Muskusratten vanger

Toos Lenderink

Het is een taak van het waterschap om muskus- en beverratten te vangen. De muskusrat komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika en hoort eigenlijk niet in Nederland thuis (het is dus een exoot). Ze graaft uitgebreide gangenstelsels en veroorzaakt hierdoor schade aan dijken en waterkeringen. Nederlandse waterschappen hebben vier jaar lang grootschalig wetenschappelijk onderzoek gedaan, waarna de huidige bestrijdingsstrategie is opgesteld. Doelstelling is om over vijftien jaar geen enkele muskus- of beverrat meer te hoeven vangen. Bij de grens is deze marge wel iets groter. In Duitsland zetten ze niet zo professioneel in op deze vangst, omdat ze daar minder waterkerende dijken en oevers hebben. Bij hoog water spoelen de muskusratten zo ons land binnen.

Jari op zijn ronde

Jari Bremer, in dienst van het waterschap Rivierenland, maar ook werkzaam voor het waterschap Rijn en IJssel, vertelt over zijn beroep. Jari werkt als muskus- en beverrattenvanger in het gebied Slangenburg. In de Achterhoek werken veertien vangers, die elk verantwoordelijk zijn voor ongeveer 1000 km aan sloten en beken (watergangen). Deze watergangen worden afgespeurd met behulp van een quad, boot, kano of te voet. De bekende bruine rat wordt in principe niet gevangen, maar mocht deze toch gevangen worden, dan is dit een gewenste bijvangst. Als er bevers of otters gesignaleerd worden, dan wordt deze informatie doorgegeven aan de Zoogdier Vereniging. Het waterschap onderhoudt hiermee een goede samenwerking. Jari heeft een app op zijn telefoon met GPS-systeem waarop van elk vangmiddel wordt vermeld wat er is gevangen, of het een moer of ram is, de leeftijd en eventuele bijvangst. De kooizender die nu gebruikt wordt, stuurt een sms naar de vanger wanneer de kooi dichtvalt, waarna de vanger er binnen vierentwintig uur naar toe gaat.

Een nu in gebruik zijnde vangkooi

In voor- en najaar zetten Jari en zijn collega’s de vangmiddelen uit. In april-mei is het paartijd voor de muskusratten en zoeken ze elkaar op. Tijdens deze trek kan er succesvol gevangen worden. Vang je er twee in het voorjaar, dan voorkom je zesendertig muskusratten later in het jaar. Er wordt sowieso steeds meer preventief gewerkt. Een dood beest wordt teruggegeven aan de natuur en neergelegd in een bosje of op een plek waar weinig publiek komt. Voer voor de vos, marter of buizerd.

Een gevangen rat wordt teruggeven aan de natuur

Niet iedereen begrijpt waarom het vangen van deze ratten noodzakelijk is. Jari heeft tijdens zijn opleiding geleerd om met kritiek om te gaan. Hij is op zijn speurtocht altijd herkenbaar gekleed als muskusrattenvanger en loopt veel langs oevers of rijdt per quad langs oevers en dijken. Er wordt gelet op geuren, op vraat en op speciale keutels. De keutels van de beverrat zijn drie tot vier cm lang, boonvormig en blijven door hun olielaagje drijven op het water. Wanneer Jari een verstopte duiker ziet of een verzakking, dan wordt dit doorgegeven aan de afdeling Beheer en Onderhoud van het waterschap zodat dit hersteld kan worden.

Jari vindt het mooie van zijn werk dat hij continue ’de natuur kan lezen’ en alle seizoenen meemaakt.

Innovaties

Eén van de onderdelen van het zogenoemde LifeMICA-project dat door Brussel wordt gesubsidieerd, is een slimme vangkooi. Deze is nog in ontwikkeling en kan een muskus- of beverrat herkennen door middel van beeldherkenning, waardoor de vangst van een ander dier wordt voorkomen. Het gaat om een grote kooi die drijft op een tempexvlot op het water. Een ander onderdeel van het LifeMICA-project is E-DNA. Door een watermonster te nemen kan de vanger zien of er in het water DNA zit van een muskus-/beverrat. Hierdoor is het mogelijk om te zien of er een muskus-/beverrat aanwezig is in een gebied. Ook zijn de verschillende waterschappen bezig met andere innovaties. Er wordt gekeken wat drones en speurhonden in de toekomst voor hulp kunnen bieden om de doelstelling te halen.