Eetbaar hout en andere onverwachte, boeiende activiteiten

Hanneke van de Velde

Recreatie in en om de Slangenburg. De meeste mensen kunnen zich dan nog wel iets voorstellen bij landgoed ’t Maatje van Jan Hammink. Ten zuiden van Slangenburg is hier de laatste 20 jaar volop nieuwe natuur in ontwikkeling op dit voormalige veeteeltbedrijf. Dit mooie landgoed levert prachtige wandelmogelijkheden op. Maar dat er daar op ’t Maatje veel meer initiatieven zijn, is wellicht minder bekend en zeker verrassend.

De samenwerking op het landgoed

Tussen de met sneeuw bedekte boomstammen en bij een waterig zonnetje, geven Pip Gilmore en Jan Hammink uitleg over landgoed ’t Maatje en de activiteiten die er plaatsvinden. Pip vertelt vol enthousiasme over de activiteiten rondom de Eetbaar Hout Kwekerij. Jan Hammink vult dit aan met details over het landgoed, het ontstaan ervan en de samenwerking met Pip Gilmore.

Vanuit de onderhoudsactiviteiten op het landgoed wordt het bos (als de bomen groot genoeg zijn) uitgedund. Dit om de andere bomen en begroeiing meer kans te geven om te overleven. Vanuit deze reststroom van uitgedunde bomen wordt een deel van de Eetbaar Hout Kwekerij van Pip Gilmore van boomstammen voorzien om er haar Eetbaar Hout te maken. Per jaar gebruikt Pip rond de 1000 boomstammen, ook afkomstig van andere locaties. De bomen op het landgoed die moeten verdwijnen, worden gemerkt. Pip regelt vervolgens met een aantal vrijwilligers dat ze eind januari worden gekapt en naar de plaats van bestemming worden gebracht. Alleen bomen die gezond zijn en niet te dik, zijn bruikbaar bij de paddenstoelenteelt. Maar dat zijn ook juist de bomen die uit de dunning komen.

In coronatijd is er veel hulp van vrijwilligers die juist nu graag in de buitenlucht willen werken. Deze vrijwilligers verwijderen de bomen uit het bos en helpen deze verder te verwerken; een arbeidsintensief karwei.
De bomen afkomstig van Landgoed ’t Maatje worden omgezaagd door o.a. leerlingen van Helicon uit Velp. De meeste boomstammen komen momenteel uit de bossen van Natuurmonumenten, waar Pip ook mee samenwerkt.

Het entproces van de paddenstoelen

Van maart tot half april, als de lucht nog koud is, worden de boomstammen geënt met een schimmel. De schimmel gebruikt het hout om enkele maanden later eetbare paddenstoelen te maken. Zo’n 30-40 gaten worden er in de stammetjes geboord volgens een bepaald patroon. Daar worden vervolgens 30-40 deuvels met de goede schimmel in geplaatst. Zo groeit de goede schimmel door in de hele stam en kunnen er geen andere schimmels bijkomen.

Wanneer de lucht wat warmer wordt komen er ook andere schimmels in de lucht. Deze concurreren dan met die in de stam. Dus het is belangrijk dat de geënte stammen al voldoende zijn ‘bezet’ door de juiste schimmel.

Shii-take groeit het beste op eik, daarvan was het tijdens het interview (april) zo ongeveer de laatste week om deze te enten. De populierenstammetjes zijn wat later geënt.

De geënte stammetjes moeten in de schaduw liggen. Omdat er nog geen blad aan de bomen zit, zijn de stammetjes nu afgedekt met doek. Zo worden ze beschermd tegen het door de kale bomen vallende zonlicht.

De shii-take kraamkamers blijven anderhalf jaar liggen om de schimmel goed door te laten groeien. Na die tijd worden ze, in het najaar, in een waterbad gedaan. Gelukkig had Jan vanuit zijn agrarische verleden nog mooi materiaal liggen dat gebruikt kon worden voor onder andere het dompelbad. Zo vond ook daar hergebruik van materialen plaats.

Dit dompelbad zorgt voor een koude shockeffect. Hierdoor worden ze als het ware aangestuurd om voor nageslacht te zorgen. Dat gebeurt ongeveer 2 weken later door de vorming van paddenstoelen, de vruchtlichamen van de schimmel. Deze kun je dan plukken en opeten. Vervolgens moet je de stam weer 6 weken met rust laten en kun je weer een keer oogsten.

