Landgoedwinkel weg bij het kasteel

Toos Lenderink

In onze winter-Boode van 2021 berichtten wij u over de verbouwplannen van het koetshuis en de landgoedwinkel bij het kasteel. Inmiddels is de verbouwing klaar. Wij hebben veel vragen en Nol Verhoeven, voorzitter van de Vereniging Heerlijckheid Slangenburg (VHS), doet uitleg.

De verbouwing was toch bedoeld voor een multifunctionele toepassing van de ruimte met gebruik van Leader subsidie?

“Ja, de LEADER subsidie à € 120.000,- is toegekend omdat de lokale economie, recreatie en toerisme worden versterkt. Met de verbouwing van het koetshuis is een bezoekerscentrum Kasteel Slangenburg gecreëerd, dat toegankelijk is voor iedereen en over een goed toegeruste keuken beschikt, wat gunstig is voor de horeca in het koetshuis. Door het nieuwe plafond kan ook de landgoedwinkel het gehele jaar open blijven. Voor het plafond in de landgoedwinkel heeft Vereniging Heerlijckheid Slangenburg (VHS) een bijdrage van € 15.000,00 ontvangen van de Rabobank.”

Waarom is de landgoedwinkel (LGW) dan niet in het nieuwe bezoekerscentrum gekomen?

“Medio 2021 diende de Stichting Gasthuis Koetshuis Slangenburg (SGKS), in samenspraak met de eigenaar, Stichting Monumenten Bezit (SMB), en VHS, de formele aanvraag voor de LEADER Subsidie bij de Provincie Gelderland in. Ook verkreeg Kasteel Slangenburg, mede dankzij de VHS, een prominente plek in de Koersnotitie vrijetijdseconomie 2020-2030.

Hierna verliep de communicatie tussen SGKS en VHS minder goed. Ook zorgde Covid19 voor meer afstand. Ondanks een goed gesprek tussen het bestuur van SGKS en VHS in januari 2022 over de nieuwe huurovereenkomst, volgde een lange periode met moeizaam overleg. De verbouwing van het bezoekerscentrum was intussen al gestart.

Op 14 april ontving VHS een vijf A4tjes tellende huurovereenkomst, met zeventien bladzijden algemene bepalingen. Deze algemene bepalingen bevatten onderdelen die niet zijn besproken. Zo werden de risico’s voor de verhuurder (SGKS) afgedekt, maar die voor de huurder (VHS) werden niet meegenomen. Ook gaf de huurovereenkomst de verhuurder (SGKS) de mogelijkheid om de huurovereenkomst per maand op te zeggen, terwijl VHS zou moeten investeren in de winkelinrichting, verlichting, etc.. In de huurovereenkomst en de algemene bepalingen stonden meerdere punten die aanpassingen, aanscherpingen of verduidelijking behoefden, of die met elkaar in tegenspraak waren. En de verhuurder wil haar mening (als één van de 38 leden van de VHS) afdwingen, door deze in de huurovereenkomst op te nemen.  

Op de ledenvergadering van 19 april jongstleden werd daarom door de leden uitgesproken dat het vertrouwen verdwenen was. Daarop beëindigde de VHS de huurovereenkomst, waarmee we ons ook terugtrokken uit het Bezoekerscentrum Kasteel Slangenburg. Momenteel is de landgoedwinkel dus dakloos.” 

Is die Leader subsidie dan nog wel uitgekeerd?

“De LEADER-subsidie wordt alsnog toegekend en uitgekeerd, aangezien de SGKS de aanvraag heeft aangepast en de adviesgroep van LEADER deze aanpassing van de aanvraag heeft goedgekeurd.

De toegezegde €15.000 door het Coöperatiefonds Rabobank Graafschap is niet uitbetaald, aangezien deze bestemd was voor de vestiging van VHS in het bezoekerscentrum. Door het terugtrekken van VHS is deze vervallen.”

Hoe gaat het nu verder met de Slangenburgse Nazomerdagen?

“De Slangenburgse Nazomerdagen gaan in 2022 niet door, mede doordat een deel van de werkgroep stopt.”

Hoe zie jij de toekomst van de Heerlijckheid Slangenburgh?

“De leden en vrijwilligers willen absoluut doorgaan. Ze streven naar een permanente plek voor de landgoedwinkel, om opnieuw in te investeren.”

Wat heeft dit allemaal na zoveel jaar inzet persoonlijk voor jou betekend?

“Met de bouw van het bezoekerscentrum Kasteel Slangenburg wordt Slangenburg nog meer van de inwoners van Doetinchem en van de Achterhoek. Dat is een goede zaak. Als inwoner en ambassadeur van Slangenburg en voorzitter van de VHS vind ik het echter bijzonder spijtig dat het niet gelukt is om een plek te krijgen in het bezoekerscentrum.

Als VHS gaan we nu op zoek naar een nieuwe plek voor de landgoedwinkel en de Vereniging Heerlijckheid Slangenburgh. De leden en vrijwilligers, die daar positief in staan, denken daar in mee. Ik ben vol vertrouwen dat daar weer iets heel moois uit gaat komen!”


Wonen in een Pipowagen

Karin Wensink

Een jaar geleden trof ik Isabelle van Kooten. Het was stralend weer en ze stond in haar korte broek en hemdje, ergens verscholen op het terrein van haar ouders, een pipowagen te schilderen. Ze vertelde dat ze hem aan het opknappen was om er daarna in te gaan wonen. 

Hoe komt een mooie jonge vrouw als jij er toe om in een pipowagen te gaan wonen? En mag ik je huisje zo noemen?

“Zeker mag je het een pipowagen noemen, maar zelf noem ik het liever een Tiny House. Ik woonde in de stad en was al een tijdje geïnteresseerd in wonen in een Tiny House, duurzaam met zonnepanelen en zo. Ik had me georiënteerd op de mogelijkheden en uitgezocht hoe het financieel en met de vergunningen zat. Ik was enthousiast maar het plan leek op dat moment voor mij niet haalbaar. Ik ging door een heftige periode en woonde tijdelijk weer bij mijn ouders. Ik legde het plan naast me neer, maar wist wel zeker dat ik niet meer terug wilde naar de stad.”

