Karin Wensink
Als je in IJzevoorde Johan van Doesburg tegen het lijf loopt, dan kan het zijn dat je even terugdeinst. De streng ogende, stoere kale man boezemt ontzag in. Toen ik echter in oktober vorig jaar bij hem op bezoek ging, nodigde hij me binnen met een allervriendelijkste lach op zijn gezicht. Johan van Doesburg, hij woont samen met zijn vrouw Marika en zoon Simon, hartje IJzevoorde, in het vroegere meestershuis naast de school.
Johan, die als jongste telg van het onderwijzersechtpaar Ot en Nel van Doesburg het gezin met vier kinderen compleet maakte, is geboren in het meestershuis. Zijn vader
was hoofdmeester op de naastgelegen basisschool en zijn moeder sprong bij waar dat nodig was. Dat er niet altijd oppas was voor de kleine Johan was geen probleem. Zijn moeder nam hem gewoon mee naar school en hij vermaakte zich daar wel. Johan heeft een gelukkige en zorgeloze jeugd genoten in IJzevoorde. Toch werd hij, in relatie met andere kinderen, vaak als buitenbeentje gezien. Wellicht kwam het door de positie van zijn ouders of doordat de familie van elders kwam, misschien had het ook met zijn eigenzinnige karakter te maken. Johan ging in Doetinchem naar de middelbare school en toen hij daar vanaf kwam, leek het een logische stap dat hij ook het onderwijs in zou gaan. Na twee jaar Pedagogische Academie hield hij het voor gezien. De baantjes die hij daarna had als glaszetter en monteur brachten hem niet de toekomst die hij voor ogen had en hij liet zich omscholen tot een functie in de metaal. Inmiddels werkt Johan al weer 30 jaar bij een gespecialiseerde gereedschapsmakerij in Zevenaar.
Op zijn twintigste verliet Johan de ouderlijke woning. Toen zijn ouders in 1998 het meestershuis konden kopen, verkochten ze het dezelfde dag door aan Johan. Johan kwam, nu met zijn gezin, terug naar IJzevoorde en heeft ouderwets buurt gemaakt. Hij houdt van de tradities zoals mooi maken en het noaberschap bij rouw en trouw. Toen hij en Marika 25 jaar getrouwd waren hebben ze een groot feest gegeven waarbij de hele buurt was uitgenodigd. En toen zijn moeder overleed, stond de buurt klaar om volgens traditionele buurtregels het dragen en koffieschenken op zich te nemen.
Zaterdag 13 april 2002, die datum staat in Johan zijn geheugen gegrift. Wat begon als een mooie gezamenlijke klusdag bij de schietvereniging, werd een zwarte dag voor IJzevoorde en omgeving. Zeg Marcel Bulten en iedereen weet nog wat er die middag is gebeurd. Johan was er als eerste bij. Hij had zijn EHBO-diploma maar kon niets voor hem doen. Dat frustreert hem nog tot op de dag van vandaag. Het tragische ongeval maakte de grote stoere man klein. De familie van Doesburg is als naaste buur, nauw betrokken geweest bij het afscheid en er is een bijzondere band ontstaan met Wim, de vader van Marcel.
Na dat ongeval kon Johan zijn draai eerst moeilijk vinden. Een van de eerste dingen die hij is gaan ondernemen is een opleiding tot instructeur bij het Rode Kruis. Wekelijks geeft hij nu EHBO-cursussen en kan zijn onderwijzersbloed toch nog stromen.
Tijdens de avondvierdaagse in 2002 kwam Johan in de ban van de bagpipe (officiële benaming voor de doedelzak). Zelf had hij nog nooit een instrument bespeeld en het voelde voor hem als ‘nu of nooit’. Hij dook in het diepe bij de pipers- club van Hans Beerten in Borculo en bleek in een warm bad terecht gekomen te zijn. Gedreven trok Johan elke dag wel 1,5 tot 2 uur uit om het moeilijke instrument onder de knie te krijgen. Menigeen in IJzevoorde heeft nog het karakteristieke geluid in de oren uit de tijd dat hij regelmatig met zijn doedelzak de Loordijk op en neer liep. Hij voelde zich op die momenten net de rattenvanger van Hamelen. Het beoefenen van de Bagpipe-kunst werkte therapeutisch voor Johan, het verloste hem even van zijn nare gedachten. De betrekkelijkheid van het leven heeft Johan van dichtbij meegemaakt. Hij is er sterker uit gekomen. Zijn levensmotto is “Leef je dromen”.
Één van die dromen was om ooit een keer met André Rieu op te treden in het GelreDome. Dat is hem gelukt en dat smaakte naar meer! Als voorzitter van de pipers-vereniging in Borculo is hij nu één van de motoren achter de Music Show Scotland, ’s werelds grootste Schotse indoorshow. Samen met Marika en dochter Annemieke zet hij alles (bijna alles) aan de kant om, met de hele club, de shows tot een succes te maken. Ook dochter Emma is als danser en piper betrokken bij de club. De shows, die in 2004 kleinschalig zijn begonnen in de openlucht, vergen nu naast de hoogkwalitatieve muzikale prestatie een enorme logistieke operatie. Bij optredens, die inmiddels in een groot deel van Europa plaatsvinden, gaat in 9 vrachtwagens, naast een kasteel van 40 meter breed en 15 meter hoog, alle licht- en geluidsapparatuur mee en een complete keuken om de meer dan 200 muzikanten en vrijwilligers te voeden. “Het is nog net geen obsessie!”, zegt Johan ernstig lachend.
Naast het hele doedelzakgebeuren heeft de familie van Doesburg nog een grote hobby: Stoommachines! Ook hier gaat Johan weer voor groot. Het begon tijdens een hemelvaartweekend in een park in Leek. Een openbaring in stoommachines die de familie niet meer heeft losgelaten. Ze zijn lid geworden van de Vereniging tot behoud van Stoomwerktuigen. Er werd een model gekocht in Engeland. Als je dan wat in de metaal doet is dat handig, want je moet bijna alles zelf maken. In Duitsland vond Johan een Case stoommachine uit 1898. Het oude beestje had nogal wat revisie nodig. De ketel bijvoorbeeld moest volledig gerestaureerd worden.
In zijn schuur heeft Johan een complete metaalwerkplaats ingericht. En IJzevoorde staat niet raar meer te kijken als Johan samen met Marika op een stoommachine langs komt tuffen.
Heeft deze eigenzinnige, gedreven man nog dromen voor de toekomst? Pas geleden hebben hij en Marika een camper gekocht. Daar gaan ze samen het groot rijbewijs voor halen.
En de stoommachines? Die kunnen best nog een maatje groter, 10 tot 15 ton of zo….