemen?

“Zeker mag je het een pipowagen noemen, maar zelf noem ik het liever een Tiny House. Ik woonde in de stad en was al een tijdje geïnteresseerd in wonen in een Tiny House, duurzaam met zonnepanelen en zo. Ik had me georiënteerd op de mogelijkheden en uitgezocht hoe het financieel en met de vergunningen zat. Ik was enthousiast maar het plan leek op dat moment voor mij niet haalbaar. Ik ging door een heftige periode en woonde tijdelijk weer bij mijn ouders. Ik legde het plan naast me neer, maar wist wel zeker dat ik niet meer terug wilde naar de stad.”

Vlak daarna vertelde een buurman dat de pipowagen bij Zorgvilla de Ooijman te koop was. “Ik kende die wagen wel uit de tijd dat mijn opa in de villa woonde. Samen met mijn moeder ben ik er heen gegaan. We hebben gewoon aangebeld en konden de wagen, die nadat hij leeg kwam dienst deed als directiekantoor, bekijken. Er moest wel het nodige aan gebeuren, de badkamer was bijvoorbeeld niet meer in gebruik. Maar wat we zagen voelde goed. Het klopte gewoon. Binnen twee weken hebben we hem met de trekker opgehaald. Dat was nog een hele optocht. Mijn broertje reed voorop om het verkeer in de gaten te houden.”

Isabelle heeft de wagen helemaal schoon gemaakt, geschuurd en opnieuw geschilderd. Ook de nieuwe keuken en badkamer heeft ze zelf met enige hulp geplaatst. Het is een knusse plek geworden. Een plek met alles wat je nodig hebt binnen handbereik. Buiten zijn de eerste plantjes gepoot. “Je hebt niet zoveel ruimte nodig om gelukkig te zijn!”, lacht Isabelle. “En je wilt niet weten hoe heilzaam ontspullen kan zijn.”

Wat betekent wonen en inmiddels ook werken in de Slangenburg voor jou?

“De Slangenburg heeft voor mij altijd als thuis gevoeld. Ik ben er opgegroeid, naar school gegaan en heb een fijne jeugd gehad. En het is hier ZO MOOI!! Ik heb dat 20-25 jaar niet echt beseft, maar het is gewoon niet normaal zo mooi als het hier is. En de RUST! Die heb ik echt nodig, merk ik. Het is echt super om hier in deze mooie omgeving, vlak bij mijn familie, bij mijn nichtje en neefje ook, een eigen plek te hebben. Elke morgen als ik opsta, kijk ik uit het raam en geniet van de omgeving. En sinds kort heb ik hier ook een paar dieren lopen. Dat is extra genieten.”

“Het is bijzonder hoe snel je leven kan veranderen. Als ik het vergelijk met een jaar geleden, dan heb ik zoveel geleerd. Ik heb zin in het leven en in de toekomst. Ik heb mijn baan opgezegd en ben mijn bedrijf aan het vormgeven. Ik wil vrouwen coachen die hetzelfde meemaken als ik heb meegemaakt en proberen vanuit mijn eigen ervaring hen te stimuleren hun leven weer op de rit te krijgen. Binnenkort gaat mijn website de lucht in.”

“Zorg goed voor jezelf en zorg dat je wat goeds nalaat in de wereld door je talenten en ervaringen in te zetten.”

Mooie wijze woorden tot besluit van deze zelfbewuste vrouw.


Vlinders in je buik (en in het bos)

Gert Jan van de “Brouwer”

Van muziek kun je ook vlinders in je buik krijgen: mooie muziek zorgt dat je je prettig voelt. Een zorgeloos fladderende vlinder in je tuin of in het bos geeft ook een goed gevoel.