Vlak daarna vertelde een buurman dat de pipowagen bij Zorgvilla de Ooijman te koop was. “Ik kende die wagen wel uit de tijd dat mijn opa in de villa woonde. Samen met mijn moeder ben ik er heen gegaan. We hebben gewoon aangebeld en konden de wagen, die nadat hij leeg kwam dienst deed als directiekantoor, bekijken. Er moest wel het nodige aan gebeuren, de badkamer was bijvoorbeeld niet meer in gebruik. Maar wat we zagen voelde goed. Het klopte gewoon. Binnen twee weken hebben we hem met de trekker opgehaald. Dat was nog een hele optocht. Mijn broertje reed voorop om het verkeer in de gaten te houden.”

Isabelle heeft de wagen helemaal schoon gemaakt, geschuurd en opnieuw geschilderd. Ook de nieuwe keuken en badkamer heeft ze zelf met enige hulp geplaatst. Het is een knusse plek geworden. Een plek met alles wat je nodig hebt binnen handbereik. Buiten zijn de eerste plantjes gepoot. “Je hebt niet zoveel ruimte nodig om gelukkig te zijn!”, lacht Isabelle. “En je wilt niet weten hoe heilzaam ontspullen kan zijn.”

Wat betekent wonen en inmiddels ook werken in de Slangenburg voor jou?

“De Slangenburg heeft voor mij altijd als thuis gevoeld. Ik ben er opgegroeid, naar school gegaan en heb een fijne jeugd gehad. En het is hier ZO MOOI!! Ik heb dat 20-25 jaar niet echt beseft, maar het is gewoon niet normaal zo mooi als het hier is. En de RUST! Die heb ik echt nodig, merk ik. Het is echt super om hier in deze mooie omgeving, vlak bij mijn familie, bij mijn nichtje en neefje ook, een eigen plek te hebben. Elke morgen als ik opsta, kijk ik uit het raam en geniet van de omgeving. En sinds kort heb ik hier ook een paar dieren lopen. Dat is extra genieten.”

“Het is bijzonder hoe snel je leven kan veranderen. Als ik het vergelijk met een jaar geleden, dan heb ik zoveel geleerd. Ik heb zin in het leven en in de toekomst. Ik heb mijn baan opgezegd en ben mijn bedrijf aan het vormgeven. Ik wil vrouwen coachen die hetzelfde meemaken als ik heb meegemaakt en proberen vanuit mijn eigen ervaring hen te stimuleren hun leven weer op de rit te krijgen. Binnenkort gaat mijn website de lucht in.”

“Zorg goed voor jezelf en zorg dat je wat goeds nalaat in de wereld door je talenten en ervaringen in te zetten.”

Mooie wijze woorden tot besluit van deze zelfbewuste vrouw.


Derk Jan Lievers

Derk Jan Lievers; van gitaar “prutser” tot gitaarbouwer

Karin Wensink

Het is een mooie zomeravond in juli. In zijn tuin in hartje IJzevoorde spreek ik met Jan Lievers over zijn liefde voor muziek en vooral over zijn gitaren. Sinds hij op 62-jarige leeftijd het onderwijs achter zich liet, leeft hij fulltime voor de muziek en is vaak vijf dagen per week bezig met gitaren maken en alles wat daarmee samenhangt.

Hoe het begon

Begin jaren ’70 werkte Jan, hij was een jaar of 15-16, samen met een vriend in een muziekzaak in Dinxperlo. In die tijd, toen hij nog niet eens gitaar speelde, prutste hij al wat aan gitaartjes. Nieuwe lak, nieuwe mechaniekjes, nieuwe snaren erop. Hij had lol om van iets ouds weer wat moois te maken. Later is hij met diezelfde vriend een muziekzaak begonnen in Doetinchem. In 1985 werd zoon Rik geboren en stapte Jan uit de zaak om huisvader te worden.

Onderwijs

Jan had in zijn schoolperiode de PABO afgerond, maar het basisonderwijs was niet zijn ding. Na een studie economie kwam hij als leraar in het volwassenenonderwijs terecht en gaf onder andere les op verschillende moedermavo’s. Na een aantal jaren maakte hij de overstap naar het middelbaar onderwijs, waar hij pubers de economische principes probeerde bij te brengen.

De taal van muziek

De muziek, en met name de gitarenwereld, bleef kriebelen. Jan had zich het gitaarspelen eigen gemaakt en speelde ook in bands. In 2009 maakte hij een rondreis door China. China was op dat moment booming business en Jan wilde de sfeer proeven van het economisch klimaat daar, met name op het gebied van gitarenbouw. In de periode 2009 tot en met 2012 bezocht hij één à twee keer per jaar beurzen in China. Op één van die reizen ontmoette hij gitarenbouwer Wu. Wu was een werkman, iemand die met eigen handen een gitaar in elkaar zet. Wu wilde graag voor zichzelf beginnen. Derk Jan en Wu vonden elkaar en richtten samen het bedrijf Dejawu Guitars op.

DeJaWu Guitars

Binnen DeJaWu is Jan de creatieve geest die de ontwerpen maakt. Wu doet het hout- en lakwerk en Jan maakt de gitaren af. De naam DeJaWu komt van de eerste letters van De(rk), Ja(n) en Wu maar heeft gevoelsmatig (klinkt als Déjà vu) nog een diepere betekenis. Déjà vu: dat verrassingsgevoel van “Hé, heb ik dat niet eerder gezien?” en “Het is uniek en ergens ook herkenbaar…” De gitaren worden namelijk volgens de aloude principes van de vroegere violenbouwers gebouwd. Er wordt massief hout gebruikt en alleen met handmachines gewerkt. Echtgenote Bea is ook betrokken. Ze is de drijvende kracht achter de schermen en ook dochter Martine deelt de passie van haar vader. “Haar studie Chinees komt ons goed van pas”, vertelt Jan “en ze is erg handig met het online-gebeuren.”

Unieke projecten

In samenspraak met opdrachtgevers krijgt elke gitaar een eigen uitstraling. Met een twinkeling in zijn ogen laat Jan me het mooie natuurlijke lijnenspel zien van het gebruikte esdoornhout. “Samen met Bennie Jolink maakte ik een gitaar in de vorm van een schilderspalet. Toen de kast klaar was schilderde Bennie er zelf het palet op en ik maakte daarna de gitaar verder af.”