Als dit proces na anderhalf jaar eenmaal op gang is gekomen, kun je vier tot vijf jaar lang oogsten. Gedurende het seizoen, dat loopt van mei tot ongeveer november, is dat drie tot vier keer per jaar mogelijk.

Pip benadrukt dat ze geen “paddenstoelenboerin” is, maar dat het primair gaat om de opwaardering van het uitgedunde hout. In plaats van het meteen de versnipperaar of de kachel in te doen, heeft het zo nog een langdurig en functioneel tweede leven. Vandaar ook de naam “Eetbaar Hout” in plaats van paddenstoelenstam. Pip verkoopt dan ook de stammetjes en niet de paddenstoelen. (voor geïnteresseerden in een bezoek aan de kwekerij of een workshop kijk op de website: https://groenetakken.nl of neem contact met haar op). Ook geeft ze, onder andere op landgoed ’t Maatje, cursussen en workshops om zelf een stammetje te enten.

Het ontstaan van ‘Eetbaar Hout Kwekerij’

Zelf heeft Pip Bosbouw gestudeerd aan de universiteit van Melbourne, Australië. Ze heeft altijd al interesse gehad in bos, hout en buiten zijn.

In Wageningen terecht gekomen in de loods van een boomverzorger – houtbewerker, ontmoette ze daar een ecoloog die zich bezighield met het enten van oesterzwammen op stammen. Een samenwerking kwam tot stand. Later heeft Pip dit zelfstandig verder uitgebouwd tot het huidige ‘Eetbaar Hout’.

De tijdsgeest zit nu ook mee. Mensen zijn meer geïnteresseerd in een dergelijke manier van voedsel maken en de shii-take als onderdeel van het menu. Shii-take kan deels dienen als vervanger van vlees en heeft een heerlijke smaak. Ook Jan is inmiddels overstag gegaan voor deze paddenstoel en heeft deze zo nu en dan op het menu staan.

Omdat de stam na de productietijd nog dienst kan doen als compost, past dit ook binnen de circulaire landbouw. Tegenwoordig ook een ‘hot item’.

Naast shii-take probeert Pip ook nieuwe combinaties uit; allerlei paddenstoelensoorten op verschillende boomsoorten. Zodra die het goed doen, zijn ook die stammetjes weer te verkrijgen. In de proeftuin zijn behalve deze experimenten met variëteiten, ook andere kweekmethoden te zien, zoals het kweken van stropharia of bietenputzwam op houtsnippers.

Behalve het kweken en verkopen van geënte stammen en het geven van workshops, adviseert Pip tuinderijen en landbouwbedrijven om zelf een kwekerij te starten. Ook de in opkomst zijnde Herenboeren begeleidt ze in hun eigen productieproces.

Sinds corona is de belangstelling voor het ‘Eetbaar Hout’ groeiende. Er is ruime belangstelling voor de aan de corona aangepaste workshops.

Nog meer samenwerking op landgoed ’t Maatje

Jan geeft verder aan dat er nog meer samenwerking bestaat op het landgoed. Zo doen Helicon, VMBO en MBO voor groen en dier, onderhoud aan het landgoed. Stagiaires kunnen hier ervaring opdoen en hebben een prachtig stageadres.

Daarnaast is er sinds ruim een jaar een bosmoes- en fruittuin op permacultuurbasis. Hier zwaait Hennuh van der Heiden de scepter. Permacultuur in de moestuin betekent het toepassen van een aantal basisprincipes: rust voor de bodem (oftewel: niet spitten), grond beschermen door te mulchen en diversiteit. Dat is terug te zien in de bosmoestuin op ’t Maatje.

Nog een partij die het beschikbare hout uit de uitdunning gebruikt voor een mooi tweede leven, is ‘Vers Hout’ waar Sandra Witteman actief mee aan de slag is. Daar worden via workshops en cursussen prachtige dingen gemaakt van onder andere het uitgedunde hout. Denk daarbij aan mooie krukjes en prachtig gesneden sierlepels. Ook dit bedrijf werkt weer mee aan het onderhoud van het landgoed zodat het mes ook hier aan twee kanten snijdt.

Bovenstaande is een mooi voorbeeld hoe samenwerking leidt tot allerlei verrassende initiatieven op een landgoed met nieuwe natuur, ontstaan op en uit voormalig agrarisch gebied.

Pip Gilmore en Jan Hammink