We gaan deze keer in de tuin en het Slangenburgse bos op zoek naar dagvlinders. Op een bloeiende vlinderstruik in je tuin komen gegarandeerd veel vlinders af om nectar te snoepen. Maar ook in het bos komen bijzondere vlinders voor. Om de vlinders op naam te brengen helpt de vlinderkaart op de site van De Vlinderstichting. Het is elk jaar weer een verrassing waar en wanneer de vlinders tevoorschijn komen. Sommige vlinders overwinteren op een beschut plekje, zoals de dagpauwoog, andere komen na de winter uit eitjes of poppen. En er zijn zelfs trekvlinders die in het voorjaar met een zuidenwind naar Nederland komen uit warmere streken, zoals de atalanta en de distelvlinder.

koevinkje

Elke vlinder heeft een eigen waardplant, dat is de plant waarop hij eitjes legt en waarvan de rupsen zich voeden met de blaadjes. Als de rups groot genoeg is, gaat hij verpoppen. Dit doet hij op een rustige plaats in een plant of in de strooisellaag. Een beetje ruigte helpt de pop overleven. In natuurgrasland laat men bij maaien vaak een strook gras staan voor de vlinders en andere insecten. Vlinders snoepen nectar van alle soorten bloemen en zoeken ondertussen naar een partner. In de natuurweilanden van de Slangenburg staan in het voorjaar pinksterbloemen en langs de bospaden staat dan de naar uien ruikende look-zonder-look. Beide planten zijn de waardplant van het oranjetipje. Het witte vrouwtje legt maar één eitje op elke plant. De waardplant van de gele citroenvlinder is het sporkehout (vuilboom). Ook de citroenvlinder vliegt al vroeg in het voorjaar. Op de kamperfoelie legt de kleine ijsvogelvlinder zijn eitjes. In juni en juli is deze zwart witte vlinder rondom de Slangenburg te zien. De brandnetel is een fantastische waardplant voor veel vlinders. Soms zie je een groot aantal bijna zwarte rupsen bij elkaar op de brandnetels zitten. Krijgen ze de kans om zich te verpoppen dan komt hier de mooie dagpauwoog uit. Ook de atalanta, kleine vos en de gehakkelde aurelia maken gebruik van deze waardplant. Op de natuurweides bij het kasteel kun je de kleine vuurvlinder tegenkomen, hier staat veel veld- en schapenzuring: de waardplanten van deze vlinder.

Afgelopen jaar hadden we een aantal erg grote rupsen op de wortels in onze tuin. Met de app Obsidentify waren deze snel op naam gebracht; de rupsen van de koninginnenpage.

Koninginnepage

Dit is de mooiste en grootste vlinder in Nederland. Normaal is de wilde peen de waardplant van deze vlinder, maar ons wortelloof was blijkbaar niet te weerstaan. Erger is het als de koolwitjes onze boerenkool ontdekt hebben. Afdekken met fijn doek helpt. Alternatieve waardplanten aanbieden, zoals Oost-Indische kers of judaspenning kan ook helpen om de verschillende soorten koolwitjes uit de kool te houden. Minder opvallende vlinders zoals zandoogjes, hooibeestjes en koevinkjes gebruiken verschillende soorten grassen als waardplant. Wegbermen en verloren hoekjes met bloemen en grassen wat langer laten staan, zorgt voor meer vlinders. In Nederland leven maar 53 soorten dagvlinders, die zijn nog een keer te onthouden. De echte geïnteresseerden kunnen ook nog doorgaan met de nachtvlinders. Enkele nachtvlinders zijn overdag actief, zoals de zeldzame kolibrievlinder met het walstro als waardplant. Ook deze vlinders zijn te vinden in de Slangenburg. Van de nachtvlinders zijn er ruim 2.400 soorten in Nederland. Dat zijn erg veel motjes, dus we zijn voorlopig nog niet uitgeleerd.


Modern wonen in cultuurhistorisch pand

Toos Lenderink

Toen in het jaar 2000 het familiebedrijf van Henk en Martha Boeijink gestopt was, wilden zij hun kinderen niet opzadelen met leegstaande gebouwen en vervuilde grond. De toenmalige gemeente Zelhem keurde uiteindelijk plannen goed om van de voormalige maalderij/winkel/bakkerij en alle bijbehorende gebouwen een mooi nieuw geheel te maken. De provincie ging hiermee echter niet akkoord: Er moest getoetst worden aan de cultuurhistorische waarde. Vele tekeningen en voorstellen later leverden het huidige resultaat op: vier woningen waarvan drie met behoud van een aantal originele elementen zoals deze 50 jaar geleden bestonden. Daarnaast een geheel nieuw gebouwde bungalow om het kostenplaatje rond te kunnen krijgen.