“En…. er zit nog een heel mooi project in het vat. Iets met heel oud hout. Ik kan daar nog niet zoveel over zeggen maar hoop dat we er in het najaar mee aan de slag kunnen. Dus hou ons in de gaten!”

Jan, qua leeftijd richting de zeventig, blijft nog wel even doorgaan want zoals hij zegt:

“De muziekwereld is een bijzondere wereld, waarin leeftijd niet speelt.”


Vlinders in je buik (en in het bos)

Gert Jan van de “Brouwer”

Van muziek kun je ook vlinders in je buik krijgen: mooie muziek zorgt dat je je prettig voelt. Een zorgeloos fladderende vlinder in je tuin of in het bos geeft ook een goed gevoel.

We gaan deze keer in de tuin en het Slangenburgse bos op zoek naar dagvlinders. Op een bloeiende vlinderstruik in je tuin komen gegarandeerd veel vlinders af om nectar te snoepen. Maar ook in het bos komen bijzondere vlinders voor. Om de vlinders op naam te brengen helpt de vlinderkaart op de site van De Vlinderstichting. Het is elk jaar weer een verrassing waar en wanneer de vlinders tevoorschijn komen. Sommige vlinders overwinteren op een beschut plekje, zoals de dagpauwoog, andere komen na de winter uit eitjes of poppen. En er zijn zelfs trekvlinders die in het voorjaar met een zuidenwind naar Nederland komen uit warmere streken, zoals de atalanta en de distelvlinder.

koevinkje

Elke vlinder heeft een eigen waardplant, dat is de plant waarop hij eitjes legt en waarvan de rupsen zich voeden met de blaadjes. Als de rups groot genoeg is, gaat hij verpoppen. Dit doet hij op een rustige plaats in een plant of in de strooisellaag. Een beetje ruigte helpt de pop overleven. In natuurgrasland laat men bij maaien vaak een strook gras staan voor de vlinders en andere insecten. Vlinders snoepen nectar van alle soorten bloemen en zoeken ondertussen naar een partner. In de natuurweilanden van de Slangenburg staan in het voorjaar pinksterbloemen en langs de bospaden staat dan de naar uien ruikende look-zonder-look. Beide planten zijn de waardplant van het oranjetipje. Het witte vrouwtje legt maar één eitje op elke plant. De waardplant van de gele citroenvlinder is het sporkehout (vuilboom). Ook de citroenvlinder vliegt al vroeg in het voorjaar. Op de kamperfoelie legt de kleine ijsvogelvlinder zijn eitjes. In juni en juli is deze zwart witte vlinder rondom de Slangenburg te zien. De brandnetel is een fantastische waardplant voor veel vlinders. Soms zie je een groot aantal bijna zwarte rupsen bij elkaar op de brandnetels zitten. Krijgen ze de kans om zich te verpoppen dan komt hier de mooie dagpauwoog uit. Ook de atalanta, kleine vos en de gehakkelde aurelia maken gebruik van deze waardplant. Op de natuurweides bij het kasteel kun je de kleine vuurvlinder tegenkomen, hier staat veel veld- en schapenzuring: de waardplanten van deze vlinder.

Afgelopen jaar hadden we een aantal erg grote rupsen op de wortels in onze tuin. Met de app Obsidentify waren deze snel op naam gebracht; de rupsen van de koninginnenpage.

Koninginnepage

Dit is de mooiste en grootste vlinder in Nederland. Normaal is de wilde peen de waardplant van deze vlinder, maar ons wortelloof was blijkbaar niet te weerstaan. Erger is het als de koolwitjes onze boerenkool ontdekt hebben. Afdekken met fijn doek helpt. Alternatieve waardplanten aanbieden, zoals Oost-Indische kers of judaspenning kan ook helpen om de verschillende soorten koolwitjes uit de kool te houden. Minder opvallende vlinders zoals zandoogjes, hooibeestjes en koevinkjes gebruiken verschillende soorten grassen als waardplant. Wegbermen en verloren hoekjes met bloemen en grassen wat langer laten staan, zorgt voor meer vlinders. In Nederland leven maar 53 soorten dagvlinders, die zijn nog een keer te onthouden. De echte geïnteresseerden kunnen ook nog doorgaan met de nachtvlinders. Enkele nachtvlinders zijn overdag actief, zoals de zeldzame kolibrievlinder met het walstro als waardplant. Ook deze vlinders zijn te vinden in de Slangenburg. Van de nachtvlinders zijn er ruim 2.400 soorten in Nederland. Dat zijn erg veel motjes, dus we zijn voorlopig nog niet uitgeleerd.


Modern wonen in cultuurhistorisch pand

Toos Lenderink

Toen in het jaar 2000 het familiebedrijf van Henk en Martha Boeijink gestopt was, wilden zij hun kinderen niet opzadelen met leegstaande gebouwen en vervuilde grond. De toenmalige gemeente Zelhem keurde uiteindelijk plannen goed om van de voormalige maalderij/winkel/bakkerij en alle bijbehorende gebouwen een mooi nieuw geheel te maken. De provincie ging hiermee echter niet akkoord: Er moest getoetst worden aan de cultuurhistorische waarde. Vele tekeningen en voorstellen later leverden het huidige resultaat op: vier woningen waarvan drie met behoud van een aantal originele elementen zoals deze 50 jaar geleden bestonden. Daarnaast een geheel nieuw gebouwde bungalow om het kostenplaatje rond te kunnen krijgen.

Bakkerij

In eerste instantie werd de winkel, die vastzat aan de bakkerij afgebroken. Maar de verkoop van het pand liep niet, mede door de recessie. Bouwbedrijf Rots maakte daarom een ruwbouw aansluitend aan de bakkerij, waarop het opnieuw in de verkoop kwam. Twee jaar geleden, in de eerste week van de corona-uitbraak werd dit door Ronald en Melanie gekocht. Zij bewonen nu de voormalige bakkerij/winkel. Ik mag binnen komen kijken en de oude ovens bewonderen.

Melanie en Ronald komen oorspronkelijk uit Utrecht. Daar woonden ze in De Meern helemaal naar hun zin en met een vrij uitzicht. Tot het daar werd volgebouwd. Het gevolg was een Vinex-wijk met een overvol wegennet er omheen. De constante herrie deed hen besluiten om na hun actieve werkzame leven te kiezen voor het buitengebied van Zelhem. Ze genieten van het coulissenlandschap hier en voelen zich heel erg op hun plaats. Daar heeft de warme ontvangst door de buurt zeker ook aan bijgedragen! 

Ronald was van beroep civiel ingenieur en kan (behalve mooi vertellen) gemakkelijk visualiseren wat de mogelijkheden zijn. Hij heeft de indeling van het pand helemaal veranderd naar eigen wens. In hun keuken nemen de twee ovens met tegeltjes een prominente plaats in. Vanaf 1956 was er niet meer gebakken in deze ovens. Er werd destijds op HBO (huisbrandolie)gestookt en met zand geïsoleerd. De ovens lagen propvol rommel en het was nog een heel karwei om dit allemaal te verwijderen. De geur van de huisbrandolie heeft nog lang rond gehangen, maar wordt steeds minder

.

In de royale en moderne woonkamer van Ronald en Melanie werden vroeger eieren van de boeren opgeslagen. Er stonden soms wel 150 eierkisten. In de zijgevel aan de Garvelinkweg zijn de oude raamkozijnen bewaard gebleven. Deze weg bestond deels uit oude betonblokken die dicht naast het huis lagen. Deze betonblokken zijn hergebruikt om verderop in de tuin het hoogteverschil te markeren. De siertuin is prachtig aangelegd en Melanie heeft ook een moestuin voor haar grote hobby: koken.

Al met al is het helemaal goed gekomen met de voormalige bedrijfsgebouwen op erve Boeyink. Waardevolle industriële onderdelen zijn intact gebleven maar niet ten koste van het woongenot. Alle bewoners zijn tevreden met het resultaat en wonen hier met veel plezier!    


Een historische rondleiding langs het Mullepad met Toon Maas

Bert Verlaan

Op 11 juni 2022 stond er een mooie excursie op het programma. We startten bij het station Gaanderen, waar we onder de vertrouwde en bezielende leiding van Toon Maas op pad gingen. De spoorlijn aan onze rechterkant houdend kwamen we al spoedig aan bij het huis van Will Dorrestein en Emiel Derksen. Een woning uit 1896 van Smits Holterman. Een mooie stek hoor, je kunt er voortreffelijke paling kopen. Er staat een boekenkastje van waaruit je een boekje kunt halen en brengen.

En dan verder, langs de plek waar Gaanderen in het verleden afval stortte, nog steeds te herkennen aan een ‘bult’ in het landschap. Dan, aan de rechterkant het fraaie landhuis Rabelink, waar vroeger boerderij Heisterkamp gestaan had. Uiteindelijk gingen we het Mullepad op, richting spoor. Bij het spoor moesten we naar links, de spoorbaan aanhouden. De spoorwegovergang is verdwenen. In het verleden kon je via die overgang naar de windkorenmolen gaan.

We liepen een stukje door met het spoor aan onze rechterhand. Uiteindelijk bereikte we een volgend punt waar Toon aan de hand van zijn befaamde ‘posters’ vol knipsels en bijzonder fotomateriaal allerhande wetenswaardigheden aan ons presenteerde. We stonden in een nieuw stukje natuur, een kleurrijk ‘tapijt’ van grassen en wilde planten met veel reliëf en schitterend aangelegde plassen. Een en ander tot stand gekomen door de vruchtbare samenwerking van enerzijds de gemeente en anderzijds Buur Natuur.  Je kunt er uitkijken op de weide waar de boerderij van Huitink van ter Gun heeft gestaan, met een schuilkerk van 1720. De plek is nog herkenbaar door de aanwezigheid van een enorme beuk. Het landschap ‘ademt’ verleden!

We liepen weer verder. Wat mij opvalt zijn de prachtige wilde planten, zoveel soorten in allerhande kleuren. Met enige voorzichtigheid moest het gezelschap, dat toch wat ‘op leeftijd’ was, de tunnel door onder het spoor, richting de plek waar de boerderij ‘de watertap’ eens heeft gestaan. Wat fraai, die gekronkelde loop van de Bielheimerbeek! Links het gebied het Halmus, waar in de 15 eeuw al melding van werd gemaakt. Hier staan nog drie oude woningen van diverse families.

Uiteindelijk kwamen we uit bij de plek die van 1851 t/m 1855 diende als begraafplaats. Deze begraafplaats is afgelopen jaar blootgelegd door Marian Muller en haar dochter. Ook historicus Hans de Beukelaar heeft hieraan zijn bijdrage geleverd.. Ze hebben ontdekt dat hier 66 mensen zijn begraven, waaronder pasgeboren kinderen. Als we verder waren doorgelopen dan zouden we op de plek gekomen zijn waar de halte Gaanderen Oosselt tot 1927 in bedrijf is geweest.

Hierna gingen we richting boerderij ‘de watertap’. Hier weer een uitleg van Toon. Deze boerderij is plaats waar Frans Roes gewoond heeft. Hij is hier in 1902 geboren. Hij is overleden in 1974 te Hengelo Gelderland. Frans Roes, bekend onder de pseudonaam Herman van Velzen, schreef voor ‘de Gelderlander’ boeiende verhalen in dialect. Frans Roes was ook zeer vaardig in het schrijven van romans in streektaal.

We zetten onze tocht voort via een mooi stukje rivierduinengebied om uiteindelijk uit te komen bij een informatiebord ter herinnering aan de windkorenmolen die eens het landschap gesierd heeft. In 1875 is de molen naar Gaanderen verplaatst vanuit Arnhem naar de locatie Hogeweg, Watertapweg en Binnenweg. De molen deed dienst als de waterstand bij Veldink laag was. De windkorenmolen werd dan in werking gesteld. O.K.V. Gander en de gemeente Doetinchem plaatsten dit informatiebord. Helaas werd de molen in 1920 door storm en brand verwoest.

Hieronder een plaatje van ons gezelschap bij het informatiebord.