Bakkerij

In eerste instantie werd de winkel, die vastzat aan de bakkerij afgebroken. Maar de verkoop van het pand liep niet, mede door de recessie. Bouwbedrijf Rots maakte daarom een ruwbouw aansluitend aan de bakkerij, waarop het opnieuw in de verkoop kwam. Twee jaar geleden, in de eerste week van de corona-uitbraak werd dit door Ronald en Melanie gekocht. Zij bewonen nu de voormalige bakkerij/winkel. Ik mag binnen komen kijken en de oude ovens bewonderen.

Melanie en Ronald komen oorspronkelijk uit Utrecht. Daar woonden ze in De Meern helemaal naar hun zin en met een vrij uitzicht. Tot het daar werd volgebouwd. Het gevolg was een Vinex-wijk met een overvol wegennet er omheen. De constante herrie deed hen besluiten om na hun actieve werkzame leven te kiezen voor het buitengebied van Zelhem. Ze genieten van het coulissenlandschap hier en voelen zich heel erg op hun plaats. Daar heeft de warme ontvangst door de buurt zeker ook aan bijgedragen! 

Ronald was van beroep civiel ingenieur en kan (behalve mooi vertellen) gemakkelijk visualiseren wat de mogelijkheden zijn. Hij heeft de indeling van het pand helemaal veranderd naar eigen wens. In hun keuken nemen de twee ovens met tegeltjes een prominente plaats in. Vanaf 1956 was er niet meer gebakken in deze ovens. Er werd destijds op HBO (huisbrandolie)gestookt en met zand geïsoleerd. De ovens lagen propvol rommel en het was nog een heel karwei om dit allemaal te verwijderen. De geur van de huisbrandolie heeft nog lang rond gehangen, maar wordt steeds minder

.

In de royale en moderne woonkamer van Ronald en Melanie werden vroeger eieren van de boeren opgeslagen. Er stonden soms wel 150 eierkisten. In de zijgevel aan de Garvelinkweg zijn de oude raamkozijnen bewaard gebleven. Deze weg bestond deels uit oude betonblokken die dicht naast het huis lagen. Deze betonblokken zijn hergebruikt om verderop in de tuin het hoogteverschil te markeren. De siertuin is prachtig aangelegd en Melanie heeft ook een moestuin voor haar grote hobby: koken.

Al met al is het helemaal goed gekomen met de voormalige bedrijfsgebouwen op erve Boeyink. Waardevolle industriële onderdelen zijn intact gebleven maar niet ten koste van het woongenot. Alle bewoners zijn tevreden met het resultaat en wonen hier met veel plezier!    


Mantelzorg

Toos Lenderink

Aan de Slangenburgweg staat een prachtig huis. Van de buitenkant lijkt het een gewoon dubbel huis, waar voorin een alleenstaande oma woont en achterin Henny, Ineke en hun dochter Chantal Wisselink wonen. Wat je niet ziet, is dat sinds 1994, na de geboorte van Chantal, hier vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week zorg wordt verleend.

Voor de komst van Chantal werkte Ineke op kantoor bij Helmink in Varsseveld. Het plan was te stoppen met werken na de zwangerschap en de eerste twaalf jaar thuis te blijven om voor hun kind te zorgen. Ineke zou in die tijd studies kunnen volgen en daarna opnieuw weer ergens aan de slag willen gaan. Maar al vrij snel na de geboorte van Chantal merkte Ineke dat er iets niet klopte. Chantal moest altijd huilen en “deed verder niks”.  Als ze op het consultatiebureau haar kind met leeftijdgenootjes vergeleek, viel haar op dat Chantal achter bleef, ze was slap, kon haar hoofdje niet rechtop houden en moest altijd huilen. Artsen vonden haar echter een overbezorgde moeder. Op tv zag Ineke een programma over epileptische kinderen en daarin herkende ze Chantal. Bij controle in het ziekenhuis, toen Chantal inmiddels zeven maanden oud was drong Ineke aan op verder onderzoek. Na diverse ziekenhuis trajecten bleek Chantal de ernstigste vorm van epilepsie te hebben met als gevolg dat ze zeer ernstig meervoudig beperkt is, rolstoel gebonden en hierdoor dag en nacht zorg nodig heeft. Chantal was al negen maanden oud toen ze voor het eerst medicijnen tegen epilepsie kreeg. Met zeven jaar werd ze in een ziekenhuis in Zwolle een etmaal geobserveerd, waarna de medicatie werd gewijzigd. Het instellen op deze nieuwe medicatie duurde ook nog eens zes maanden. Al met al kwam er van de oorspronkelijke plannen van Ineke dus weinig terecht. “Het is niet eenvoudig, maar je hebt geen keus”.

Dagbesteding

Toen Chantal anderhalf jaar oud was ging ze voor het eerst voor dagbehandeling naar ‘’t Kempske’ in Terborg. Eén hele dag of twee halve dagen per week. Vanaf acht jaar ging ze hele dagen naar het kindercentrum ‘Anneriet’.  Sinds Chantal achttienjaar is gaat ze naar ‘De Regenboog’ in Doetinchem. Hier zijn mensen vanaf 18 jaar welkom. Ze heeft het hier prima naar haar zin, met een fijne, eerlijke groepsleiding en groepsgenootjes in een sfeervolle omgeving. Maar de avonden, weekenden en alle nachten is ze thuis. Daar is Ineke ook ’s nachts alert: bij het minste geluidje van Chantal wordt Ineke wakker. Want ook in de nacht heeft Chantal vaak epileptische aanvallen. Verder heeft ze goede en slechte dagen. Soms opeens erg vrolijk, waarop dan weer een aanval volgt. Haar rechter lichaamshelft doet niet mee. Chantal heeft een volwassen gezicht, met een mooie paardenstaart en mooie kleren aan. Daar besteedt Ineke extra aandacht aan: “Het is wel een meisje!”. Ze drinkt niet, maar eet normaal. Alleen als ze een enkele keer een griepje heeft, wil ze na een paar dagen wel een beker drinken. Met veel geduld wordt haar ’s morgens havermoutpap aangeboden: “Krijgt ze tenminste vocht binnen”. Verder overdag vaak fruit, vooral veel mandarijnen voor het vocht en ander eten. Maar nooit met dwang. Dat werkt alleen maar averechts. Dat is ook de reden dat Ineke en Henny haar zelf wegbrengen en ook weer ophalen bij ‘De Regenboog’. Als Chantal wakker gemaakt  moet worden en op tijd klaar moet zitten om opgehaald te worden, heeft ze een slechte dag en dat is niet prettig voor de groepsleiding en andere cliënten.

Gebitsverzorging

Drie keer per dag worden met veel geduld alle tanden en kiezen gepoetst. Elke drie à vier maanden gaat Chantal naar een gespecialiseerde mondhygiëniste en tandarts in Wehl voor controle. Vader Henny gaat mee om haar uit en weer in de rolstoel te tillen. Chantal is dan boos, en verzet zich. Haar linkerhand moet vast gehouden worden en met lijfelijke kracht wordt ze in bedwang gehouden.  Eénmaal in de tien jaar wordt onder narcose het gebit grondig gereinigd. Er worden dan ook foto’s gemaakt om te kijken of er niet ergens een ontsteking onder zit. Hiervoor zijn ze dan een hele dag in het ziekenhuis. Dit alles heeft als resultaat dat Chantal nog nooit een gaatje heeft gehad!

Hulptroepen

Via de wet langdurige zorg heeft Chantal een blijvende indicatie voor een pgb (persoons gebonden budget). Hieruit kan o.a. een zorgverlener ingeschakeld worden. Ouders mogen zelf iemand hiervoor aantrekken, want het moet wel goed klikken. Deze vaste kracht komt twee keer per week aan huis. Zij haalt Chantal op van ‘De Regenboog’  en doet haar met behulp van de tillift in bad. Dit ritueel duurt al met al wel twee uur! De tillift gaat niet snel, de haren worden netjes geföhnd en na afloop opruimen hoort er ook bij. Deze hulp is een vertrouwd persoon, zij kent en weet de zorg die Chantal nodig heeft en is dus voor alles inzetbaar mocht het nodig zijn naast haar vaste uren.

Ook een voormalig buurmeisje draagt haar steentje bij. Hier gaat Chantal soms een weekend naar toe om te logeren. Sinds maart 2020 is er regelmatig een lockdown geweest en verviel niet alleen de dagopvang, maar werd er ook niet gelogeerd.