Goed, we waren onderhand toch wel een beetje ‘uitgedroogd’. Gelukkig kwamen we uit bij  B&B de Wandhorst van de familie Veldkamp Geurtsen aan Binnenweg 18, waar we zeer hartelijk werden onthaald met een heerlijke kop koffie en lekkere cake! Even bijpraten, we waren er aan toe!

We zetten ontspannen onze tocht voort naar de vispassage in de Bielheimerbeek. Sinds 2014 zorgt deze ervoor dat er ruimbaan is voor de vissen. Het water stond hoog, zo wordt het vast gehouden om ervoor te zorgen dat de snoek, brasem, baars en voorn goed kunnen gedijen. En dan verder, langs de boerderij Delsink (1844). Nu bewoond door de familie Berkelder Vriezen. Het viel mij op dat er een veld was van bijzondere bloemen. Na enig speurwerk kwam ik er achter dat er sprake was van een bloem die veel nectar oplevert voor de bijen. Vandaar deze plant! We hebben hier te maken met een echte biologische tuin.

Uiteindelijk kwamen we uit bij het monument van Frans Roes, natuurlijk hier een fotomoment. Wat deed die René zijn best om er een mooi plaatje van te maken! Een waardige manier om een bijzondere schrijver te eren. Niet voor niets hebben de gemeente Doetinchem en Gander zich ingespannen om dit monument te realiseren (2002).

Toen de ‘kers op de taart’! Een bezoek aan het huis van de familie van Hal Hendriksen. Een woonboerderij uit 1870, voorheen van de familie Schamp. We werden gastvrij ontvangen. Een bijzondere woning met allerhande rustieke elementen, zoals het antieke vloertje met potscheuren (van gebakken steentjes) en die kamer met op bepaalde hoogtes een overloop waar spullen opgeslagen kunnen worden. Vanuit de woning ‘sloop’ ik nog even de omliggende tuin in. Wat een mooie stek om volledig tot rust te komen!

De zoon van de familie beheert ook een tuin met bijzondere planten voor de verkoop. Daar is het ook goed toeven. Bijzondere planten, ik trof een prachtige plant aan met enorme bladeren en een bijzondere vrucht. En dan die kas waar wij ons konden laven aan een heerlijk stukje fruit. Mooi om te ervaren hoe onze gastheer vol trots de bijzondere tuin aan ons wilde presenteren. Hij kan er met recht trots op zijn.

Kortom, het bezoek aan deze bijzondere woning en tuinen was inderdaad de ‘kers op te taart’ van een heel leerzaam en inspirerend uitje, enthousiast en vakkundig gepresenteerd door Toon Maas. We kijken uit naar een volgend gebeuren!

Bert Verlaan.


Buurtfeest Slangenburg

In het laatste weekend van de bouwvakvakantie is het buurtfeest voor de Slangenburgers. Op het veld achter ‘De Wiemelink’ zijn vrijdags het vogelschieten en vogel knuppelen de spannendste activiteiten. De kinderspelen zijn ook een belangrijk onderdeel en verder kan men mee doen aan de Sterkste man of vrouw van de Slangenburg.

Bennie Arendsen schoot de vogel eraf en werd schutterskoning 2022 en Anja Hebben werd knuppelkoningin dit jaar.

Bij Anja thuis is het mooi versierd voor de ‘Knuppelkoningin’
Koning Bennie bij de boog die door de buurt werd gemaakt.
De buurt maakt de boog voor Bennie

Mantelzorg

Toos Lenderink

Aan de Slangenburgweg staat een prachtig huis. Van de buitenkant lijkt het een gewoon dubbel huis, waar voorin een alleenstaande oma woont en achterin Henny, Ineke en hun dochter Chantal Wisselink wonen. Wat je niet ziet, is dat sinds 1994, na de geboorte van Chantal, hier vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week zorg wordt verleend.

Voor de komst van Chantal werkte Ineke op kantoor bij Helmink in Varsseveld. Het plan was te stoppen met werken na de zwangerschap en de eerste twaalf jaar thuis te blijven om voor hun kind te zorgen. Ineke zou in die tijd studies kunnen volgen en daarna opnieuw weer ergens aan de slag willen gaan. Maar al vrij snel na de geboorte van Chantal merkte Ineke dat er iets niet klopte. Chantal moest altijd huilen en “deed verder niks”.  Als ze op het consultatiebureau haar kind met leeftijdgenootjes vergeleek, viel haar op dat Chantal achter bleef, ze was slap, kon haar hoofdje niet rechtop houden en moest altijd huilen. Artsen vonden haar echter een overbezorgde moeder. Op tv zag Ineke een programma over epileptische kinderen en daarin herkende ze Chantal. Bij controle in het ziekenhuis, toen Chantal inmiddels zeven maanden oud was drong Ineke aan op verder onderzoek. Na diverse ziekenhuis trajecten bleek Chantal de ernstigste vorm van epilepsie te hebben met als gevolg dat ze zeer ernstig meervoudig beperkt is, rolstoel gebonden en hierdoor dag en nacht zorg nodig heeft. Chantal was al negen maanden oud toen ze voor het eerst medicijnen tegen epilepsie kreeg. Met zeven jaar werd ze in een ziekenhuis in Zwolle een etmaal geobserveerd, waarna de medicatie werd gewijzigd. Het instellen op deze nieuwe medicatie duurde ook nog eens zes maanden. Al met al kwam er van de oorspronkelijke plannen van Ineke dus weinig terecht. “Het is niet eenvoudig, maar je hebt geen keus”.

Dagbesteding

Toen Chantal anderhalf jaar oud was ging ze voor het eerst voor dagbehandeling naar ‘’t Kempske’ in Terborg. Eén hele dag of twee halve dagen per week. Vanaf acht jaar ging ze hele dagen naar het kindercentrum ‘Anneriet’.  Sinds Chantal achttienjaar is gaat ze naar ‘De Regenboog’ in Doetinchem. Hier zijn mensen vanaf 18 jaar welkom. Ze heeft het hier prima naar haar zin, met een fijne, eerlijke groepsleiding en groepsgenootjes in een sfeervolle omgeving. Maar de avonden, weekenden en alle nachten is ze thuis. Daar is Ineke ook ’s nachts alert: bij het minste geluidje van Chantal wordt Ineke wakker. Want ook in de nacht heeft Chantal vaak epileptische aanvallen. Verder heeft ze goede en slechte dagen. Soms opeens erg vrolijk, waarop dan weer een aanval volgt. Haar rechter lichaamshelft doet niet mee. Chantal heeft een volwassen gezicht, met een mooie paardenstaart en mooie kleren aan. Daar besteedt Ineke extra aandacht aan: “Het is wel een meisje!”. Ze drinkt niet, maar eet normaal. Alleen als ze een enkele keer een griepje heeft, wil ze na een paar dagen wel een beker drinken. Met veel geduld wordt haar ’s morgens havermoutpap aangeboden: “Krijgt ze tenminste vocht binnen”. Verder overdag vaak fruit, vooral veel mandarijnen voor het vocht en ander eten. Maar nooit met dwang. Dat werkt alleen maar averechts. Dat is ook de reden dat Ineke en Henny haar zelf wegbrengen en ook weer ophalen bij ‘De Regenboog’. Als Chantal wakker gemaakt  moet worden en op tijd klaar moet zitten om opgehaald te worden, heeft ze een slechte dag en dat is niet prettig voor de groepsleiding en andere cliënten.

Gebitsverzorging

Drie keer per dag worden met veel geduld alle tanden en kiezen gepoetst. Elke drie à vier maanden gaat Chantal naar een gespecialiseerde mondhygiëniste en tandarts in Wehl voor controle. Vader Henny gaat mee om haar uit en weer in de rolstoel te tillen. Chantal is dan boos, en verzet zich. Haar linkerhand moet vast gehouden worden en met lijfelijke kracht wordt ze in bedwang gehouden.  Eénmaal in de tien jaar wordt onder narcose het gebit grondig gereinigd. Er worden dan ook foto’s gemaakt om te kijken of er niet ergens een ontsteking onder zit. Hiervoor zijn ze dan een hele dag in het ziekenhuis. Dit alles heeft als resultaat dat Chantal nog nooit een gaatje heeft gehad!

Hulptroepen

Via de wet langdurige zorg heeft Chantal een blijvende indicatie voor een pgb (persoons gebonden budget). Hieruit kan o.a. een zorgverlener ingeschakeld worden. Ouders mogen zelf iemand hiervoor aantrekken, want het moet wel goed klikken. Deze vaste kracht komt twee keer per week aan huis. Zij haalt Chantal op van ‘De Regenboog’  en doet haar met behulp van de tillift in bad. Dit ritueel duurt al met al wel twee uur! De tillift gaat niet snel, de haren worden netjes geföhnd en na afloop opruimen hoort er ook bij. Deze hulp is een vertrouwd persoon, zij kent en weet de zorg die Chantal nodig heeft en is dus voor alles inzetbaar mocht het nodig zijn naast haar vaste uren.

Ook een voormalig buurmeisje draagt haar steentje bij. Hier gaat Chantal soms een weekend naar toe om te logeren. Sinds maart 2020 is er regelmatig een lockdown geweest en verviel niet alleen de dagopvang, maar werd er ook niet gelogeerd.

Mantelzorg moeder

In het voorhuis woont de moeder van Ineke, 94 jaar oud en al 40 jaar weduwe. Als Ineke terugkomt nadat ze Chantal naar Doetinchem heeft gebracht, gaat ze bij haar moeder op de koffie. Ook voor haar moeder heeft ze de volledige zorg. “Er zijn zoveel mensen hier in de buurt met een ouder in huis die precies hetzelfde doen. Dit gebeurt allemaal onder de radar”. Het is allemaal heel vanzelfsprekend voor Ineke om voor elkaar te zorgen.

Toekomstvisie

Henny heeft al meerdere pogingen gedaan om een toekomstbestendige opvang voor Chantal te vinden. Bij veel zorginstellingen wordt er ’s nachts alleen ‘uitgeluisterd’. De angst bestaat dat de nachtelijke, soms zware epileptisch aanvallen van Chantal daardoor niet herkend zullen worden. Hier staan ze niet open voor een camera of nachtoppas die Henny en Ineke zelf wel willen regelen. Het plan is nu om zelf iets op te zetten, met enkele bewoners die intensieve zorg nodig hebben, samen met bewoners die zich bijvoorbeeld wel zelf kunnen aankleden en zelf kunnen eten. Het is lastig om een geschikt pand of grond hiervoor te kopen dicht bij het centrum, zodat een wandeling met de cliënten naar het dorp goed te doen is. Sinds kort is Henny met pensioen en heeft hij meer tijd om zich hier in te gaan verdiepen. Het zal zeker nog wel een aantal jaren duren voordat deze plannen gerealiseerd zijn.

Intussen gaat Ineke gewoon door. Ze wil het graag zo goed mogelijk doen en voelt een grote verantwoordelijkheid voor zowel haar moeder als voor Chantal. “Als ik ’s avonds om acht uur klaar ben, dan heb ik tijd voor mezelf”.

Ineke gaat vaak even naar buiten met Chantal


‘De reuzen van Hols’

Jeanette Wechgelaer

Vier enorme bomen, de ‘reuzen van Hols’ genaamd, in het weiland tegenover de ingang van de Natuurbegraafplaats aan de Kommendijk hoek Loordijk, zijn voor André Kaminski en Gerrit Lieverdink, een prachtig landschapsmonument. Deze bomen met een omtrek van tot wel 5,50 m waarvan de oudste dateren uit circa 1680, willen ze behoeden voor een voortijdig einde op korte termijn. Vroeger maakten de bomen deel uit van een laanbeplanting langs de oude Loordijk die dwars door het weiland heeft gelopen. Over hoe en waarom ze zich inzetten voor landschapsmonumenten doen ze hun verhaal.

U bent beiden actief voor de Stichting Achterhoek weer Mooi (StAM). Wat doet deze Stichting?

André Kaminski: “De Stichting Achterhoek weer Mooi zet zich in voor bijzondere elementen in het boerenland. Dat kan een groep bomen zijn, een verkavelingspatroon of een historische weg of dijk. Wij vragen daar aandacht voor omdat zeker in deze tijd het landschap vrij snel verandert. En als mensen het landschap niet herkennen en er geen waarde aan hechten, dan is het dus voor hen niet van belang en hoeft het niet.