Mantelzorg moeder

In het voorhuis woont de moeder van Ineke, 94 jaar oud en al 40 jaar weduwe. Als Ineke terugkomt nadat ze Chantal naar Doetinchem heeft gebracht, gaat ze bij haar moeder op de koffie. Ook voor haar moeder heeft ze de volledige zorg. “Er zijn zoveel mensen hier in de buurt met een ouder in huis die precies hetzelfde doen. Dit gebeurt allemaal onder de radar”. Het is allemaal heel vanzelfsprekend voor Ineke om voor elkaar te zorgen.

Toekomstvisie

Henny heeft al meerdere pogingen gedaan om een toekomstbestendige opvang voor Chantal te vinden. Bij veel zorginstellingen wordt er ’s nachts alleen ‘uitgeluisterd’. De angst bestaat dat de nachtelijke, soms zware epileptisch aanvallen van Chantal daardoor niet herkend zullen worden. Hier staan ze niet open voor een camera of nachtoppas die Henny en Ineke zelf wel willen regelen. Het plan is nu om zelf iets op te zetten, met enkele bewoners die intensieve zorg nodig hebben, samen met bewoners die zich bijvoorbeeld wel zelf kunnen aankleden en zelf kunnen eten. Het is lastig om een geschikt pand of grond hiervoor te kopen dicht bij het centrum, zodat een wandeling met de cliënten naar het dorp goed te doen is. Sinds kort is Henny met pensioen en heeft hij meer tijd om zich hier in te gaan verdiepen. Het zal zeker nog wel een aantal jaren duren voordat deze plannen gerealiseerd zijn.

Intussen gaat Ineke gewoon door. Ze wil het graag zo goed mogelijk doen en voelt een grote verantwoordelijkheid voor zowel haar moeder als voor Chantal. “Als ik ’s avonds om acht uur klaar ben, dan heb ik tijd voor mezelf”.

Ineke gaat vaak even naar buiten met Chantal


RK begraafplaats aan de Watertapweg

Joop Helmink

De laatste tijd is er veel informatie tot ons gekomen in de plaatselijke dagbladen en de Kronyck van Oudheidkundige Vereniging Gander over de vergeten begraafplaats aan de Watertapweg in de Wrange. De begraafplaats geeft veel informatie over het ontstaan van de katholieke gemeenschap in onze omgeving en in het bijzonder van Gaanderen.

Drone opname van de begraafplaats aan de Watertapweg. Foto Sam Kats

Schuurkerk Ter Gun

In het midden van de 19e eeuw werden de katholieke erediensten gehouden in de schuurkerk van de boerderij Ter Gun, gelegen tussen Gaanderen en Doetinchem. De schuurkerk was nodig omdat in die tijd  de protestantse leer de staatsgodsdienst was in ons land en de katholieke geloofsuiting alleen oogluikend werd toegestaan.

Er zijn door de eeuwen heen wel katholieke volgelingen gebleven en die breidden ook steeds meer uit in onze streken. Vanuit Wijnbergen, waar de Martinusparochie zetelde, werd in het begin van de 19e eeuw een dependance opgericht in de schuur van de boerderij van Ter Gun.

Doordat de parochianen talrijker werden en er daardoor ook meer overledenen te betreuren waren, die in Silvolde werden begraven op de R.K. begraafplaats, kwam er behoefte aan een begraafplaats bij de schuurkerk Ter Gun. Daarvoor werd toestemming gegeven in 1850.

Vanaf die tijd tot 1855 werden de overleden parochianen op dit kerkhof begraven. De familie Muller, bewoners van boerderij ‘t Geutjen, geholpen door historicus Hans de Beukelaar, schrijver van het boek ‘Uit Bethlehem geboren’, heeft onderzoek gedaan naar de historie van deze bijzondere plek in Gaanderen.

Historische plaats in het buitengebied

Komend over de Watertapweg is de begraafplaats gelegen langs de weg aan de rechterkant, achter boerderij ’t Geutjen, herkenbaar aan het hoger gelegen perceel met bomen en stuikgewas. Historisch gezien was het goed mogelijk dat hier het centrum van Gaanderen gelegen had kunnen zijn.

Veel Gaanderense families herkennen hun eeuwenoude roots

Dochter Laura Muller van ’t Geutjen heeft het begraafplaatsarchief met de namen van mensen die hier begraven liggen, achterhaald. Bijna zeventig oude en jonge mensen, ook pasgeborenen en doodgeboren kindjes, vonden hier hun laatste rustplaats. De namen en data staan vermeld in de Kronyck van juni dit jaar. Hans Beukelaar heeft deze uitgebreid onderzocht en de persoonlijke data zoals ouders, geboorte, beroep en datum overlijden achterhaald. Zeer interessant, omdat nog veel Gaanderense families verrast zullen zijn dat hun voorouders op deze plek zijn begraven.

Restanten van de begraafplaats

Er zijn niet veel resten van de begraafplaats teruggevonden. De familie Muller heeft nog onderdelen van het sierhekwerk in hun bezit. Volgens Marnix Muller heeft zijn opa de poort teruggekocht van de St. Martinusparochie. De monumentale boom op het terrein geeft de plaats allure. De onderzoekers en de familie Muller zien het belang ervan in om deze plaats onder de aandacht te brengen, zodat dit stukje geschiedenis uit onze streek niet wordt vergeten en de verhalen verteld zullen blijven worden.

Monumentaal hekwerk van de begraafplaats op originele plaats
Marian en Marnix Muller bij de enige, bewaard gebleven oude beuk.

Bronvermelding: Kronyck nr. 179 juni 2021
“Üit Bethlehem geboren” Hans de Beukelaar
Informatie van de heer Toon Maas, Gaanderen
Familie Muller, boerderij ’t Geutjen


Oogst in het kasteel

Tekst en foto’s: Jan Berends

De redactie geeft aan dit nummer het motto ‘Oogst ‘ mee en daarom kijken we in het kasteel rond of er iets is, dat hiermee in verband kan worden gebracht. Nu, dat is geen probleem en vanwege de gewenste lengte van het verhaal nemen we twee in het oog springende objecten om het thema toe te lichten. We gaan daarbij naar de vertrekken aan de westelijke kant van het huis, de provisiekamer, in de Passmanntijd ook wel Spielzimmer genoemd en de opkamer, die ook wel bekend stond als Heer Steengrachtskamer.

Op de eikenplanken van de plafonds zijn hier twee aanzienlijke schilderingen te bewonderen. Deze plafonds dateren uit het begin van de 17de eeuw (1612), toen het in 1585 verwoeste kasteel weer op de overblijfselen van de oude burcht werd opgebouwd door het echtpaar Frederik van Baer en Judith Ripperda. Dit L-vormige huis werd in het derde kwart van deze 17de eeuw aanzienlijk vergroot en verfraaid door de kleinzoon, Frederik Johan van Baer (1645-1713), die een belangrijke militaire loopbaan volgde in het Staatse leger. Bij zijn pensionering in 1705 was hij eerste generaal van de infanterie.

Bij de verbouw en uitbreiding nam hij het oude huis uit 1612 in het vernieuwde kasteel op.

In de nieuwe delen werden stucplafonds aangebracht, waarin schilderingen in grote uitsparingen ter decoratie werden bevestigd. In het oude gedeelte van vier kamers werd dit niet gedaan en bleven de oude zolderingen zichtbaar. De kunstschilder Gerard Hoet de Oudere (1648-1733), jarenlang werkzaam voor Frederik J. van Baer, schilderde hier de voorstellingen rechtstreeks op de planken van de plafonds, liggend op zijn rug op de geplaatste steigers op dezelfde manier als Michelangelo in de Sixtijnse kapel in Rome te werk ging.

De opkamer

Waar in belangrijke vertrekken van het kasteel veel schilderingen werden aangebracht om de vroeggestorven geliefde van de generaal te gedenken, zijn in deze vertrekken het mooie leven en de goede opbrengsten van het landgoed afgebeeld.

Dit goede leven gold dan vooral voor de kasteelbewoners en de entourage, want het leven van de pachters die voor deze opbrengsten moesten zorgen, ging lang niet altijd over rozen. Daarbij denken we aan de derde garve van de oogst, de leveringen van vee en dergelijke producten aan het kasteel en de wagendiensten en andere herendiensten.

De hier afgedrukte foto van een deel van het plafond laat ons een soort godenparadijs zien, waarin de goden zijn samengekomen om een feest te vieren met vele anderen.