Wij proberen landschapsmonumenten op te sporen en ze toekomstbestendig te maken door kennis te delen en te verspreiden. Beschouw het als een cadeautje voor de grondeigenaren, het buurtschap of de gemeente. En zo is ook de term landschapsmonumenten ontstaan. Het heeft geen enkele wettelijke status en is dus niet beperkend in het gebruik. De bedoeling is het landschap met zijn bijzonderheden te delen met eigenaren/gebruikers, buurtbewoners en bezoekers”.

Welke functie vervult u beiden in deze Stichting?

André Kaminski: “Ik ben voorzitter hiervan en was vroeger o.a. directeur van Stichting Staring Advies waarvoor ik samen met SLG het project Trots op onze Streek (TooS) heb opgezet. Aan bewoners in een gebied werd gevraagd welke specifieke kenmerken in hun gebied onder de aandacht zouden moeten komen. Hieruit is o.a. het opknappen van het Zondagsschooltje en de reconstructie van de Brunsveldwal voortgekomen. Nu houd ik me als vrijwilliger bezig met StAM”.

Gerrit Lieverdink: “Ik ben gepensioneerd en via André als vrijwilliger in dit werk terechtgekomen. Ook veel cultuurhistorisch werk gedaan. Cursussen gevolgd o.a. het lezen van historische kaarten. De reuzen van Hols zijn opgemerkt door ons. Wijlen Henk Harmsen journalist bij De Gelderlander, heeft in 2014 er een artikel over geschreven en er is later een uitgebreide rapportage door ons uitgebracht”.

André Kaminski: “Want waarom zijn deze bomen een landschapsmonument? Ons werk is Staatsbosbeheer en de gemeente Doetinchem uit te leggen hoe bijzonder deze bomen zijn, maar door corona is dat wat uitgesteld. We staan in contact met SBB om te bezien hoe de reuzen beter toekomstbestendig kunnen worden gemaakt”.

Waarom heten de bomen ‘de reuzen van Hols’?

Gerrit Lieverdink: “Deze bomen staan op het land van boerderij Hols. De naam Hols staat op de voorzijde van de boerderij. Henk Harmsen heeft de slogan de reuzen van Hols bedacht. Al zijn artikelen staan op de website van StAM: www.achterhoekweermooi.nl”.

V.l.n.r. Andre Kaminski en Gerrit Lieverdink

Wat doen jullie nog meer in verband met Hols?

André Kaminski: “De bomen lopen een behoorlijk risico dat ze er over een aantal jaren niet meer zijn. De kans bestaat dat ze omwaaien of aftakelen omdat er zwam in komt. Een boom heeft geen eeuwig leven maar je kunt het wel verlengen of verkorten. Daarin proberen we mee te denken. Een raster rondom de bomen plaatsen zou ook een oplossing kunnen zijn”.

Mocht er een geschil ontstaan, tot hoever gaat u?

André Kaminski: “Stichting Achterhoek weer Mooi is geen actiegroep. Dat willen wij absoluut niet. Wij willen vanuit een positieve instelling in het landschap dingen stimuleren of de aandacht erop vestigen. Er zijn andere partijen die veel verder willen gaan om misstanden aan de kaak te stellen”.

Heeft uw inspanning al resultaat opgeleverd?

André Kaminski: “Ja onze inspanning betrof in eerste instantie het artikel met Henk Harmsen. Veel publiciteit leverde dat op. Daarna heeft StAM een rapport gemaakt m.b.t. de natuurwaarde van de plek, bewoners, eigendommen, beheer, kansen en bedreigingen naar de toekomst toe en de publiciteit eromheen.

Vroeger had het landschap altijd nut. Toen het nut verdween, verdween de boom vaak ook. StAM streeft ernaar om opnieuw nut aan het landschap te geven. Dat kan zijn in de vorm van subsidie of agrarisch natuurbeheer, maar ook inspanning voor landschapscompensatie of toerisme. De cultuur om streeknamen te geven aan de omgeving of andere elementen heeft ook nut. Vanaf de natuurbegraafplaats heb je een mooi uitzicht op deze reuzen en in die zin hebben ze een extra waarde. Als de oude functie van het landschap wegvalt moet je nadenken over een nieuwe functie”.

Gerrit Lieverdink: “Een informatiepaneel erbij plaatsen zou ook al helpen om de aandacht op ‘de reuzen van Hols’ te vestigen. Daar moeten we ook nog wat meer aan doen”.

André Kaminski: “Wij zijn maar een kleine club vrijwilligers, maar vinden het prettig dat we samen met SBB ons voor de bomen kunnen inzetten. Dan respecteren we ook het verleden. Als wij nu goede maatregelen en spelregels kunnen afspreken, zodanig dat de grondgebruiker er voordeel van heeft en dat deze worden gehandhaafd, dan zal ook SBB zich daar niet slechter door voelen. We hopen dat dit binnenkort tot resultaat leidt. Wij hebben goede hoop. De samenwerking met SBB is goed”.

Stichting Achterhoek weer mooi richt zich op:

  • Landschap beschouwen als cultureel erfgoed
  • Identiteit en streekeigene behouden
  • Natuur en ecologie verbeteren
  • ‘witte’ gebieden speciaal aandacht geven

De stichting is een

  • Organisatie van vrijwilligers en
  • adviseurs met specifieke kennis op organisatorisch en financieel gebied en
  • werkgroepen

Een kijkje in de toekomst rond kasteel Slangenburg

Hanneke van de Velde

Eind dit jaar is het dan zo ver: na drie jaren aan voorbereiding worden het koetshuis en de landgoedwinkel bij kasteel Slangenburg verbouwd. Nol Verhoeven vertelt enthousiast over wat er allemaal staat te gebeuren in het koetshuis en de naastgelegen winkelruimte. Ook het grotere plan waar dit onderdeel van is, komt aan de orde.

Voorgeschiedenis

Sinds 2016 is Rijksmonument kasteel Slangenburg in eigendom van de Stichting Monumenten Bezit. Voor die tijd was het kasteel verbonden aan de Sint Willibrordsabdij. Dit heeft met name in de Achterhoek voor een wat gesloten imago gezorgd en een beperkte bekendheid van het kasteel. De koppeling met de abdij is er sinds 2010 niet meer. In dit jaar zijn werkgroepen (inclusief omwonenden van het kasteel en Staatsbosbeheer) geformeerd, die in 2017 hun plannen in de vorm van een gebiedsvisie hebben gepresenteerd. Het project van de komende verbouwing  is een direct gevolg van die gebiedsvisie.