Links van het midden zit de godin van de landbouw Ceres bij een grote zilveren schotel waaruit ze haar vrienden en vriendinnen laat genieten van de opbrengsten van het landgoed, rechts van haar zit Bacchus, de god van de wijn, die zijn gouden beker laat vullen. Verder zien we, dat er manden met bloemen worden aangedragen, boven vieren engelen feest en rechtsboven zitten Vulcanus en Venus samen in een waarschijnlijk ondeugend onderonsje.

Niet zichtbaar, maar ook Neptunus komt nog aan met zijn drietand om ook een deel van de feestvreugde mee te beleven. Hier dus geen voorstellingen met droevige gedachten over het verlies van zijn vrouw Dorothea, maar een feestelijk gebeuren in de kamer , waar de generaal zijn familie en vrienden kon ontvangen.

Op de schouw in deze kamer zien we het mooiste zeventiende eeuwse houtsnijwerk op Slangenburg. In eikenhout zijn diverse vruchten en bloemen uitgebeeld in ranken aan de beide zijden en aan de onderzijde. In de schouw is een beeltenis te zien van het Parisoordeel, waarbij de herder/koningszoon Paris moet beslissen, wie van drie godinnen, Juno, Minerva of Venus de mooiste was. Maar dat verhaal misschien een volgend keer. …foto van parisoordeel

De provisiekamer

In deze ruimte zien we een kleinere schildering, die een verbeelding geeft van de vier jaargetijden. Deze  zorgen tenslotte voor de oogstopbrengsten het hele jaar door.

In de warrelende engelenhemel bovenaan zien we in een zilveren gewaad de lente. Zij zit naast een gevulde bloemenmand en door een engel wordt haar ook een boeketje aangereikt. Onder haar in de blauwe jurk zien we de zomer met een korenschoof in haar linkerarm en zij wijst met haar rechterhand naar de herfst, die een ruim gevulde mand bij zich heeft met appels, peren en druiven. Wat moeilijk te zien in het donkere gedeelte halverwege van de schildering rechts, wordt de winter uitgebeeld. We zien een oud vrouwtje, dat gebogen zit over een brandend vuurkorfje. De winter brengt geen producten voort, zo is hier de boodschap.

Zo geeft de bouwer van het kasteel  hier een mooi voorbeeld van de geneugten van het landgoed. Zoals  al gezegd, vooral voor de adel, waarbij in die tijd de boeren in sommige gevallen een moeilijk leven hadden. Als zij de pacht niet konden voldoen of niet naar de zin van de kasteelheer werkten, werd de pacht niet verlengd. Op 22 februari (St. Petri) moest men dan het pand ontruimen en een nieuw onderkomen gezocht hebben.

Gelukkig zijn de tijden veranderd! 


OUDERWETS OOGSTEN MET EEN OLDTIMER MAAIDORSER

Tekst en foto’s: Karin Wensink

HET IS ERAF! Herman Nijenhuis, of Herman van Kappers zoals ze hem hier in de buurt noemen, kan weer rustig adem halen. Er komt heel wat kijken bij het zaaien en oogsten van tarwe, maar als het kaf van het koren is gescheiden, het zaad is weggebracht, het stro is geperst en opgehaald, is er tijd voor een kop koffie, een biertje en een verhaal.

De oogst

Het gaf nog even wat spanning of het graan op tijd droog zou zijn en of de weergoden gunstig gezind zouden blijven voor een goede oogst. Nu trekt voor de tweede dag op rij de zelfrijdende oldtimer maaidorser van Herman van Kappers langzaam over het tarweland. Hoog gezeten op zijn troon, bedient hij met trots zijn machine. In één werkgang wordt het gewas gemaaid, gedorst en geschoond. Twee jaar geleden kocht Herman zijn maaidorser van de Oudheidkundige Vereniging in Ruurlo. De machine is een Clayson type M80, rond 1960 geproduceerd in het Belgische plaatsje Zedelgem. De originele handleiding kreeg Herman erbij geleverd. De werkende machine is een mooi samenspel van een heleboel V-snaren. Een groot deel daarvan doet, onbeschermd, aan de buitenkant zijn werk. Binnenin gebeurt ook van alles. Om hem naar behoren te laten werken heeft de machine zijn onderhoud nodig of zoals in de handleiding staat geschreven: “U wint steeds tijd door uw machine ’s morgens goed te verzorgen.” Toch kan het tijdens de oogst gebeuren dat, ondanks een goede ochtendverzorging, de machine ineens met een harde knal tot stilstand komt. Even schrikken, maar met het juiste gereedschap, een dosis technische kennis, engelengeduld en uiteindelijk een paar koolzwarte handen wordt hij met een lachend gezicht weer aan geslingerd. Het werk kan worden hervat. Herman, als liefhebber en hobbyist, ziet dit intermezzo als onderdeel van het totaalplaatje.

Een mooi stukje techniek

De maaidorser maait het graan een stukje boven de grond af. De tarwe valt na het maaien op het maaibord en wordt door een ronddraaiende haspel en een opvoerband of vijzel de dorstrommel ingevoerd. Door wrijving wordt het zaad van het stro gescheiden. Het zaad uit de dorstrommel wordt door een luchtstroom langs een aantal zeven geblazen. Nog niet goed gedorste aren worden een aantal keren langs de zeven gevoerd tot uiteindelijk het schone zaad allemaal door het laatste en fijnste zeef is gevallen en naar de graantank getransporteerd kan worden. Het afstellen van de luchtstroom door de zeven is een secuur werkje. Is deze te laag dan is de uiteindelijke zaadoogst vervuild met stro, is deze te hoog dan verlies je zaad. Gescheiden van het zaad, wordt achter de maaidorser het stro op de grond gedeponeerd.

Boeren of niet? Herman is van boerenafkomst. Zijn familie woont al meer dan vier generaties op deze plek aan de Pluimersdijk in Halle. De familie Nijenhuis komt oorspronkelijk van de Nijmansedijk.Zijn overgrootvader, ook een Herman Nijenhuis, trouwde in 1864 met zijn Berendina Brusse en trok hier in bij haar familie. “Ik had hier best boer willen worden.” vertelt Herman. Zijn vader hield echter de modernisering van het landbouwbedrijf in de jaren ’70-’80 tegen. Er kwam geen ligboxenstal en Herman koos na afronding van de middelbare landbouwschool voor een opleiding en carrière in de bouw. Die carrière in debouw begon in loondienst als timmerman bij van Campen in Zelhem. Op dertigjarige leeftijd begon hij voor zichzelf. “Dat is nog niet altijd even makkelijk, als vakman ondernemer worden in de bouw. Je moet vakwerk leveren voor je klanten, goed met je personeel omgaan en soms ook hard zijn, harder dan je eigenlijk wilt.” Toch heeft Herman altijd met veel plezier in de bouw gewerkt. Zijn laatste grote klus, in het westen van het land, is recentelijk afgerond.

Toch boeren op Kappers

In 1989 kon Herman de boerderij kopen van zijn ouders. Zijn ouders stelden de voorwaarde dat ze op de plek konden blijven wonen. “Echt boer werd ik natuurlijk niet maar nu ik meer tijd heb, wil ik hier op een ecologische, hobbymatige manier toch nog een beetje boeren. Ik vind het mooi om met de oude lichte machines te werken om structuurbederf van de grond tegen te gaan. De grond probeer ik zo vruchtbaar mogelijk te houden door groenbemesters te zaaien en ik probeer zo min mogelijk te spuiten. Zaad verbouwen vind ik ook mooi voor de patrijzen en ik wil zien of ik nog wat subsidie kan krijgen voor de aanleg van akkerranden. Maar dat subsidie krijgen valt nog niet mee.” Herman is blij met zijn tarwe. “Maar de opbrengst…. die had wel iets meer mogen zijn.”

Liefhebber

Herman is een liefhebber van oldtimers. “Ik vind het mooi om met oude machines te werken, maar ook om oude trekkers op te knappen.” Naast deze Clayson maaidorser heeft Herman een kalkstrooier, een kunstmeststrooier en trekkers uit 1925 en 1935. Hij wil zoveel mogelijk op het land zelf doen. Dit voorjaar haalde hij een ouderwetse getrokken zaaimachine uit Zeeland. “Het is soms wel lastig om onderdelen te vinden. Je moet de wegen kennen.” Het netwerk dat Herman heeft opgebouwd in zijn tijd in de bouw is dan handig. En als iets helemaal niet meer te krijgen is? “Dan klop ik aan bij Bennie van den Blauwen in Varsseveld. Dat is zo’n ongekend goede vakman! Die kan alles maken wat ik nodig heb.”