Drie jaar geleden is ook subsidie aangevraagd bij LEADER voor de kosten van het verbouwingsproject en deze is inmiddels toegekend.


 

Toekomstplan van het kasteelterrein

De komende verbouwing van het koetshuis en de landgoedwinkel wordt nu eindelijk een feit. Eind van dit jaar starten de eerste werkzaamheden voor deze twee locaties. Deze verbouwing is onderdeel van een groter plan rondom kasteel Slangenburg. Dit heeft als doel een bezoekerscentrum te realiseren waarin kasteel, koetshuis en winkel een rol spelen. Door het koetshuis te verbouwen tot één bezoekerscentrum verbetert de toegankelijkheid voor het publiek, kan het gebouw het hele jaar door wél open en vormt het voorplein van het kasteel één geheel. Hierdoor komen er meer gasten en dagjesmensen in en om het kasteel, ook het hele jaar door. Duidelijk thema hier omheen is dat de rust en kleinschaligheid bewaard blijven. Na de verbouwing van koetshuis en winkel is er nog een aantal zaken dat te zijner tijd aan de orde kan komen. In de toekomst zal ook worden gezocht naar mogelijkheden om de kasteeltuin in haar oude luister te herstellen. De woningen nummers 5 en 7 aan de overkant van het koetshuis hebben sinds januari 2021 al een nieuwe bestemming als vakantiewoning.

De verbouwing van koetshuis en landgoedwinkel  

De opzet van de bezoekersruimte van het koetshuis blijft grotendeels hetzelfde. Er komt aan de tuinkant een deur naar de boomgaard. Deze is dan beter bereikbaar en ook te gebruiken voor een bruiloft of klein evenement. De keuken krijgt een complete metamorfose en wordt vernieuwd en voldoet daarmee meteen aan de eisen van deze tijd. Er komen een aparte spoelkeuken en een apart bereidingsgedeelte. Hierdoor vindt er een betere doorstroming plaats in de keuken.

De toiletten worden helemaal vervangen; er komt een moderne toiletgroep met vijf genderneutrale toiletten en een mindervalidentoilet. Hiermee gaat ook deze locatie helemaal mee met haar tijd. Deze toiletten zijn zowel vanuit het koetshuis als de landgoedwinkel makkelijk te bereiken via centrale ruimtes. Op de indicatieve tekening bij dit artikel is te zien hoe het er waarschijnlijk uit komt te zien (LET OP: wijzigingen nog voorbehouden).

Indicatieve plattegrond nieuwe situatie (wijzigingen nog voorbehouden)

De landgoedwinkel krijgt een plafond van planken op de grote balken. De dakconstructie is toch wel één van de aandachttrekkers van het gebouw en daarom blijven de prachtige spanten en gebinten gedeeltelijk nog te zien. Daarvoor wordt er aan de tuinkant boven de hilde een grote glasplaat geplaatst. Op termijn, in een volgende fase, wordt er nog gedacht om de ruimte die boven de winkel ontstaat, te gebruiken als vergaderlocatie. Hiervoor kan er dan een soort box op de zolder worden geplaatst die te gebruiken is als vergaderruimte.

De brandveiligheid van het pand wordt ook meteen op orde gebracht. De wand tussen de winkel en de naastgelegen woning wordt tot het plafond toe dichtgemaakt. Dit was nog een punt van aandacht dat nu meteen ingevuld kan worden.

De werkgroep landgoedwinkel van de Heerlijckheid Slangenburgh buigt zich de komende tijd over hoe de winkel zo efficiënt en klantvriendelijk mogelijk vorm te geven. Het is nu een mooi moment om daar weer eens opnieuw aandacht aan te geven. Doel van de herinrichting is te kijken hoe meer gebruik te maken van de zijkanten in de winkel, zowel in de breedte als de hoogte. Uiteraard zonder het specifieke karakter van de landgoedwinkel aan te tasten. Het is zeker niet de bedoeling dat de winkel een strakgetrokken HEMA-achtige invulling krijgt.

Met deze opzet ontstaat er een mooi voorplein bij het kasteel waar recreanten zeven dagen in de week terechtkunnen. Onverwachte sluiting van het koetshuis door een besloten feest komt dan ook niet meer voor. Er is in de nieuwe situatie namelijk dan wel de mogelijkheid tot het nuttigen van een hapje en een drankje.

Wanneer speelt dit alles?

De planning is dat er eind 2021 wordt gestart met de verbouwing. Een in verbouwingen aan monumentale panden gespecialiseerde aannemer, Claus aannemingsmaatschappij BV te Doesburg, gaat dan aan de slag. In de loop van het eerste halfjaar van 2022 worden de ruimtes opgeleverd.

De horeca-activiteiten van het koetshuis worden tijdens de verbouwing tijdelijk verplaatst naar het pand nummer 7 aan de overkant. Hier komt dan ook nog een bescheiden mogelijkheid om de producten uit de winkel te blijven verkopen. Zo kan de handel gewoon doorgaan tijdens de werkzaamheden en komen bezoekers niet maandenlang voor een gesloten deur.

Vooruitblik naar de toekomst

De gemeente Doetinchem heeft aangegeven interesse te hebben in een ondernemers inspiratiepunt Slangenburg. Eind oktober heeft daarover weer een gesprek plaatsgevonden. De exacte invulling hiervan is nog open en onzeker, evenals het beschikbare budget van de gemeente hiervoor.

Al met al genoeg plannen en ontwikkelingen om van kasteel Slangenburg en de bijbehorende gebouwen en omgeving een prachtig geheel te maken dat met vertrouwen de toekomst in kan gaan. [1] LEADER is een onderdeel van het overkoepelende Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3). Het Plattelandsontwikkelingsprogramma is een Europees subsidieprogramma dat op de ontwikkeling van het platteland in brede zin is gericht. De focus van het programma ligt op innovatie en duurzaarzaameid in het landelijk gebied.